De Nederlandse Paus Adrianus van Utrecht 1459-1523

auteur Twan Geurts. Uitgeverij Balans 2017


Twan Geurts heeft een mooi boek geschreven over paus Adrianus VI en zijn unieke levensverhaal. Deze Nederlandse paus werd in Utrecht geboren op de hoek van de Brandsteeg en de Oudegracht. Hij genoot zijn opleiding in de sfeer van de Broeders van het gemene leven (Moderne devotie). Deze levensvisie had grote invloed op hem en daardoor ook op zijn latere houding als geestelijke in de kerk. Hij studeerde theologie in Leuven. Daar doceerde hij later zelf en bekleedde allerlei leidinggevende posities. Intussen bezorgde zijn pastoorschap van Goedereede hem een bron van inkomsten zonder dat hij zich daadwerkelijk voor zijn parochie hoefde in te zetten, want helemaal volgens de praktijk in de tijd huurde hij daar iemand anders voor in. Dat kerkelijke ambten gunsten waren die verleend werden zonder dat men er iets voor hoefde te doen, en die men zelfs kon opstapelen, was overigens een van de misstanden die geerfd waren uit de feodale tijd en de Middeleeuwen. Adrianus zou later zelf naast andere misstanden dit oneigenlijke gebruik van kerkelijke ambten en de daarmee gepaard gaande verrijking bestrijden en verbieden als paus.
Zijn ster steeg in Leuven gestaag. Erasmus was een van zijn vrienden en geestverwanten. Hij werd persoonlijke tutor van de jonge prins Karel V. Toen deze koning werd van Spanje zond hij Adrianus als vertrouweling naar dat land om namens hem gouverneur te zijn. Hij werd bisschop van Tortosa. Enige jaren later volgde zijn uitverkiezing tot kardinaal.
Toen de in weelde badende paus Leo x in 1521 plotseling overleed, kozen de in Rome aanwezige kardinalen Adrianus tot paus. Twan Geurts beschrijft uitgebreid hoe die pauselijke kiescollege er toe kwam een volslagen vreemdeling uit te kiezen voor het Petrusambt. Uiteraard speelde machtsverhoudingen binnen en buiten de kerk daarbij een rol. Op een keerpunt in de geschiedenis van Europa en van de kerk werd deze Nederlander zonder dat hijzelf in Rome was tot zijn eigen verbazing verkozen tot paus.
Het duurde nog wel even voordat het bericht van zijn uitverkiezing hem in Spanje bereikte. En pas na een half jaar kwam hij in Rome aan. Twan Geurts vertelt deze tocht en alle gebeurtenissen heel boeiend aan de hand van bronnen die gelukkig bewaard gebleven zijn. In Rome heerste op dat moment de pest. De Italianen hadden moeite met deze vreemdeling die hun taal niet sprak. Bovendien voerde hij een verregaande versobering in aan het pauselijke hof. Hij vaardigde besluiten uit waarmee hij deze eenvoud ook oplegde aan de andere hoogwaardigheidsbekleders. Dat werd hem niet in dank afgenomen. De situatie werd er niet beter op omdat Adrianus een staf van Nederlanders en Vlamingen om zich heen had verzameld. Het had natuurlijk te maken met zijn onverwachte uitverkiezing.
Niemand weet hoe anders het gelopen zou zijn als Adrianus langer geleefd zou hebben maar al na anderhalf jaar stierf hij. Het gerucht ging dat hij vergiftigd zou zijn, maar door aanwezige artsen is dat ontzenuwd. Ook volgens medici die door Twan Geurts bij het schrijven van zijn boek geconsulteerd zijn, lijkt nierbekkenontsteking met bloedvergiftiging de oorzaak te zijn.
Ik was meerdere malen tijdens het lezen van het boek echt geraakt vanwege de tragische lotgevallen van Adriaan Floriszoon. Vier jaar nadat zijn voorganger Leo X Luther in de ban had gedaan, werd hij paus. Het tijd was toen niet meer te keren. Adrianus deed zijn best om hervormingen in de kerk door te voeren, maar Luther en de zijnen waren niet meer te houden in hun kritiek op Rome en het pausschap. Wat Adrianus voorstelde en de wijze waarop waren tegen dovemansoren gericht.
In diezelfde tijd dreigde voortdurend oorlog tussen Karel V die naast koning van Spanje ook keizer geworden was van het Heilige Römische Reich, en de koning van Frankrijk. Adrianus probeerde neutraal te blijven, maar moest uiteindelijk toch machteloos toezien hoe beide machten elkaar dwars zaten. Dat was des te pijnlijker en teleurstellender omdat de sultan van het Ottomaanse rijk Sueleyman het bolwerk Rhodos innam waardoor de weg vrij was om Europa binnen te trekken en eventueel zelfs naar Rome op te trekken.
Misschien maakt dit het boek van Twan Geurts zo boeiend. Er zijn paralellen met vijf honderd jaar later. Europa lijkt weer verdeeld tussen Noord (Duitsland en omringende landen) en Zuid (Frankrijk etc.). Tegelijk zien we de instabiliteit in het Oosten. Turkije dat onvriendelijke taal richting Europa spreekt. Bovendien lijkt het populisme uiting van onvrede onder de bevolking in Europa tegenover de bestaande elite vergelijkbaar met de onrust ten tijde van Luther.
Tegelijk zien we een paus die ook van ver is gekomen, paus Franciscus, die de kerk wil hervormen en allerlei hervormingen doorvoert in de curie en voorbeeld is van versobering. Niet iedereen in Rome neemt hem zijn stijl van leiding geven in dank af.
Twan Geurts is er in geslaagd onze landgenoot paus Adrianus tot een mens van vlees en bloed te maken wiens bijna hopeloze uitgangspositie de lezer aangrijpt en wiens onmacht je meevoelt. Tegelijk wekt het verhaal van Adrianus zoals Twan Geurts het beschrijft trots en bewondering. In zijn verlangen naar soberheid en laagkerkelijker kerk is Adrianus toch echt iemand uit de polder.
Adrianus is bijgezet in de Santa Maria dell’ Anima, vlak bij de Piazza Navona, in de muur links van het altaar. In September 2016 mocht ik daar de Mis leiden met een groep pelgrims uit Nederland op bezoek in Rome. We moesten het toen nog doen zonder dit mooie, ontroerende boek van Twan Geurts. Iedereen die nu naar Rome gaat kan ik aanraden eerst De Nederlandse Paus te lezen. Maar als je dit boek leest, loop je voor je gevoel al door Rome, en Utrecht en Leuven en reis je met Adrianus mee vanuit Tortosa in Spanje over zee naar Vatikaanstad.

© Martin Los

Koester de ironie als de waarheid je lief is

Standvastig van standpunt
Met liefde denk ik terug aan mijn gereformeerde jeugd. Mijn ouders waren hartelijke oprecht gelovige mensen, maar niet streng. Voor hen waren gereformeerde leer en zede een richtsnoer en geen keurslijf. Ze waren wars van letterknechterij of het nu de Bijbel zelf betrof, of kerkelijke leer/traditie of welke bepalingen van welke instantie dan ook. Wel leerde ik ongemerkt door de gesprekken die mijn ouders thuis voerden met familie en vrienden, dat je altijd een standpunt moest innemen. Als je eenmaal een standpunt had dan moest je dat ook vasthouden en zo nodig ervoor uitkomen. Wij, gereformeerde jongens, gingen dan ook naar de jeugdclub zondagsmorgens na de kerkdienst. Daar bespraken we bijbelse onderwerpen. We leerden discussiëren over allerlei thema’s waar we zelf ook me te maken kregen zoals zondagsrust, respect voor anderen, vloeken, amusement, enzovoort. Had je eenmaal een standpunt gevonden, dan kon je daarmee verder, hopelijk voor je hele leven. Een standvastig standpunt.

“Niet consequent”
Een paar jaar later – de televisie had zijn intrede gedaan – hoorde ik als tiener de toenmalige voorzitter van Feyenoord een uitspraak doen die mij evenzeer onthutste als fascineerde. Een journalist zei tegen hem: “mijnheer Kieboom, vorige maand zei u dit, en nu zegt u dat. Dat is toch niet consequent?” Waarop de havenbaron antwoordde: “Wie heeft gezegd dat ik consequent moet zijn?
De ironie die uit zijn woorden sprak, raakte me diep. Tegelijk zorgde zijn uitspraak voor enige kortsluiting in mijn gereformeerd gevormde brein. Deze echte Rotterdamse manier van “recht voor zijn raap” spreken waarmee ik als Rotterdamse jongen vertrouwd was, maakte me iets duidelijk dat even vreemd als vanzelfsprekend leek: dat een standpunt situationeel door tijd en ruimte bepaald is. Waarheid heeft alles met perspectief te maken. Achteraf gezien sloot deze ontdekking natuurlijk goed aan bij mijn opvoeding en de ruimdenkende manier waarop mijn ouders omgingen met principes. Zij wisten gelukkig dat “Jeder Konzekwenz zum Teufel führt

Meersporigheid
Mogelijk ontdekken we hier de kiem van wat mij later heel lief geworden is. Dat is het inzicht dat de werkelijkheid niet bestaat uit of-of maar uit en-en en nog veel meer. De Calvinistische wereld leefde bij de gratie van of-of. Dat was haar kracht. De waarheid was één, en daarbij past één principieel standpunt. Alleen de Bijbel, alleen het geloof, alleen de genade, alleen God de eer.
Katholieken leefden bij Schrift en Traditie, Geloof en goede werken, genade en natuur, God en mensen. Ze doen dat nog steeds, hoewel ook bij hen of-of denken soms ook voorkomt en voor spanning zorgt. Als de leer boven het leven wordt gesteld bijvoorbeeld.
Ik leerde tijdens mijn studie steeds meer de meersporigheid van de katholieke waarheidsbeleving waarderen. Beide bovenstaande manieren van denken én beleven werken nog steeds door in onze Nederlandse samenleving en de wijze waarop bevolkingsgroepen tegen elkaar aankijken. Protestanten komen op katholieken in het algemeen nog steeds als te stijl en gelijk hebberig over en omgekeerd komen die als weinig principieel, onzeker en soms zelf wat onbetrouwbaar over op hun Reformatorische broeders en zusters. Voeg hier de geografie van boven en beneden de grote rivieren nog aan toe.
Nu we na de nadagen van de verzuiling in een geseculariseerde omgeving terecht gekomen zijn, spelen deze mentaliteiten nog steeds door. Achter menig politiek-correcte uitspraak is het of-of nog steeds te herkennen. Helaas lijkt voor het en-en zowel in de populistische repertoire als in het politiek-correcte steeds minder plaats.
Het is ongelofelijk hoe we in het publieke en politieke debat doen alsof we de waarheid in pacht hebben. Nuances verbleken, ironie gaat verloren, en de enige humor die er is, gaat ten koste van anderen.
Dat gebeurt als we doen alsof we de waarheid zelf in pacht hebben. Het is wat we tegenwoordig “framen” noemen. Maar wij bezitten de waarheid niet. We mogen blij zijn als de waarheid een licht op onze weg is.

Erasmus van Rotterdam
erasmus1In maart van dit jaar woonde ik het symposium Erasmus Oecumenicus bij in het Gouds Museum. Dit symposium was georganiseerd om te herdenken dat 500 jaar geleden de kritische uitgave door Erasmus van het Nieuwe Testament in het Grieks uitkwam. Een jaar voordat Martin Luther zijn stellingen op de vooravond van Allerheiligen op de deur van de kapel in Wittenberg spijkerde.
De grote Nederlander en Europeaan Erasmus blijkt moeilijk te plaatsen. De Rooms-katholieke kerk, Luther en de Reformatie, maar ook de latere humanistische traditie namen afstand van de unieke denker en wetenschapper. Elk om hun eigen reden. Voor de Kerk was hij te kritisch, voor Luther te rooms-katholiek, voor de humanisten te vroom.
Interessant en opmerkelijk is dat tijdens het symposium alle drie stromingen Erasmus nu toch probeerden in te lijven. De pauselijke nuntius in Nederland Aldo Cavalli, een van de inleiders, betoogde met de charme die hem eigen is, dat Erasmus altijd katholiek gebleven is. Van protestantse zijde werd benadrukt dat Erasmus zonder meer gezien kan worden als wegbereider van de Reformatie. En ook van Humanistische zijde lijkt Erasmus gerehabiliteerd te worden als echte humanist. Erasmus past duidelijk niet in een wereld van of-of.
Trouwens, een van zijn meest bekende werken is de Lof der Zotheid. Een boekje dat bol staat van humor. En ook ironie is een wapen, sterker nog een wezenstrek van de in Gouda als kind van een priester geconcipieerde maar in Rotterdam geboren monnik.

Tafelgesprekken als waarheidsvinding
Een van de inleiders was professor Herman Pleij. Met het hem eigen pathos, maar toch heel zorgvuldig, bijna koesterend, legde Pleij uit hoe Erasmus te werk ging bij zijn publicaties.
In die tijd botsten nieuwe ontdekkingen op oude waarheden. Kritische uitingen konden als gevaarlijk worden beschouwd vanwege onrust die ze veroorzaakten. Daarom ging Erasmus zorgvuldig te werk. Niet uit angst, maar omdat hij behoedzaam met de waarheid wilde omgaan. Bij zijn Antwerpse uitgever, maar ook tijdens zijn verblijf in Londen nam Erasmus deel aan tafelgesprekken met kritische geesten uit zijn tijd. De tafel was geen kale vergadertafel, maar een rijk gevulde dis van vrienden onder elkaar die elkaar hun vertrouwen schenken. Tijdens deze tafelgesprekken nam Erasmus vaak bewust een standpunt in dat door niemand nog was ingenomen.
Dat was voor hem de manier om door woord en wederwoord dichter bij de waarheid te komen. Er gingen later verslagen van deze gesprekken – en vooral van de bijdragen van Erasmus – van hand tot hand, door heel Europa. Erasmus protesteerde daartegen omdat wat in die verslagen voor zijn overtuiging doorging, eerder een rol was die hij innam om door het gezamenlijke debat de waarheid omtrent iets te ontdekken. Er sprak voorlopigheid uit deze manier van denken. Als we over de waarheid denken te beschikken ontglipt ze ons juist.

Liefde tot de waarheid kan niet zonder relativering en ironie
Het spreekt mij bijzonder aan dat Erasmus de gesprekken niet gebruikte om zijn standpunt te verkondigen als een onaantastbare waarheid. Hij koos ervoor om door vragen, twijfels, ironie ingenomen standpunten kritisch te benaderen. Daarmee toonde hij aan dat we de waarheid nooit definitief kunnen bezitten, maar dat ze altijd in een bepaalde perspectief gezien en beleefd moet worden.
Wat een zegen zou het zijn voor onze tijd als we leerden zo om te gaan met waarheidsvinding. Nu nemen publieke figuren – en zij niet alleen – een standpunt in dat als absolute waarheid verkondigd wordt. Men identificeert zich er helemaal mee. Van standpunt veranderen wordt gezien als gezichtsverlies en als zwakheid.
Waarom niet soms bewust een ander standpunt innemen om het eigen gelijk van jezelf of de groep aan de tand te voelen? Waarheidsvinding kan niet zonder relativeren. Relativeren van je standpunten, maar ook van jezelf. Erasmus uit Rotterdam verstond deze kunst. Ik pleit ervoor dat we die kunst opnieuw leren en toepassen. Naast elk of-of een en-en, nou-en-of.

© Martin Los