Beproefd gezag

Homilie op de 4e zondag door het jaar op 31 januari 2020 in de Mariakerk en Willibrordkerk.

“Wat betekent dit toch? Een nieuwe leer met gezag. Hij geeft bevel aan onreine geesten en ze gehoorzamen Hem” 1)
In de afgelopen week werd ons land, met name, in de steden geconfronteerd met ernstige rellen.  Het geweld richtte zich tegen de samenleving op zich. Winkels werden geplunderd. Bezittingen vernield. Zelfs ziekenhuizen werden bedreigd. Maar het was vooral een confrontatie met de politie. Het wettelijk gezag. Welke duistere machten kropen uit hun schuilplaatsen tevoorschijn? Iedereen breekt zich het hoofd hierover. Deskundigen putten zich uit in verklaringen, maar zij gaven tegelijk aan dat er nooit redenen kunnen zijn voor dit soort geweld. Kritiek, vreedzame demonstraties, oké, maar plunderen, met stenen gooien naar de politie, slaat nergens op.
Kennelijk komen er in bepaalde situaties krachten los in mensen en in het volk die het gezag van overheid op de proef willen stellen.  Deze krachten lijken vooral boven te komen als de overheid vergaande maatregen moet treffen, zoals een avondklok. Dat is inderdaad een uiterste middel en voor zo kort mogelijke tijd. Dus juist als het gezag zich om voor iedereen duidelijke redenen doet gelden, komen blinde tegenkrachten boven om het gezag aan de kaak te stellen. De politie moet dan soms de wapenstok hanteren en raddraaiers arresteren om erger te voorkomen. Daardoor lijkt het alsof gezag uitoefenen en geweld gebruiken hetzelfde is en samen valt. Dat is natuurlijk een misverstand. Ja, dat is eigenlijk precies wat de tegenkrachten, wat de meute ons wil laten geloven: dat gezag gewelddadig is. En dat het daarom omvergeworpen moet worden. Men roept om vrijheid, maar veroorzaakt chaos en onvrijheid. We kunnen alleen maar hopen dat het gezag de overhand houdt, niet door bruut geweld maar door verstandig optreden en doordat het overgrote deel van de bevolking kalm blijft; en doordat de meeste mensen hun gezond verstand blijven gebruiken en het gezag erkennen.

U begrijpt het bruggetje naar de Evangelielezing. Toen Jezus in de synagoge van Kafarnaum uitleg van zijn leer gaf, was men zoals Markus zegt: “buiten zichzelf van verbazing over zijn leer want Hij leerde hen niet als de Schriftgeleerden, maar als iemand met gezag. En wat gebeurt? Juist als alle mensen onder de indruk zijn van het gezag waarmee Jezus spreekt ‘begon iemand die  in de macht was van een onreine geest te roepen: Jezus van Nazareth, wat hebt Ge met ons te maken. Gij zijt gekomen ons in het verderf te storten.  Dus waar echt gezag zich doet gelden, daar steekt ook verzet de kop op. Verzet. De geesten die een mens onvrij maken, in bedwang houden, op verkeerde gedachten brengen, verdeeldheid zaaien, en chaos te weeg brengen, zien zich in hun macht bedreigd komen. Zij komen in opstand.
Maar dan blijkt het ware gezag van Jezus. Hij straalt niet alleen gezag uit door zijn optreden in de synagoge. Hij gebruikt zijn gezag actief. Hij handelt door te spreken, door zijn woord dat vrij maakt: “Zwijg stil en ga uit hem weg” .
Op de eerste plaats blijkt het gezag van Jezus door zijn spreken over God aan de hand van de Schriften. Alsof God zelf sprak. De Schriftgeleerden in die dagen herhaalden eindeloos wat iedereen al wist. De mensen kenden de preken uit het hoofd. Ze wisten van te voren al wat er ging komen. Slaapverwekkend. Maar toen Jezus zijn mond opendeed en tot hen sprak, klonk zijn uitleg als nieuw. Een bron die verstopt was en opnieuw ging stromen. Maar nu ook het verzet tegen Jezus’s gezag de kop opsteekt, blijkt zijn gezag ook effectief: “Zwijg stil. Gaat uit van hem”.  En de onreine geest kan niet anders dan Hem gehoorzamen. Is dat ook niet op beslissende momenten onze eigen ervaring als we in de knoop zitten, dat het woord van Jezus ons op wonderlijke wijze tot rust brengt.
Jezus gezag, zijn autoriteit, is niet gebaseerd op de letter, maar op de geest. In Hem spreekt God tot ons. Daarom klinkt het steeds als nieuw en gezaghebbend.

Dat Woord gaat ook nu zijn gang en brengt veel tegenstand tot zwijgen. Wij zien dat lang niet altijd duidelijk, zeker niet als we met kwaad geconfronteerd worden. Vooral als we de geschiedenis bij voorkeur zien als een strijd tussen goed en kwaad, lijkt het kwaad taai en onoverwinnelijk, en het goede lijkt zo kwetsbaar en tijdelijk. Het gezag dat God uitoefent in de wereld, lijkt helemaal schuil te gaan achter de gebeurtenissen in de wereld, die ook allemaal uitgelegd kunnen worden zonder God. Dat is de moderne visie die gaandeweg algemeen geworden is. Zelfs als gelovigen aarzelen we om Gods macht aan te wijzen. Daarom is er geloof nodig. We kunnen door ons geloof niet precies aanwijzen waar God zijn gezag laat gelden. Maar wel dat Hij deze wereld niet aan haar lot overlaat en dat Hij ons mensen die op Hem vertrouwen nabij is. Ook in deze tijd van Corona en vele andere crisis. Crises die allemaal tegelijk lijken te komen en mensen bang kunnen maken en de hoop uitblussen. Daar waar Jezus Christus verschijnt, krijgen mensen weer hoop. Laten we daarom naar Hem luisteren. Laten we ons hart openen voor Hem. Laten we in gemeenschap met Hem leven, en met allen die het gezag van God herkennen dat ons altijd weer vervult van hoop en ons vrijheid schenkt. En innerlijke vrede, ook in moeilijke onrustige tijden. Amen

(c) Martin Los
!) Evangelie van deze 4e zondag door het jaar: Markus 1:21-28

Over autoriteit gesproken

Overdenking maandag in de 3e adventsweek
naar aanleiding van het Evangelie van deze dag: Mattheus 21:23-27

Lieve zusters en broeders, wij vragen ons denk ik af waarom de Farizeeën en Schriftgeleerden, zich zo terughoudend opstelden ten opzichte van Jezus. Zagen zij dan niet hoe bijzonder Jezus’ optreden was, de wonderen die hij deed, de heilzame woorden die hij sprak. Toch moeten we niet te hard oordelen over hen. Het is nuttiger om ons even in hen te verplaatsen. Zij waren de autoriteiten. Van autoriteiten mag je verwachten dat zij de samenleving behoeden voor personen die onder valse voorwendselen of met verkeerde intenties mensen voor hun karretje proberen te spannen, door hen te ontmaskeren voordat zij mensen die op hen hun vertrouwen stelden, diep teleurstellen of in hun val meeslepen.
Elke tijd kent charismatische leiders die door hun eigen roem verblind, buiten hun schoenen gaan lopen en zich menen meer te kunnen permitteren dan gewone mensen. Bureaucratische leiders die zich slaafs aan de regels houden, zijn ook geen echte idele leiders. Maar charismatische leiders verdienen dat we hen niet kritiekloos volgen, omdat helaas bij hen narcisme op de loer ligt alsof alles om hen draait.
Het is dus niet zo vreemd dat de Joodse autoriteiten enigszins terughoudend stonden ten opzichte van Jezus. Jezus zelf waarschuwt voor valse messiassen die zich zullen opwerpen in tijden van nood en beproeving.
Dat de Joodse autoriteiten als een soort keurmeester optreden is niet wat Jezus hen verwijt. Maar wel dat zij als autoriteiten – juist zij – hem niet herkennen als de Messias.  Zij zouden de eersten moeten zijn als gezaghebbende personen. Waant zij ontlenen immers hun gezag aan de levende traditie. Zij hebben door de overgeleverd kennis en wijsheid toch voldoende in huis om echt van onechte te onderscheiden. Daarom gaat Jezus niet in op hun vraag: “welke bevoegdheid hebt ge om dit te doen?“ Hoe kun je aan een blindgeboren uitleggen wat kleuren zijn?
Tegelijkertijd geeft hij hen als autoriteiten een raadsel op: “met welke bevoegdheid doopte Johannes de Doper?” als jullie daar een antwoord op kunt geven, zal ik vertellen met welke bevoegdheid ik doe wat ik doen”
Ze overleggen bij zichzelf: als we zeggen “van de kant van de mensen” zal het volk zich tegen ons leren want zij houden Johannes voor en profeet. Zeggen we van de kant van God, dan zal Jezus zeggen: waarom heb je hem dan geen geloof geschonken”. In het eerste geval vrezen zij hun autoriteit in de ogen van het volk te verliezen. Dat kan natuurlijk niet, want als een autoriteit zijn autoriteit verliest is het geen autoriteit meer. Maar in het geval dat zij zeggen: Johannes handelde van Godswege, dan zouden ze dus als autoriteiten moeten zeggen: Johannes was een van God gezonden. Dat zou dus voor hen juist reden moeten zijn om Johannes te erkennen en dus ook Jezus die hij had aangewezen.
Dus Jezus valt niet op een goedkope manier het gezag – of elke vorm van gezag af – zoals vele revolutionaire figuren en volksmenners en anarchisten doen.
Wat Jezus duidelijk maakt en de Joodse autoriteiten verwijt dat zij niet als autoriteiten optreden zoals ze zouden moeten en gezien hun positie ook zouden móeten.
Bidden we dat ook in onze tijd autoriteiten zichzelf niet voorop stellen, maar hun autoriteit gebruiken om wat boven hen staat en wat van God komt te onderscheiden en te respecteren. Zij dienen daardoor de samenleving en vergrootten hun autoriteit.
En laten wij als samenleving die niet zonder autoriteiten kan, het vermogen ontwikkelen om waarachtig gezag te herkennen en te erkennen.  Amen

(c) Martin Los, pastoor