Telkens verwonder ik mij als in de media een gebeurtenis een ‘steekpartij’ wordt genoemd terwijl dan al duidelijk is dat er slechts één dader is, degene die met een mes anderen, verwondt. De clichematige ‘verwarde man’, of de overvaller die zijn prooi neersteekt, of de terrorist.
Bij een echte steekpartij stel ik me voor dat er meerdere deelnemers zijn die tegenover elkaar staan en op elkaar insteken. Een vechtpartij, maar met andere middelen dan de blote vuist. Bij een scheldpartij beperkt men zich tot woorden.
Een woord dat op ‘partij’ eindigt, veronderstelt iets van meerdere betrokkenen, partijen, met een zekere gelijkwaardigheid. “Veel renners hielden verwondingen over van de valpartij waarbij ze betrokken raakten”. “het uitstapje van de senioren eindigde in een smulpartij”.
De vraag is waarom kranten, radio en televisie het woord steekpartij gebruiken als er sprake is van een schuldige dader en een of meer onschuldige slachtoffers. Recent spraken de media over het voorval op het Centraal Station in Amsterdam weer als een steekpartij.
De reden dat het woord steekpartij veelvuldig wordt gebruikt zal zijn dat het incident (overvaller, verwarde man, en vooral terrorist) daarmee wordt teruggeschaald naar een minder angstwekkend of boosmakende manier van spreken.
Wat mij steekt is dat men de slachtoffers daarmee onrecht doet. Zij worden door messteken getroffen, zonder aanleiding, alleen omdat ze op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats zijn op het moment dat zij getroffen worden.
Ik roep hiermee de pers en overheid op om het woord steekpartij te mijden en liever te spreken van steekincident tenminste zolang de toedracht niet duidelijk. Daarna past klare taal: daad van een verwarde man (psychose, gewapende overval, terreurdaad)
Maandelijks archief: september 2018
Echte vroomheid
Preek op de 22 ste gewone zondag door het jaar op zaterdag en zondag 1 en 2 september 2018 in Mariakerk en Willibrordkerk
“Niets kan de mens bezoedelen wat van buitenaf in hem komt. Maar wat uit de mens komt, bezoedelt de mens” 1)
Lieve zusters en broeders, bijna altijd was een toevallige gebeurtenis aanleiding voor Jezus om zijn leer uit te leggen aan de mensen. In dit geval is dat de kritiek die leden van de conservatieve religieuze partij van de Farizeeën uitten op het feit dat Jezus’ leerlingen hun handen niet wasten voor ze gingen eten. We weten niet waarom de leerlingen hun handen niet wasten voor het eten. Hadden ze dat toevallig een keer overgeslagen omdat er geen water voorhanden was of omdat ze haast hadden? Of wasten ze bijna nooit hun handen? In elk geval volgden de leden van die conservatieve religieuze partij de leerlingen van Jezus met argusogen. Hielden zij zich wel aan de regels?
We kennen allemaal wel die houding van over anderen oordelen. We bezondigen er ons allemaal wel eens aan. Zolang we dat zelf in de gaten hebben, kunnen we ons telkens voornemen het niet meer te doen en ons leven te beteren.
Jezus merkt bij de aanhangers van de conservatieve partij dat er bij hen meer aan de hand is. Anderen in de gaten houden, oordelen en veroordelen is structureel geworden. Daarbij vergeten ze volkomen dat ze ook mensen met hun fouten en gebreken, en misschien wel zonden begaan waarbij handen wassen of niet futiliteiten zijn.
We ontkomen er niet aan om bij de Evangelielezing van deze dag even te denken aan de kerkelijke leiders die in de Verenigde Staten misbruik van minderjarigen door geestelijken hebben toegedekt in de vorige eeuw. Ze zullen dat gedaan hebben – niet omdat ze er mee instemden – maar om de goede naam van de kerk te beschermen. Intussen lieten ze daarmee wel de slachtoffers in de steek.
“Echte en onbevlekte vroomheid in de ogen van onze God en Vader is dit” hoorden we Jakobus zeggen: “wezen en weduwen opzoeken in hun nood” 2).
Echte godsdienst begint met hulp bieden aan hen die geen bescherming hebben. In dit geval de slachtoffers van misbruik. De leiders wilden misschien de goede naam van de kerk beschermen, maar ze hebben die juist besmeurd. Vele gewone gelovigen maken zich zorgen hierover. Ze schamen zich ervoor uit te komen dat ze katholiek zijn. Er moet in elk geval iets gebeuren, want de geloofwaardigheid van onze kerk staat op het spel.
Paus Franciscus heeft opgeroepen tot gebed en bezinning en vasten. Laten we daar unaniem en van harte aan meedoen omdat we allemaal lijden onder de smet die op ons mooie geloof en kerk is gevallen. Maar er zal op verschillende niveau’s ook actie ondernomen moeten worden. We wensen onze paus en al alle medebisschoppen die niets te verbergen hebben, Gods kracht toe. Laten we als gewone gelovigen niet meedoen met de strijd die al begonnen lijkt te zijn tussen verschillende stromingen in de kerk om elkaar te schuld te geven.
In die strijd om macht in de kerk gaat het helemaal niet meer over de slachtoffers van misbruik. Het is eerder een nieuw rookgordijn.
Maar laten we in elk geval niet in dezelfde fout vervallen waar Jezus over spreekt. Over anderen oordelen, terwijl we misschien zelf voorbij gaan aan wat er in ons eigen leven niet deugt.
“Niets kan de mens bezoedelen wat van buitenaf in hem komt. Maar wat uit de mens komt, bezoedelt de mens”
Zijn we zelf integere mensen? Doen we ons niet anders en mooier voor dan we zijn? Daar gaat het om. We maken ons vaak druk om uiterlijke dingen, maar hoe is het met ons innerlijk gesteld?
De Farizeeën waren zo druk bezig met te kijken wat er aan anderen niet deugde dat ze geen oog meer hadden voor hun eigen zonden. Ze waren als regel rijk en aanzienlijk, maar vergaten de armen te helpen.
In hoeverre zijn we zelf meer met onze goede naam bezig, dan dat we echte misstanden aanpakken en slachtoffers van onrecht in onze eigen omgeving of door eigen gedrag helpen en recht doen.
We kunnen zo druk bezig zijn met ons straatje schoon te vegen en het vuil op de stoep van de buurman te deponeren, dat we vergeten waar het echt om gaat: integere mensen te zijn, mensen die innerlijk schoon zijn, mensen die het leven mooi maken door anderen te helpen, door vrede te stichten, door pesten tegen te gaan.
Terecht verlangen we geloofwaardigheid van de leiding van de kerk, maar dan kunnen we zelf in ons eigen leven niet achterblijven.
De Farizeeën waren zo bezig met zichzelf en oordelen over anderen, dat ze Jezus zelf veroordeelden en zagen als een godslasteraar. Ze zagen niet de genade van God die van Jezus uitgaat.
Laten we het onszelf gunnen dat Jezus ons tot nieuwe mensen wil maken. Door de kracht van zijn woord en door de kracht van zijn kruis. Niet één keer, niet twee keer, niet drie keer, maar steeds opnieuw.
Amen
1) Evangelie van deze zondag: Markus 7:1-8,14-15,21-23
2) 1e lezing: Brief aan Jakobus 1:17-18, 21b-22,27