“Heer, open mijn lippen….” Preek bij het afscheid van de zusters en het klooster in Vleuten

Zondag 9 september 2018 afscheid van de zusters SMMP (heilige Maria Magdalena Postel) Willibrordkerk Vleuten

‘Alles heeft hij welgedaan, Hij laat doven horen en stomme spreken’
roept de menigte enthousiast in het Evangelie van deze zondag 1).
Lieve zusters en broeders, Jezus vertrok uit de streek van Tyrus naar Galilea. Onderweg brachten vrienden hun doofstomme vriend bij Jezus. Wat mooi! Is dat niet de bedoeling van de kerk, van ons als gelovigen: dat wij door ons geloof, ons gebed, en manier van leven, onze medemensen in aanraking brengen met Jezus Christus? De aanwezigheid van Jezus is genoeg om mensen te helen, van innerlijk gebroken mensen hele mensen te maken. Daaraan meewerken is een prachtige taak.
Jezus nam de doofstomme apart en schreef met zijn vingers de liefde van God in zijn oren – de taal van de liefde verstaat iedereen, ook zonder woorden – en blies over hem. “Terstond gingen zijn oren open en werd de band van zijn tong losgemaakt”. Maar wij doen als gelovigen toch niet anders? We gaan als het ware telkens in de schoenen van de doofstomme staan. We doen dat door onszelf vol verlangen op te stellen en elke dag opnieuw God te vragen onze tong los te maken en onze oren te openen voor zijn roepstem.
De man werd genezen en kon weer normaal praten. Wat een weldaad dit te mogen ervaren! Zoiets is niet onder woorden kan brengen. En Jezus vroeg hem om dat niet te vertellen? Hij kon aan dit verzoek van Jezus niet voldoen. Het was iets zo geweldigs! Eindelijk kunnen spreken en dat meteen iets onuitsprekelijks willen vertellen. Hoe kon Jezus in ’s hemelsnaam verwachten dat hij er niet over mocht spreken. En dat wíj er niet over zouden mogen spreken.
‘Heer, open mijn lippen, en mijn mond zal Uw lof verkondigen’ staat in de Psalmen. Met dat korte gebed, lieve zusters en broeders, begint elke dag het ochtendgebed van de kerk. Het is een vers uit de duizenden jaren oude Psalm 51.

Gedurende de bijna zeventig jaar dat de zusters van de congregatie van de Heilige Maria Magdalena Postel hier in Vleuten gewoond en gewerkt hebben, begonnen ze elke dag, vroeg in de morgen, hun gemeenschappelijk ochtendgebed in de kapel met dit gebed: “Heer, open mijn lippen, en mijn mond zal uw lof verkondigen’. In alle kloosters over de hele wereld begint men de dag op dezelfde wijze. Als een soort toewijding aan God en Jezus met heel hun wezen beginnend met deze eerste woorden van hun lippen. De vraag aan God om ons lippen te openen en zijn lof te verkondingen houd een opdracht in, een missie. Namelijk ZIJN lof te verkondigen en te verspreiden. De zusters hier deden dat en doen dat in het besef dat God, bij alles wat wij als mensen zeggen en doen, op de eerste plaats komt. Of je dat in de parochie doet met je inzet bij de ouderen, met de kinderen op school, of in de keuken, in de kapel of de wasserij van het klooster.
Wat een voorrecht was het dat wij hier in Vleuten een klooster hebben gehad waarin elke dag het gebed van de kerk gebeden werd zeven maal daags, nu vier maal per dag. De zusters baden die woorden niet alleen namens zichzelf ook voor ons en namens ons en alle andere mensen. We werden dus bewust of onbewust gedragen door het gebed van de zusters en de kerk. Ook het beeld van de zusters bij winkels, in de kerk of op de straten van Vleuten en omgeving zal op het netvlies blijven staan en niet gauw vergeten worden door de mensen. Mensen spraken liefdevol als “ónze zusters”.
Bovendien zetten zij zich elke dag hier daadwerkelijk vele jaren in voor de hulpbehoevende ouderen in Jozefzorg. Ze gaven jaren les op de school. O.a. Het Kleuterparadijs en V.G.L.O. Zij bezochten zieken in het dorp. En ze leefden mee met de parochie. Tot in de koorzang en de Voedselbank aan toe. Ze deden dat geheel vrijwillig en met overgave. Tot eer van God en onze Heer Jezus Christus en uit liefde voor de medemensen.

We willen u danken, dierbare zusters voor uw aanwezigheid in onze parochie. Voor uw gebed, voor uw werk, voor uw liefdadigheid. We kunnen allemaal uit eigen ervaring zeggen dat u zich nooit als eliteclub gedragen hebt. Juist door uw eenvoud en door uw naastenliefde bracht u mensen bij God.. Het was u verlangen om aan gewone mensen Gods nabijheid te laten ervaren. U wilde herkenbaar zijn als religieuzen. Niet om af te steken bij anderen, maar om de weg naar God voor anderen zo kort mogelijk te maken. U had daardoor toegang tot de harten en de huizen van velen in Vleuten en daarbuiten. Door uw leven en gebed stak u ons aan om God te loven, niet alleen in woorden, maar ook in daden. Daar gaat het om: samen het leven mooi maken.
Wij zijn heel dankbaar voor de vele jaren dat uw klooster in ons midden stond. We zullen u heel erg gaan missen. Maar we zullen in uw geest doorgaan. Het altaar hier zal uw verhaal doorvertellen aan de volgende generatie.
Aan alles komt een einde. Wat in de na-oorlogse jaren van de vorige eeuw begonnen is als een vurige wens van de toenmalige pastoor Beutener en burgemeester van der Heijden, is nu voorbij. Het rest ons nu God vragen u te behoeden en te beschermen. Het ga u goed. Ik wil besluiten met de groet van uw Congregatie waarmee de zusters elkaar overal begroeten: “Leve jezus in onze harten: in eeuwigheid”. Amen.

© pastoor Los
1) Evangelie van deze zondag volgens het universele r.k. leesrooster voor zon- en feestdagen: Marcus 31:31-37
(c) foto Jos Becking

Homilie op de feestdag van de Zalige Placida Viel SMMP op 4 maart 2016 in de kapel van Huize Alenvelt

Beste zusters en broeders, “Richt je ogen op de generaties van vroeger” hoorden we in de eerste lezing. We doen dat in de geloofsgemeenschap die de kerk is, en waar ook alle religieuzen toebehoren, op een heel bijzondere manier door onze voorgangers te gedenken.
We blikken dus niet zomaar terug om het hoofd te schudden over de nare dingen die in het leven van vroegere generaties gebeurd zijn of met een zekere nostalgie stil te staan bij de mooie dingen die zij beleefd hebben. We kijken gericht naar hen die iets toegevoegd hebben aan de tijd waarin zij leefden. Mannen en vrouwen die door hun leven en hun geloof van bijzondere betekenis geworden zijn. Zij zijn als het ware als pilonen in het landschap van de mensheid en van de kerk zoals de elektriciteitmasten van verre zichtbaar zijn en de kabels dragen en verbinden.
HPlacida2016We spreken, zoals u begrijpt, hier over de heiligen. In het bijzonder over hen die ons bekend zijn. Zo gedenken we vandaag de zalige Placida in haar eigen congregatie die hier bijeen is samen met de andere medezusters over de hele wereld.
Ik hoef u haar leven en werken niet in herinnering te brengen, want beschrijvingen van haar leven bevinden zich in uw bibliotheek. Partikels van haar relikwieën worden hier bewaard. Maar meer nog is het levende beeld van haar overgeleverd in uw harten door de liefde tot haar en de voortdurende overdenking van haar leven. Zoals we ook vandaag door deze feestdag van haar doen. De liefde tot deze bijzondere voorgangster in ons geloof en in uw charisma als zusters verlicht en verwarmt onze harten op deze dag waarop zij gestorven is. De dag waarvan wij mogen geloven dat zij is opgenomen in de hemel.
Zij is door haar prachtige voorbeeld samen met de stichteres H. Maria Magdalena Postel de trots van de congregatie. Iemand op wie je trots bent, is iemand bij wie je graag in de buurt wilt zijn. Iemand van wie je hoopt dat je een beetje op haar mag lijken door je eigen leven en geloof.
“Richt je ogen op de generaties van vroeger” zegt Jezus Sirach “en zie: is er iemand geweest die op de Heer vertrouwde en beschaamd werd?”  We moeten bij de die worden als we tegelijk denken aan zr. Placida, misschien zelfs even glimlachen. Want wat heeft zij een ontberingen doorstaan! Wat heeft zij een onbegrip en tegenwerking ondervonden! Zelfs van clerus en medezusters. Ze geneerden zich misschien zelfs een beetje voor haar met haar bedelpraktijk, haar blote voeten, haar verlegenheid. Maar zij vertrouwde op de Heer door alles heen. En ze werd niet beschaamd.
Het is ongelofelijk wat zij tot stand heeft gebracht. De bouw van de Abdijkerk. Maar met name ook door de verspreiding van de congregatie in een hele moeilijke tijd van door revolutie verdeeld land en een verwarde tijd en onrustig klimaat in Europa.
De gedachte dat zoiets mogelijk was en tot stand gebracht werd door het charisma van één persoon en haar congregatie doet onze harten sneller kloppen bij de gedachte of zoiets ook in onze tijd mogelijk zou zijn? Want van gedenken van een heilige met wie we ons persoonlijke verbonden voelen gaan gedachten vanzelfsprekend uit naar de toekomst.
Een paar weken geleden werd het Jaar van het godgewijde leven afgesloten. U heeft daar als zusters op uw eigen manier aandacht aan besteed. Samen met de parochie hier. En samen ook met de Maristen waartoe pater Jan Kouijzer behoorde, en wiens plotselinge dood altijd met dit Jaar van het godgewijde leven verbonden zal blijven. Paus Franciscus nodigt aan het begin van dat jaar in zijn Brief aan alle religieuzen ons uit om naar het verleden en het heden en de toekomst te kijken van de eigen congregaties en charisma’s.
De paus raad ons aan niet nostalgisch naar het verleden te kijken, maar in dankbaarheid om wat verricht mocht worden. En ervaar het heden dat gekenmerkt wordt door krimp en vergrijzing, niet gelaten en soms met innerlijke wrevel, maar beleef het heden met passie. Het hier en nu is de tijd waarin je leeft, en waarin je op jouw eigen, soms onbetekend lijkende wijze, toch de Heer kunt dienen. Met andere woorden: laat je de vreugde om je roeping en je leven in toewijding aan de Heer je niet ontnemen door de omstandigheden. Want het is dezelfde Heer “die niemand die op Hem vertrouwde beschaamd heeft”. En zie de toekomst hoopvol tegemoet. Niet met overspannen verwachtingen die alleen teleurstellen. Maar met vertrouwen en realistisch.
De kerk en het geloof zullen altijd blijven bestaan. Ook de charisma’s. Geloof zal altijd blijven bestaan als persoonlijke band met Jezus Christus, de levende Heer, in elke tijd, tot aan de voleinding der wereld. De Kerk zal altijd blijven bestaan, als lichaam van Christus, dat structuur geeft aan het leven van de gelovigen. De charisma’s als van de vele en verschillende ordes en congregaties zullen ook blijven bestaan als het vuur van de Geest dat telkens oplaait dan hier dan daar.
Je maakt je soms zorgen over het voortbestaan van de eigen congregatie door gebrek aan roepingen. Maar dat mag de vreugde om het ontluiken elders van nieuwe charisma’s niet overschaduwen. Het is immers dezelfde Heer die aan het werk is. En er mag immers een diepe geestelijke verbondenheid zijn tussen allen die tot het religieuze leven geroepen zijn.
Ook zr. Placida betrad nieuwe nog onbegane wegen die in de ogen van sommigen een breuk met het verleden betekenden, maar juist de toekomst openden. Moge in alles voorop staan de liefde tot onze Heer Jezus christus, die zijn leven voor ons heeft gegeven: “Niet jullie hebben Mij uitgekozen” zegt Hij “maar Ik jullie”.  Hij heeft ons niet uitgekozen omdat wij zo geweldig zijn, maar omdat Hij ons lief heeft. Misschien wel juist om onze onvolkomenheden en geringheid. Zie hoe het verlegen meisje dat zr. Placida was, in zijn liefde tot bloei mocht komen tot zegen van velen, en werkzaam in onze harten tot nu toe. Vanuit de toekomst  waarheen wij nog op weg zijn, komt Placida ons tegemoet en wenkt ons om vol te houden. Ondanks alles. Dankbaar terugblikkend. Met passie voor het heden, en met vertrouwen voor de toekomst. Geloofd zij Jezus christus in eeuwigheid. Amen

Martin Los, pastoor
Lezingen voor deze gedenkdag van H. Placida: Jezus Sirach 2:6-11 en Johannes 15:9-17