The plank and the mote

Sermon on the 8th Sunday of the year 2022 February 27 Aloysius Church Utrecht *)

“Out of the abundance of the heart the mouth speaks” **)
Dear brothers and sisters, everyone will agree with these words. We sometimes use them ourselves when it suits us. For example, if a son or daughter speaks with great affection about a possible boyfriend or girlfriend: “Out of the abundance of the heart the mouth speaks.” we say. We often see the other blush as a confirmation
It is important to hear who speaks these words and to whom they are said. In this case it is Jesus speaking to a crowd of people who have come to him in streams. From all layers of the population. From all parts of the country. Even from across the border. These are words from the first discourse that Jesus spoke publicly to the crowd. With this speech Jesus announces the kingdom of God. He addresses them personally. He began with “Blessed are you, the poor, for yours is the kingdom of God”. This Sunday’s gospel is near the end of his public address, which we could actually call his ‘declaration of the kingdom of God’. The people have heard his words. They are invited to search for the kingdom of God als members of this kingdom. If they want to be his disciples, and begin to put his words into practice, what should they pay attention to?  That after a while among others they don’t start playing master themselves and don’t end judging each other. “Can one blind guide the other?” Following Jesus is not a profession you learn, or a trade you master over time. It’s not a pattern you can imitate. It is a lifelong learning path, the way of Jesus. With our fellow students. At a certain moment you may know all the words of Jesus by heart and you can have insight into the faith, but that does not mean that you have succeeded as a disciple. In the sense that you can now judge others. “Why do you look at the mote in your brother’s eye, and why do you not consider the beam in your own eye?”
When we judge our brother or sister, don’t we pretend to be above the other? It’s not about not being allowed to criticize each other. But very often we move from criticizing the behavior to judging the person. To put it in a current word, that is also ’transgressive behaviour’. Then we ourselves are completely wrong as if we can look into the heart of the other and as if we have stood in the shoes of the other for a moment. It is an abuse of power when we speak ill of another. You are shocked when you see on social media such as Twitter what a mud is being poured over others. Especially anonymously, of course. It harms the person and it also harms the community.
But it also harms one’s own person. Is is particularly serieus that it eventually becomes normal and we grow used to it. Therefore, Jesus warns that this behavior should never be normal among his followers, seekers en inhabitants of the kingdom of God. On the contrary. Let upbuilding, good comforting words come out of our mouths. That is a sign that our hearts are also in good shape. “For out of the abundance of the heart the mouth speaks what the heart is full of’. Again, judging and slandering the other is transgressive behavior and makes us sideline ourselves.
Criticizing or disagreeing with each other is something different. Everyone sees things from their own perspective. Then it is good to listen to each other and to better understand each other’s intentions and to move forward together.
That is why Pope Francis has started the synodal process. In all parts of the Church, including in the parishes, conversations have started to listen to each other as believers, about our joy, but also about our pain regarding our faith, and the Church. If we don’t speak annoyed or angry at each other, but start by listening to each other, to each person personally, then we learn how heartwarming it is to believe and encourage each other and enrich each other. There we are again students who have been given to each other and are on the road together. “The fruits are known by the tree,” Jesus says. How nice if we listen to each other and let the good in others and in ourselves emerge in a safe atmosphere. Then we taste the kingdom of God. Then we experience the freedom of God’s children. Yes, if we really want to be disciples, if we really dare to walk with Jesus for a lifetime, then we can only grow in faith, hope and love as person and as community. The synodal process is not an end goal, but a life goal, which is achieved step by step if we only dare to be and remain real disciples. Amen

(c) Martin Los, pr
*) The sermon is in line with the Gospel of Sunday. Special attention and call to prayer for Ukraine in the introduction to the Mass, the intercessions, the Mass intention and the mission
**) Gospel of this Sunday-mass Luke 6:39-45

De schatten van de kerk

Preek op de 6e gewone zondag door het jaar 13 februari 2022 Houten

“Zalig jullie, armen want aan jullie behoort het koninkrijk van God” zegt Jezus tegen de menigte die van alle kanten is toegestroomd. Om het belang en de betekenis van deze woorden beter te begrijpen, moeten we weten, dat dit Jezus’ eerste toespraak is, die ons is overgeleverd. Hij heeft eerder al gesproken in de synagoge waar uiteraard alleen vrome Joden kwamen, hij heeft van af vissersbootjes een grote willekeurige menigte toegesproken. Allemaal inwoners van Galilea, bewoners van het platteland. Die toespraken vinden we niet terug in het Evangelie. Je zou die dus als een try-out of generale repetitie kunnen beschouwen. Nu is Jezus van de berg afgedaald, als een nieuwe Mozes, naar een vlak terrein waar veel mensen op hun gemak kunnen plaatsnemen. Voor het eerst zijn ook inwoners van de hoofdstad, Jeruzalem, erbij en van het Joodse land erom heen. Zelfs mensen van over de grenzen, uit Tyrus en Sidon. Voor het eerst zijn dus alle diverse bevolkingsgroepen aanwezig, in alle soort en smaken, stad en land en buitenlanders. Rijp en groen, rijk en arm. Een afspiegeling van hoe het hele volk van God er uit zou kunnen zien. Nú komt voor het eerst “het koninkrijk van God” ter sprake. “Zalig jullie armen, want aan jullie behoort het rijk van God”. Des te frappanter is het dat zodra het rijk van God ter sprake komt, de armen voorop gaan: “Zalig jullie armen, want aan jullie behoort het rijk van God”.
Jezus spreekt hier niet óver de armen, hij spreekt tót de armen: “Zalig jullie, armen”. Het is dus een ontmoeting. Jezus en de armen, oog in oog.
Wat zéggen ons deze eenvoudige waarnemingen? Ik zeg ‘eenvoudig’, want je hoeft geen theoloog of priester te zijn om dit te zien. Het zégt ons dat in het koninkrijk van God, het rijk dat Jezus verkondigt, de armen op de eerste plaats komen. Niet als een anonieme groep van mensen, over wie je spreekt en dan nog voornamelijk als een probleem of een last; nee, als personen mét wie je spreekt, met een naam en een gezicht.
We weten allemaal dat er een hemelsbreed verschil is tussen óver mensen en groepen spreken, en mét elkaar spreken. En vooral: naar elkaar luisteren. Want we vergeten vaak dat spreken met luisteren begint. “Zalig jullie armen, want aan jullie behoort het rijk van God”. Paus Franciscus benadrukt telkens weer dat oog hebben voor de armen en luisteren naar de armen de kern en het begin is van het koninkrijk van God. Want zegt Jezus. dat rijk behoort aan hen toe.
Dit besef is niet iets van de laatste tijd, maar is zo oud als de kerk. Ik moet denken van de heilige Laurentius. Hij leefde in de eerste helft van de 3e eeuw in Rome. Het was nog de tijd van de christenvervolging. De consul van Rome begeerde de schatten van de kerk in Rome. Laurentius beheerde als diaken het geld van de kerk dat uiteraard bestemd was voor de armenzorg. Laurentius antwoordde de consul dat hij  tijd nodig had om de schatten van de kerk te verzamelen. Ik geef je een etmaal.  Als ik ze dan nog niet heb, betaal je me met je leven, zei de op geld beluste magistraat. De volgende dag kwam Laurentius naar het stadhuis in het gezelschap van een grote menigte armen uit alle hoeken en gaten van Rome. De consul was verontwaardigd toen hij al die paupers zag. Hou je me voor de gek? Zei hij. “Edelachtbare consul, antwoordde de diaken: “dít zijn de schatten van de kerk”.
De armen zijn de ware schatten van de kerk omdat aan hen zoals de Heer zegt, het rijk van God toebehoort. Dus zal ieder die verlangt naar het rijk van God dicht bij hen moeten zijn en blij met hen moeten zijn.
Wanneer wij over de schatten van de kerk spreken bedoelen we meestal de kunst in de kerk en onze prachtige gebouwen die helaas leger en leger worden. Allemaal schatten waarvan het onderhoud zwaar op de begroting drukt. Wat we misschien als christenen vergeten zijn is dat de kerk niet alleen bestaat uit een mooi kerkgebouw en een verzorgde eredienst. Ze bestaat ook niet alleen uit overdracht van het geloof en de leer van de kerk door catechese, preken en artikelen in het parochieblad. Dat allemaal ook. Maar de kerk bestaat ook en in de eerste plaats uit liefde en respect en oprechte zorg voor de armen. Uit medeleven met hen.
Onze huidige paus gaat zelf eenvoudig gekleed en te voet over straat. Hij is vaak te midden van daklozen en gevangenen te vinden.  Daarmee verkondigt hij door zijn eigen voorbeeld dat het kerkzijn dáár begint. Wanneer we in onze eigen woonplaatsen weer een levendige gemeenschap willen scheppen, houdt hij ons voor, moeten we de wáre schatten van de kerk terug vinden, de armen aan wie het rijk der hemelen toebehoort, dat rijk  waar we zelf ook graag bij willen horen. Een kerk vol leven. Een kerk die het verschil maakt. Het gaat er dan niet alleen om dat we hen helpen in nood, zorgen dat niemand honger lijdt, door vrijwilliger te zijn bij de voedselbank of de schuldhulp- verlening, of de jongerenzorg en het buurtwerk. Het gaat erom dat we hun bondgenoten zijn, en dat we naar hen luisteren en van hen leren. Jezus die het begin en het hoofd van de kerk is leert ons de armen en gebrekkigen zien met zijn ogen, leert ons hen in de ogen kijken, ogen van liefde, blijdschap en ook van meelijden als we samen met hen soms machteloos staan. met tranen in de ogen.
Dit is geen moralistisch gepraat. Het is de uitnodiging van Jezus Christus om met zijn ogen te kijken en deel te nemen aan het bruiloftsfeest dat God, de Vader, aanricht voor de  Zoon in de gemeenschap van de Heilige Geest. Amen

© Martin Los, pr

Evangelie van deze 6e gewone zondag door het jaar: Lukas 6:17, 20-26
Afbeelding: Feestmaal met de armen, San Egidio Rome