Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer op donderdag 26 mei 2022 Mariakerk De Meern (Leidsche Rijn)
Jezus verschijnt na zijn verrijzenis verscheidene malen aan zijn leerlingen, zo horen we. Zo toonde hij aan hen dat hij leefde. De evangelist Lukas vertelt: Hij sprak met hen om te vertellen dat de Schriften over de Messias spraken, over diens lijden en sterven, over zijn verrijzenis, over de verkondiging aan alle volkeren en de bekering en vergeving van zonden in zijn naam” 1).
Dit is de reden waarom wij nog steeds een voorname plaats toekennen in de liturgie van de kerk aan de voorlezing van de Wet en de Profeten en de Psalmen. Dat zijn de Schriften waarover het hier gaat. Want Jezus is de Messias waar het volk van God eeuwenlang naar heeft uitgezien. Dat volk heeft vele beproevingen doorstaan. Slavernij, ballingschap, terugkeer. Het verlangen naar de komst van de Messias en de verlossing liet hen niet los.
De komst van Jezus in de wereld is het antwoord op dat verlangen en op dat lijden en op die eenzaamheid. We kunnen de weg van Jezus niet goed begrijpen zonder deze voorgeschiedenis. Hij komt daarin zelf op ons toe. Zonder deze voorgeschiedenis, zonder de Schriften, zouden we niet begrijpen waarom Jezus mens geworden is. Déze mens. Zonder de Schriften zou het ons ontgaan dat déze mens van wie de Wet en de Profeten getuigen, dat deze Jézus, óók het antwoord op het verlangen naar verlossing is van ons en heel de mensheid. Met Hemelvaart is dit geen gesloten boek. Jezus sluit dit boek niet. Hij opent het juist en legt de vinger bij alle teksten die van hem spreken.
De leerlingen stellen aan Jezus de vraag: “Heer, gaat u in deze tijd het koninkrijk van God herstellen?” Een logische vraag. Alles is volbracht. De Schriften zijn vervuld. Jezus is de Messias. Het rijk van God kan nu toch komen? De dood is overwonnen. Het licht heeft de duisternis verjaagd.
Jezus antwoordt: “Het is niet aan u dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld”. Het rijk van God dat komt, is geen zaak van berekening. De taak van de apostelen en van de kerk is overal en altijd door de Heilige Geest de boodschap van vergeving, bekering en verzoening te verkondigen. Zonder op de klok of kalender te kijken, Geen speculaties, geen hallucinaties.
Jezus vervolgt: “Jullie zullen kracht ontvangen van de Heilige Geest die over jullie komt om mijn getuigen te zijn”. De apostelen ontvangen de opdracht om aan heel de wereld Jezus als de Messias te verkondigen. Zonder enige vorm van eigen belang. Begeesterd én geduldig. Puur uit liefde voor de wereld. Zonder eigenbelang. Medelijdend met hen die lijden. Bedroefd met de bedroefden, verblijd met de blijden. Zo zullen ze door de Heilige Geest de harten winnen van de talloze mensen in de wereld die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en vrede.HDe vraag aan ons is: Wanneer wij verlangen naar God koninkrijk, komt dit voort uit ongeduld? Vinden we God we te traag? Zijn geduld te groot? Of herkennen we ons in Jezus als de goede Herder die de kudde alleen achter laat om het verloren schaap te zoeken.
Ik zag onlangs een tv serie over een advocaat die zei dat hij liever honderd schuldigen vrijspraak bezorgde dan dat er één onschuldige door zijn nalatigheid voor jaren achter de tralies kwam. Het is díe instelling. Die volharding. Die intensiteit.
Jezus wil dat we niet alleen naar zijn koninkrijk verlangen, maar dat we er zelf ook alles voor over hebben. Dat we net als onze Heer bereid zijn ons lijden te dragen en te volharden in het goede als we daardoor maar mogen bijdrage aan de komst van Gods rijk. De hemelvaart van Jezus betekent dat God hem die voor ons gestorven is, aan zijn rechterhand heeft gezet. Dat het oordeel over deze wereld in handen van de gekruisigde is gelegd. Dat is de eer die de Vader de Zoon bewijst. Dat is de heerlijkheid die Jezus toekomt. Dat is de hoop die ons voortdurend moed geeft en die onze harten sneller doet kloppen, zodat wij zelf ook weerstand kunnen bieden aan het kwade, de onbarmhartigheid, de gewetenloosheid die we ook in onze dagen victorie zien kraaien. Maar daar steekt het kruis een stokje voor.
Moge hemelvaart voor ons betekenen dat wij aan de rechterhand van God Jezus altijd zelf zien die zichzelf voor ons over heeft gehad. Hemelvaart betekent dan dat ook wij mogen delen in Gods eeuwig rijk, samen met allen die ons zijn voorgegaan. Dat we daar niet aan twijfelen. Intussen wijdt Jezus ons in door de Schriften die van hem getuigen. Het boek wordt niet gesloten. Het ligt open voor ons ogen. En Hij troost ons door zijn tegenwoordigheid in de sacramenten. Dan hoeven we niet te weten in welke tijd Gods rijk aanbreekt. Dan volstaat het vol verlangen te bidden zoals de kerk vanaf het begin heeft gebeden: “Maranatha”. Heer, kom spoedig. Amen.
Martin Los, pr
1) Eerste lezing in de eucharistie van Hemelvaart: Handelingen der apostelen 1:1-11
Tag archieven: getuigen
Hoop als medicijn tegen de onverschilligheid
Preek op het feest van de Hemelvaart van de Heer
Lieve broeders en zusters, overal over de hele wereld vindt geweld plaats, in allerlei vormen, burgeroorlog, terreuraanslagen, natuurgeweld, hongersnood, levensverslindende armoede. Omdat de wereld door de media en in het bijzonder internet steeds kleiner is geworden, worden we dagelijks geconfronteerd met lijden, pijn en verdriet van medemensen.
Daardoor dreigt onverschilligheid omdat we het niet aankunnen elke dag diep geraakt te worden door wat onze medemensen overkomt. Vooral ook het gevoel van onmacht en als gevolg daarvan een zeker schuldgevoel maakt dat we ons afsluiten voor wat verder weg gebeurt.
Maar telkens als we dichtbij worden opgeschrikt zoals door de wrede terreurdaad in Manchester voelen we een donkere wolk over ons heen hangen. Een schaduw valt over de mooie dingen die we doen, en de mooie momenten die we beleven. Ook over dit feest van de Hemelvaart van onze Heer.
Gisteravond werd bij de Europa League finale door voetballers, publiek en miljoenen kijkers stil gestaan bij de slachtoffers in Manchester. Ook bij dit feest van de Hemelvaart van onze Heer gaan onze gedachten naar hen uit.
Elk woord dat we horen over macht en koningschap in de lezingen en liederen van dit feest wordt aan de tand gevoeld door die onbegrijpelijke ten hemel schreiende gebeurtenis zoals in Manchester. Wat voor een macht, wat voor een koningschap is dit dat dit kwaad en geweld niet verhinderd wordt?
Het is een vraag die wij niet voor het eerst stellen. De vraag en de beproeving zijn er al zolang er mensen zijn die in God geloven. Eigenlijk is het ook de vraag die de apostelen bezig houdt: “Heer, gaat u in deze tijd het koningschap voor Israel herstellen?” *)
Eerst, aan het begin van hun roeping als vissers tot aan de vooravond van de kruisiging van Jezus hadden ze nog het idee gehad dat Jezus op weg was koning te worden in Jeruzalem. Ze hadden al geruzied over wie van hen deel uit zou mogen maken van de regering. Maar de Heer had hen geleerd dat wie de grootste onder hen wilde zijn dienaar van allen moest worden. Hij had het hen voorgedaan bij de voetwassing. En tegen Pilatus had Jezus geantwoord op de vraag of hij de koning was: ‘ja, koning ben ik. Maar mijn koninkrijk is niet van deze wereld’.
Na zijn dood en verrijzenis verschijnt Jezus aan zijn leerlingen als de levende. Hij verschijnt aan hen als de machtige die de dood heeft overwonnen. Dus geen gewone koning, maar veel meer dan dat. Daarom weer die vraag: ‘Gaat u nu het koninkrijk herstellen?’ Met andere woorden: U hebt er nu toch de macht toe. Wat kan u nog tegenhouden?
Jezus antwoord: ‘het is niet aan jullie de dag en het uur te kennen dat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld’. Jezus wil daarmee niet zijn apostelen betuttelen en dom houden. Maar ze zouden niet aan hun taak toekomen. Als ze het uur van de overwinning wisten, zouden ze al in een feeststemming zijn terwijl de wereld om hen heen nog vol was van het kwade. Of ze zouden op hun lauweren rusten en zelf niets meer doen.
Nee, ze moeten aan de slag. Ze mogen getuigen van Jezus in de wereld zijn. Ze mogen mensen door hun eigen hoop en inzicht en geloof een hart onder de riem steken en hen ook verzekeren dat het kwade niet het laatste woord heeft over de wereld en over het leven van ieder mens persoonlijk. **)
Het antwoord op de vraag van de leerlingen:
“Heer, wanneer gaat u het koningschap herstellen” is dat hij ten hemel wordt opgenomen voor hun ogen.
De hemel is Gods troon. Door zijn lijden aan het kruis en het offer van zijn leven uit liefde voor de wereld mag Jezus nu plaatsnemen in Gods regering. Het is een koningschap dat niet van deze wereld is. Dat wil niet zeggen dat het niets met deze wereld te maken heeft. Maar dat het verder gaat. Het is geen uiterlijk koningschap dat er voor zorgt dat ons niets meer overkomt. Het is een koningschap dat gaat over de bestemming van ons leven, over de zin en de betekenis van ons leven.
Jezus wil zijn koningschap niet buiten ons om laten gebeuren. Hij neemt ons in de arm. Hij schenkt ons zijn Geest. Hij wil ons laten delen in de overwinning op het kwade en de dood. Dat we geconfronteerd met het kwade in de wereld de strijd aangaan: niet moedeloos worden, maar aanstekelijk zijn door de hoop. Geen kwaad met kwaad vergelden, maar geleid worden door de liefde van Christus. Geen haat koesteren, maar vrede stichten.
Dat lijkt een lange weg, maar het is de enige weg die niet doodloopt. En we gaan die weg niet alleen, want Jezus schenkt ons zijn Geest om vol te houden. En hij is zelf dichter bij ons dan we vermoeden: ‘Zie ik ben met jullie tot aan het einde der wereld’.***)
De nood van de wereld mogen we steeds en terecht uitroepen voor God en Jezus. Elk moment van de dag. Niet voor niets beginnen we elk eucharistie met de smeekbede: “Kyrie leison, Heer ontferm u”. We moeten eerst onze ontzetting kwijt om het kwade in de wereld, voor we kunnen gaan luisteren naar het woord van God en het offer van Christus vieren tijdens de maaltijd van de Heer.
Maar we mogen zelf ook delen in die overwinning door ons met hart en ziel in te zetten voor een rechtvaardige wereld, door te proeven hoe goed het is als we hoop brengen, kwaad overwinnen met het goede. Dat is het beste medicijn tegen alle onverschilligheid dat ons immuun maakt voor het kwade om ons heen. Onverschilligheid die ons maakt tot toeschouwer van onze eigen wereld en ons eigen leven. Maar het geloof maakt ons tot burgers van het rijk der hemelen die in een wereld die vervuld is van het kwade het goede nieuws van Jezus Christus mogen brengen, niet het minst door ons eigen leven, inzet en betrokkenheid. Amen
(c) Pastoor Martin Los
In deze preek wordt geciteerd uit de 3 Schriftlezingen van deze Mis volgens het universele r.k. leesrooster voor zon- en feestdagen: *) 1e lezing Handelingen der Apostelen 1:1-11; **) 2e lezing Efeziërs 1:17-23 ***) Evangelie: Mattheus 28:16-20