altijd als pelgrims op weg

Preek op de 13e zondag door het jaar  2 juli 2023 Houten*

Voor veel mensen is dit een bijzonder ingrijpende tijd. Als het kan gaan we op vakantie om even alles achter ons te laten, en vooral de dagelijkse routine die maakt dat soms in een tredmolen lopen. Maar op vakantie voelen we ons vrije mensen. Voor jongeren is dit ook de tijd dat je je vertrouwde school achter je laat. Een nieuw opleiding gaat beginnen. Een nieuwe onbekende toekomst ligt open. Dat is natuurlijk aantrekkelijk. Een nieuw begin. Maar het is ook spannend. Klikt het met de nieuwe klasgenoten en de nieuw medestudenten? Zullen de leraren en de docenten een beetje aardig zijn. Zal de leerstof niet te moeilijk voor je zijn? Het is helemaal niet gek dat je je wat onzeker of zelfs angstig voelt. Belangrijk is dat je je er niet helemaal allen voor voelt staan. Die oerervaring van een nieuwe onbekende toekomst binnen gaan hadden in de tijd van de Bijbel de pelgrims wanneer ze vanuit hun dorp op weg gingen naar Jeruzalem. Dat was zo’n beetje de enige reis die ze ooit maakten als ze geen koopman of soldaat waren. Ze kwamen nooit verder dan de postzegel waar ze woonden. Onderweg zongen ze dan liederen – geen potje met vet zoals tegenwoordig tijdens de avondvierdaagse – maar Psalmen voor een pelgrimstocht. In de Bijbel staat een hele bundel psalmen. Wel 150. Eén daarvan hebben we vanmorgen voorgelezen: Psalm 121. Hij staat in het boekje voor deze Mis. De pelgrims die op weg gingen naar Gods huis, de tempel in Jeruzalem, trokken in groepjes op. Ze zongen om beurten. De ene groep zong:  ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen, Vanwaar zal mijn hulp komen?” De andere groep antwoordde “De hulp komt mij van de Heer die gemaakt heeft hemel en aarde”.
Ze zagen tegen die bergen op. Want daar huisden wilde dieren zoals leeuwen en beren. Je kon struikelen en een been breken. Er waren struikrovers. Maar ze hadden ook elkaar en het prachtig vooruitzicht om straks die mooie stad Jeruzalem en de tempel te zien waar ze zoveel over gehoord hadden. De ene groep pelgrims vervolgde: “Hij laat niet wankelen uw voet. Niet sluimeren zal uw behoeder” en de andere groep antwoordde: “Zie niet sluimert, niet slaapt de behoeder van Israel. Wat zou het mooi zijn als jullie deze pelgrimspsalm op je nachtkast je hadden liggen. Of in je schoolagenda. Juliie zijn opgevoed in het geloof dat God over ons waakt. Je ouders en de kerk hebben je dat voorgedaan. Probeer ook zelf te leven met vertrouwen in God die hemel en aarde gemaakt heeft. Maar die ook jou beschermt: “Hij zal je behoeden voor alle kwaad, behoeden wil hij je ziel” zo gaat de psalm verder.
Tot slot. Jezus is ook op weg naar Jeruzalem. Heel zijn leven was een pelgrimstocht. Hij roept zijn leerlingen op hem te volgen. Maar ze moeten niet afhaken als ze moeilijkheden op die weg tegenkomen. Ze moeten geen geitenpaadjes kiezen of de gemakkelijkste weg nemen. Ze moeten openstaan voor de hulp die ze onderweg van onbekenden ontvangen. Dat bedoelt Jezus met: “Wie mij wil volgen, moet wel zijn kruis dragen”. Daarom maken we ook als we aan iets beginnen het kruisteken.  “Laten we het voorbeeld van Jezus volgen. Vertrouwen hebben. Zie niet op tegen de toekomst. Leg je zorgen in je gebed, bijvoorbeeld voor het slapen gaan, aan God voor. Zoals de pelgrimspsalm eindigt: “De Heer behoedt je uitgaan en ingaan, van nu aan tot in eeuwigheid”. Amen

Martin Los, pr

* deze viering op de grens van de schoolvakantie werd enthousiast begeleid door jongerenkoor Yes en kinderkoor Zing-zang waarvan afscheid werd genomen.
** De preek werd besloten met een visualisatie door Meike Hettinga, pastoraal werkster, over de weg, de kruispunten, de onbekende toekomst

Evangelielezing in deze viering: Matteus 10:37-42
Tussen de lezingen: Psalm 121 met als refrein “Nada te turbe” (Laat niets je verontrusten) Taize.

Homilie op de 3e Adventszondag 12/13 december 2015 in de Mariakerk De Meern

voorgeschreven Schriftlezingen voor deze 3e Adventszondag uit het universele  r.k. leesrooster voor zon- en feestdagen: 1e lezing Sefanja 3:14-18; 2e lezing: Filippenzen 4:4-7; Evangelie: Lukas 3:10-18

“Verheug u” klinkt het door deze Mis heen. “Verheug je” dat lijkt in deze tijd niet tegen dovemans oren gezegd. Het Sinterklaasfeest was nog niet voorbij, of iedereen stond in de startblokken voor de voorbereiding op het Kerstfeest.
Wie zegt dat mensen tegenwoordig niets meer met elkaar hebben, kijkt echt niet goed uit de ogen. Want Sinterklaas en Kerstmis zijn duidelijke tekenen van menselijke behoefte aan saamhorigheid, gedeeld vreugde en gezelligheid.
De grootwinkelbedrijven hebben dat heel goed begrepen. Dat ze er van willen profiteren kunnen we ondernemers niet kwalijk nemen.
Wie verongelijkt in een hoekje pruilt dat de samenleving individualistisch is geworden, kan nog wel iets van de winkeliers leren die weten dat mensen willen vieren.
Maar echt niet alleen van hen kunnen we leren. Als je ziet hoeveel mensen zich als vrijwilligers inzetten voor anderen, dan wrijf je je ogen uit.
Dat is op allerlei gebied zo. Ook onze parochie mag zich verheugen in honderden vrijwilligers, de leden van de koren niet eens meegerekend.
Laatst bleken zich in de stad Utrecht meer vrijwilligers aangemeld te hebben om vluchtelingen te helpen, dan er vluchtelingen waren. Uit niets blijkt dat mensen in onze tijd geen behoefte hebben aan contact.
Uit niets blijkt dat mensen niet bereid zijn iets voor anderen te doen. Het Sinterklaasfeest en het Kerstfeest zijn een feestelijke symbool hiervan. En als Kerst net voorbij is dient Carnaval zich alweer aan.

Maar er is ook een problematische kant aan de opeenvolging van feesten als Sinterklaas en Kerstfeest in onze tijd. Juist als het gaat om de behoefte om echt contact. Deze feesten gaan bijna naadloos in elkaar over. Dat is een teken van een algemeen verschijnsel in onze tijd. We leven van event naar event. Voor het gewone, alledaagse leven, lijkt steeds minder ruimte.
Je moet het leven vieren, hoor je van alle kanten.
De opeenvolging van feestelijk momenten in de samenleving zie je ook in de gezinnen en relaties. Wie het zich kunnen veroorloven leven van vakantie naar vakantie, en van uitje naar uitje.
Het gewone leven, de alledaagse omgang met elkaar lijkt daardoor zijn betekenis en glans te verliezen.
Dat is echt een reëel probleem.  Want het leven bestaat nu eenmaal voor het grootste deel uit wat gewoon en alledaags is.
Ook in de menselijke relaties ervaren we die neiging van alles een topervaring te maken. Huwelijken staan onder druk omdat elk moment tussen man en vrouw in hun ogen een hoogtepunt zou moeten zijn, sociaal, sexueel en spiritueel.
Het risico is dat je dan al snel teleurgesteld raakt in elkaar, en denkt dat je je vergist hebt.
Trouwens in de kerk komen we ook deze trend tegen, dat elke viering een nieuw hoogtepunt moet zijn. Een ware happening. Een gewone zondag is te gewoon.

koningmidas2015

Koning Midas verandert alles in goud

Wat ik hiermee wil aangegeven is dit. Als we in onze behoefte aan gemeenschap er teveel nadruk op gaan leggen dat elk moment eigenlijk een feest moet zijn, dan blijven we op den duur met een kater zitten.
De bekende mythe van koning Midas maak dit duidelijk. Omdat Midas iemand gered had, mocht hij van de goden een wens doen. Dat doet hij. Hij wenst dat alles wat hij aanraakt in goud verandert. Zo gebeurt het. Eerst is dat mooi. Wat hij aanraakt verandert in goud. Maar als hij wil gaan eten, verandert ook de druif die hij pakt goud. Ook het brood verandert in goud. Hij begint enorm honger te lijden. Ook zijn kind verandert in goud. Hij wordt eenzaam.
Niet goud, maar juist het gewone en alledaagse blijkt het nodigste te zijn voor zijn leven. Dagelijks brood, contact met gezin. Maar dat is onbereikbaar geworden. Want alles moest glanzen en werd zo ongenaakbaar.

Ziet u wat ik bedoel. Als we het gewone niet meer waarderen en alles een feest moet worden, dan beginnen we honger te lijden. Want juist het gewone, het soms saaie hebben we nodig om te kunnen leven. En om het leven met regelmaat echt te kunnen vieren.
Als alles top moet zijn, bereiken we ook elkaar niet meer. Dat is in het huwelijk en gezin zo, ook in de kerk en de samenleving.
Off-days zijn geen teken dat we niet echt leven, maar dat we even tempo moeten minderen. Saaie dagen en momenten van lummelen zijn geen verloren tijd. Ze zijn ons leven. We hebben ze nodig. We hebben ze nodig, juist ook om het leven op juiste waarde te schatten en te kunnen vieren.

kerststalikoon2015Hier raken we aan de boodschap van het feest van Christus’ geboorte waar we ons op voorbereiden. Het feest van Gods nabijheid. Want wat vieren we? Wat is de reden van onze vreugde? Dat God mens is geworden. Niet als een schitterende held die regelrecht uit de hemel neerdaalde in een spetterende vertoning.
Die nabije God werd geboren als een klein weerloos kind. Gewoner kan het niet. In een stal. Alledaagser en armoediger kan het niet. Zo wordt het gewone tot een paleis.

“Verheugt u” klink het door de hele viering op deze 3e adventszondag want het Kerstfeest is nabij. “Verheug u” zegt de profeet Sefanja tegen Gods volk.
“Verheugt u” roept de apostel zijn medegelovigen toe Dat is geen opdracht om voortdurend te zoeken naar nieuwe hoogtepunten en elk moment feest te vieren. “Verheug u” slaat juist op wat gewoon is. God zich ontfermt zich over zijn volk in al zijn armoedigheid. Dat is reden tot vreugde, zegt de profeet Sefanja.
En de apostel Paulus roept de gelovigen op zich te verheugen, telkens opnieuw, omdat God nabij is. Nabij in ons alledaagse bestaan.

We worden opgeroepen verheugd te zijn omdat God het gewone niet geminacht heeft, maar heeft uitgekozen als zijn plaats onder ons. Dat is reden om verheugd te zijn.
En daarom kunnen we in het dagelijks leven elkaar nabij zijn, vriendelijk zijn.
Kijk, waar dat gebeurt, waar mensen vriendelijk zijn voor elkaar, hoeven we niet van feest naar feest en van event naar event te leven, om uiteindelijk onbevredigd te blijven, teleurgesteld in elkaar. Met het katterige gevoeld dat we elkaar als mensen niet meer kunnen bereiken, zelfs in de intiemste relaties.
Waar we vriendelijk zijn, met innerlijke vrede omdat God nabij is en in onze harten woont, van ons zo gewone mensen, daar ervaren we het leven zelf als mooi en de moeite waard.
Dan hebben we ook alle reden om op bepaalde momenten feest te vieren met elkaar , ook en juist het Kerstfeest. Als we alleen feest vieren omdat we alleen feesten nog de moeite waard vinden, is het gauw afgelopen met de pret.
Laten we ons voorbereiden op het Kerstfeest vanuit die blijdschap dat God zijn neus niet opgehaald heeft voor ons gewone leven, Hij is één met ons is geworden. Een met ons opdat wij het gewone als geschenk van God ervaren, elk moment, opnieuw. Amen

© Martin Los, pastoor met dank aan Eva Illouz voor de mythe van Midas in verband met menselijke relaties