Preek op het Hoogfeest van Pinksteren 23 mei 2021 Mariakerk en Willibrordkerk
“Zijn dit niet allen Gallileers? Hoe kan het dan dat wij ieder van ons hen horen spreken in onze eigen moedertaal?” roepen de omstanders in Jeruzalem uit. Omdat dit het oerverhaal van de geboorte van de kerk is, is het goed om even bij deze gebeurtenis stil te staan.
Vanwege het Joodse Pinksterfeest waren veel pelgrims in Jeruzalem. Niet alleen uit Israel, maar uit alle volken rond het Middellandse Zeegebied. Een multicultureel gezelschap. Deze mensen verbazen zich erover dat ze de leerlingen van Jezus in hun eigen taal horen spreken. Maar ze zeggen er uitdrukkelijk bij: “zijn dat niet allemaal Galileeërs”. Daarmee bedoelden ze: mensen uit de provincie dus geen hoofdstedelingen. Ook in onze tijd zien mensen uit de grote stad nog een beetje neer op het platteland. Met alle politieke en culturele verschillen van dien.
Met andere woorden: hoe kunnen eenvoudige vissers, ongeletterden, nu zo spreken dat wij hen horen spreken in onze eigen moedertaal? Ja, dat is echt een raadsel. Jezus heeft zelf al een tipje van de sluiter opgelicht toen hij in gebed was en zei: “Ik dank u, Vader dat u deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen, maar geopenbaard hebt aan kinderen” D.w.z. aan eenvoudige mensen.
Het talenwonder dat de mensen in Jeruzalem meemaken heeft dus niets te maken met bijzondere geleerdheid. Eerder het tegendeel. Het was het gevolg van de uitstorting van de Heilige Geest. En het was ook het teken daarvan: “Zij werden allen vervuld van de Heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen al naar gelang de Geest hun te vertolken gaf”. Hier was de Heilige Geest aan het werk, de Geest die door de apostelen sprak en die hen in allerlei talen deed spreken zodat iedereen hen hoorde spreken in zijn eigen moedertaal. De leerlingen staan in vuur en vlam. Ze zijn uitgelaten als kinderen. Het is een soort gelach en gejubel.
Gelach dat mensen laten horen als ze plotseling iets van een heel andere kant te zien krijgen. Een bevrijdende lach zoals van mensen die in angst zaten en plotseling begrijpen dat er geen enkele reden meer is om in angst te zitten. Een lach waardoor alles wat je belast, van je afvalt. Een licht dat je plotseling opgaat.
Paulus schrijft ergens dat de Geest van God samen met onze eigen Geest getuigt dat we Gods kinderen zijn. “Wij, stervelingen, wij zondaars, kinderen van God? Laat me niet lachen” is misschien de reactie. Ja, laat ons wel lachen wat dat is precies wat de leerlingen bij de geboorte van de kerk beleefden. Ze riepen: “Abba” pappa, Vader. Ze jubelden “allelujah” de tongentaal van de kerk. De tong, de keelklank en de adem tesamen: Alleluja. En is niet al ons gezang tijdens de liturgie een soort tongentaal? Een taal die iedereen verstaat, vriend en vijand. Kinderlijke uitingen van Lof, dankbaarheid, smeking. Kyrie, Gloria. Wat missen we dat op dit moment, dat we als gelovigen kinderlijk met hart en ziel weer mee kunnen zingen. De taal van de zang die verwant is aan de verlossende lach. Die lach van wie het laatst lacht, de goddelijke lach, en de jubel.
Pinksteren is het geboortefeest van de kerk die alle volkeren en talen verenigt in de belijdenis van de naam van Jezus. Als een kindje geboren wordt, houdt iedereen de adem in en wacht op de eerste kreten.
Het eerste geluid dat de kerk voortbrengt is dat mensen uit alle volkeren en talen de verkondiging van Jezus’ naam in de eigen moedertaal hoorden. En dat is eigenlijk niet veranderd. Mensen over de hele wereld verstaan het Evangelie en geven er gehoor aan. Ook al heeft iedereen zijn eigen moedertaal, toch horen we de heilige Geest tot iedereen op verstaanbare wijze het zelfde zeggen. Het is de bevrijdende lach van het Evangelie. Hoe kan de blijde boodschap in de wereld overkomen als de bevrijdende lach van de verlossing niet door de kerkmuren heen naar buiten klinkt. Daarom bidden we om de Heilige: Veni Sante Spiritus. Kom Heilige Geest!
Op deze bijzondere dag zijn wij bijzonder dankbaar en blij, want straks zal iemand uit ons midden de sacrament van het Vormsel zal ontvangen. Ik mag straks iemand in ons midden het Vormselsacrament (confirmatie) toedienen. Het is voor ons allen dan een moment van vreugde en van bezinning over onze eigen leven als gelovige.
Wie zo uitgelaten is van vreugde en wie zo vol van vreugde is, voelt het zijn hele wezen doorstromen. Die bevrijdende lach werkt door ons hele gedrag als gelovigen. Ons doen en laten krijgt iets van een lofzang op de liefde van Jezus voor ons. Het verkrampte ik maakt plaats voor het bevrijde ik. Egoisme, zegt Paulus, maakt plaats voor de vrucht van de Geest: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid, te veel om op te noemen. Het zijn allemaal eigenschappen die verbinden en heel maken. Zo werkt de vreugde door in persoonlijk leven, in de geloofsgemeenschap en in de wereld. We staan er niet alleen voor, want de Heilige Geest zelf is de Helper die Jezus ons van de Vader zendt. Hij fluistert ons telkens in dat we kinderen van God zijn. Ten teken daarvan hebben we als vlammen op onze hoofden de zalving bij het Vormsel ontvangen.
Laten we allemaal onze bijdrage leveren, ieder op onze eigen manier, vanuit onze eigen verantwoordelijkheid. Maar laten we het doen met vreugde. En laten we het elkaar ook gunnen en de ruimte geven om te leven vanuit de Heilige Geest. De Heilige Geest is de Geest van de waarheid die van de God, de Vader uitgaat. Waar we leven in het licht van de waarheid is er vrijheid en waar vrijheid is vreugde. En waar vreugde is wordt iedereen geraakt als op het Pinksterfeest, het feest van de geboorte van de kerk. Laten de mensen dan ook nu in deze veelkleurige en veeltalige samenleving tegen elkaar zeggen: Zijn dat niet allemaal Galileers? Hoe kunnen wij dan ieder van hen horen spreken in onze eigen moedertaal”. Ja, kom heilige Geest, daal op ons neer. Houd Gij bij ons uw intocht Heer. Vervul het hart dat u verbeidt met hemelse barmhartigheid. Allelujah. Amen
Martin Los, pastoor
Schriftlezingen in deze Mis op het Hoogfeest van Pinksteren volgens het rooms-katholieke, universele, lectionarium
1e lezing: Handelingen der apostelen 2:1-11 2e lezing: de Brief van Paulus aan de Galaten 5:16-25 Evangelielezing: Johannes 15:26-27 en 16:12-15
Tag archieven: zelfzucht
Zachtmoedigheid als duurzame macht
Preek op de 14e zondag door het jaar op 5 juli 2020 Mariakerk en Willibrordkerk
“Leert van mij: ik ben zachtmoedig en nederig van hart” zegt Jezus tot zijn leerlingen én tot ons die zich graag onder zijn volgelingen rekenen 1).
We proeven nog even deze woorden omdat ze aantrekkelijk zijn en veelbelovend.
Maar laten we ook even de spanning en de verwachting meevoelen die de volgelingen van Jezus beleefden toen hij deze woorden uitsprak. Want zij hoorden er zonder twijfel een verwijzing in naar de profetie van Zacharias. “Jubel luid, dochter Sion….Zie uw koning komt tot u, rechtvaardig en zegevierend. Hij is deemoedig. Hij rijdt op een ezel, op een veulen, het jong van een ezelin” 2)
Voor de leerlingen onthulde Jezus dus opnieuw dat hij de Messias is, de langverwachte koning van het komende rijk van God.
“Hij is deemoedig” zegt de profeet. “Deemoedig” – een bijna vergeten woord – is hetzelfde als “nederig van hart” en zachtmoedig”.
“Leert van mij, ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. Jezus zegt daarmee eigenlijk twee dingen. Dat hij als leraar zelf zachtmoedig is.
Als je hem volgt als leraar hoef je niet bang te zijn, dat hij streng is, in die zin dat hij geen oog heeft voor de persoonlijke situatie en mogelijkheden van zijn leerling. Of dat hij steeds zwaardere opgave stelt om jou te laten voelen dat je nog zo je best kunt doen, maar dat je nooit aan de leraar kunt tippen.
Is het niet fantastisch dat wij zo’n leraar hebben. Dat hij elke dag en elke moment en elke levensfase voor ons klaar staat om ons verder te helpen op onze levensweg. Geen uitwendige leraar, maar een innerlijke leraar die ons in zijn hart gesloten heeft, en die in ons hart wil wonen. Wat hebben wij nog meer nodig? “Mijn herder is de Heer. Het zal mij nooit aan iets ontbreken” woorden van Psalm 23 die elke christen uit het hart gegrepen zijn.
Jezus verzekert ons dat hij zachtmoedig is zoals de beloofde Messias die niet te paard en met het zwaard zijn rijk komt stichten maar op een ezel, nog wel een veulen dat nog geen enkele last gedragen heeft. “Mijn last is licht” zegt Jezus. Het veulen hoeft niets te vrezen. Het zal niet lang meer duren voor Jezus op deze wijze zijn stad binnentrekt. We vieren het elk jaar met Palmpasen.
“leert van mij: ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. Ik zei dat Jezus ons daarmee twee dingen leert. De eerste hebben we besproken: dat Jezus zich aan ons openbaart als zachtmoedig op de wijze van de beloofde koning die rechtigvaardigheid en vrede komt brengen.
Maar nu het tweede wat hij ons leert: zelf zachtmoedig te zijn. “leert van mij: “Ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. Ik zal je leren te leven naar mijn voorbeeld. Wat is dan zachtmoedig? We kunnen dan in het woordenboek gaan kijken naar de betekenis van het woord. Naar beschrijvingen in literatuur. Maar we moeten naar Jezus zelf kijken. Hij ís zachtmoedig, dus we moeten naar hem kijken en van hem leren wat zachtmoedigheid is en wat het voor ons zelf betekent om zachtmoedig te zijn.
Zijn zachtmoedigheid brengt Jezus in direct verband met zijn band met God, de Vader: “Ik dank u Vader dat Ge deze dingen verborgen hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kinderen”.
De zachtmoedigheid van Jezus blijkt uit zijn verhouding tot God. Uit zijn vertrouwen in de Vader en zijn gehoorzaamheid als Zoon. Jezus vertrouwde dat God hem alles zou geven wat hij nodig had om zijn zending te volbrengen. Dat niet het kwade dat hem overkwam noch het goede hem zou kunnen afleiden van zijn opdracht om een eeuwig koninkrijk van vrede en gerechtigheid te stichten,
Zachtmoedigheid en nederigheid van hart wil zeggen dat je vertrouwen hebt in God. Dat we ons niet door wat ons overkomt van ons stuk laten brengen. Of door wat anderen ons aandoen. Dat we niet meer vertrouwen in onszelf dan in God. Als we voor ogen houden dat we er niet alleen voor staan, maar dat God nabij is als onze Vader in de hemel, dan is er altijd uitzicht en hoop. Dan hoeven we niet van ons af te bijten of geprikkeld zijn te zijn. Daar zit onbewust veel meer egoïsme in, of zelfzucht waarover Paulus spreekt, dan we ons meestal bewust zijn 3).
Zachtmoedigheid wil dus niet zeggen dat we ons neerleggen bij onrecht of dat we niet kritisch zouden mogen zijn. Maar het moet ons niet afleiden van Gods weg met ons, als zijn geliefde kinderen. Juist als we die weg niet uit het oog verliezen zullen we zachtmoedig reageren. Die zachtmoedigheid is geen zwakheid of lafheid of behaagziekte. Het is de macht die Jezus aan zijn volgelingen gegeven heeft om mee te regeren met Hem. Het is de kracht die hij ons schenkt, de kracht van de Geest, om overeind te blijven en passend te reageren als burgers van het rijk der hemelen.
Zachtmoedigheid kun je dus leren. Het is geen aangeboren karaktertrek die de één heeft en de ander niet. Het is een gedrag dat je kunt ontwikkelen en je vormt tot een zachtmoedig mens.
En laten we niet wanhopen als we toch niet altijd erin slagen zachtmoedig te zijn. Want het is een leerproces. Er is gelukkig ook altijd de mogelijkheid om excuus aan te bieden.
Vergeet ook niet dat het niet in ons eentje moeten doen. Want Jezus zegt: leert van mij. Dat kan alleen in zijn nabijheid. Jezus biedt zíjn zachtmoedigheid aan om bij te schuilen. Zoals een boom in wiens schaduw je verkoeling zoekt. De zachtmoedigheid van de Heer is als het ware een schuilplaats waarin we kunnen groeien in zachtmoedigheid. En mantel van liefde om ons heen. In nederigheid van hart. In gehoorzaamheid aan God.
En we mogen er ook op vertrouwen dat we samen als medegelovigen elkaar steunen door te zorgen voor een sfeer van zachtmoedigheid onderling en in deze wereld als leerplaats van zachtmoedigheid als macht: “mijn juk is zacht, mijn last is licht”. Amen
(c) Martin Los
Schriftlezingen in deze eucharistieviering op de14e zondag uit het wereldwijde r.k. lectionarium van zon- feestdagen
1) Evangelie: Mattheus 11:25-30
2) 1e lezing: Zacharia 9:9-10
3) 2e lezing: Brief van Paulus aan de Romeinen 8:9-13
afbeelding: https://www.redbubble.com/i/throw-pillow/