Afscheidspreek

in de pastorietuin van de Willibrordkerk in Vleuten op 3 juli 2022

“De oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig” (Lukas 10:1-9) 1). Het zou een actuele wervingscampagne kunnen zijn op reclameborden en sterspotjes. Op alle gebieden is er gebrek aan personeel. Rijen vakantiegangers voor de security op Schiphol, maar medewerkers zijn er weinig. Tijdens de coronacrisis blijken veel mensen naar ander werk te zijn gaan zoeken. Ook de kerken lijden eronder dat niet iedereen nog de weg terug heeft gevonden. Sommigen hebben misschien een andere invulling aan hun leven gegeven, zoals dat zo fijntjes klinkt.
“De oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig. Bidt tot de Heer van de oogst dat Hij arbeiders stuurt om te oogsten” zegt Jezus. Hij is gekomen om de mensen deel te geven aan het rijk van God, om mensen gelukkig te maken, om iedereen de vrijheid te geven zijn of haar leven in te richten op een manier waarin mensen samen tot hun recht komen.
Heeft Jezus zich vergist? Loopt zijn missie uit op een mislukking en blijft het rijk van God steken in goede bedoelingen? Zoals het kabinet en het parlement vaak doortastende plannen maken en wetten uitvaardigen, maar de uitvoering blijkt onvoldoende doordacht.

De mythe van Midas
Nee, het rijk van God kent geen vacatures. “Het is midden onder u” zegt Jezus op een andere plaats. Maar lang niet allen weten dat het voor hen bestemd is. En dat ze op hun manier allang deelnemen. Velen denken dat de boodschap van het rijk van God bedoeld is voor en door hele vrome mensen. Een exclusieve club, die dat ook niet kan waarmaken gezien de zwarte bladzijden. Nee, het rijk van God is present en het gebeurt op allerlei manieren, maar we zoeken het waar het niet te vinden is: in het volmaakte en perfecte.
Het doet denken aan het verhaal van de legendarische koning Midas uit de oudheid. Omdat hij een ondeugende sater gered had mocht hij van de goden een wens doen. Hij verlangde onmiddellijk, zonder de consequenties te overzien, dat alles wat hij zou aanraken in goud zou veranderen. Aldus geschiede. Toen hem het ontbijt gebracht werd en hij het brood aanraakte,  veranderde het op slag in goud. De wijn in de beker die hij pakte, veranderde op slag in goud. Toen zijn zoontje op hem toe rende om hem te begroeten, schrok hij en weerde het af uit vrees voor de consequenties, maar het leed was al geschied. Het was niet zo dat Midas nog rijker wilde worden. Hij was al schatrijk als koning. Hij wilde dat alles in zijn rijk onaantastbaar, glanzend en volmaakt  was. Toen alles wat hij aanraakte in goud veranderde begreep hij dat de gewone alledaagse wereld met zijn beperkingen en tekortkomingen de echte menselijke wereld was. Hij waste zijn gave snel weer af in een geneeskrachtige rivier. Nee, juist het gewone alledaagse is het bijzondere. Met alle tekortkomingen. Daar waar echt contact mogelijk is, en daar waar we kwetsbaar en aanraakbaar zijn. Daar gebeurt het wonder van het leven en samenleven met elkaar. Daar opent zich, zeggen wij christenen, het rijk van God. Maar hadden we daar oog voor als kerk? Vaak gebeurde het tegenovergestelde gebeurde. Dan miste ik plotseling mensen in de gemeenschap. Wat bleek. Er had een scheiding plaatsgevonden, of er was armoede  ingetreden, er waren schulden of men zat met zichzelf in de knoop. Alsof de echte geloofsgemeenschap  bestaat uit allemaal mensen die goed met zichzelf voor de dag konden komen. Alsof de kerk een soort Facebook community is waar je alleen je gelukkige momenten toont. Maar dat is de kerk en de boodschap van het rijk van God van Jezus op zijn kop.

Veldhospitaal in oorlogstijd
Paus Franciscus heeft dat heel goed gezien toen hij kort na zijn aantreden de kerk voorhield hoe ze werkelijk zou moeten zijn:  een veldhospitaal in oorlogstijd. Slachtoffers verplegen, wonden verzorgen, lijdenden troosten. Niet vragen naar afkomst of verleden of geaardheid, maar iedereen omarmen en hulp bieden aan ieder die het nodig heeft. De liefde van God verkondigen en zelf waarmaken naar elkaar en onze medemensen. De kerk is geen sociëteit van geslaagden. De sacramenten zijn geen bewijs van goed gedrag, maar teken oprecht verlangen naar Gods barmhartigheid,  naar aanvaarding van onze menselijke tekorten, naar vrede en gerechtigheid. God is mens geworden vieren wij in de kerk. Juist als we zelf op onze zwakheden stuiten en als we geconfronteerd worden met onze persoonlijke en collectieve schaduwzijden vieren we Gods barmhartigheid.
Wat zou het mooi zijn als we zo kijken naar de gemeenschap van volgelingen van Jezus: als een veldhospitaal. Een kerk die niet naar de statistieken van de  kerkbezoekers kijkt, maar waar mensen die uit de drukte van hun bestaan hun toevlucht zoeken bij God en bij Jezus. Mensen die zich herkennen en getroost voelen in de rijkdom van oeroude woorden en verhalen die ons zijn overgeleverd en die eindeloze inspiratie bevatten. Misschien alleen maar op bepaalde keerpunten in hun leven. Ik kom zoveel respect voor het Evangelie en de kerk tegen bij mensen die misschien weinig de kerk van binnen zien, maar ze zijn blij dat er een plek is waar God ter sprake komt. Die hopen dat het waar is wat de kerk verkondigt. Die delen in het visioen van het rijk van God waaruit zij leeft. Allemaal bondgenoten.

Tenslotte
Als priester en pastoor heb ik heel lang op dezelfde plek mogen pastoreren., gesteund door een geloofsgemeenschap die de moed toch nooit opgaf en de liefde voorop stelde. Een warm bad. Ook voor mij. Ruim twee generaties lang. Zo heb Ik heb ingrijpende veranderingen meegemaakt in dit gebied dat van twee dorpen in een stad veranderde. Tijd van grote veranderingen in de kerk en in de maatschappij. Telkens mochten we samen de opdracht van Jezus Christus aan zijn apostelen in praktijk brengen en de mensen verkondigen: het rijk van God is nabij! Vandaar ook symbolisch de laatste tien jaar elke twee jaar een Openluchtmis op openbare plekken om te laten zien dat het rijk van God voor iedereen is. “Zorgzaam en zichtbaar” zo noemden we ons pastorale beleid.
“De oogst is groot. Maar arbeiders zijn er weinig”.  Een foute berekening in de uitvoering? Nee, het rijk van  God stokt niet in de uitvoering. Het is Gods initiatief. Het is door niets tegen te houden en het gebeurt overal, maar we moeten er oog voor hebben en zelf ontvankelijk voor zijn. We zijn “een nieuwe schepping” zegt de apostel Paulus in zijn brief.
Ik ben God dankbaar voor mijn roeping. Ik wil op deze bijzondere dag iedereen bedanken die mij geholpen heeft mijn missie te volbrengen
Lieve zusters en broeders: Ik heb mijn best gedaan. Bijgestaan door de Heilige Geest en door u allen. Gelukkig kan ik erbij zeggen dat ik het geloof heb bewaard. Ik ben heel blij dat de aartsbisschop onmiddellijk een opvolger aanstelde: pastoor Peter Ambting. Dat maakt het afscheid minder weemoedig en zwaar . Ik ben dankbaar dat ik mag meemaken dat de parochie ook nu vitaal is en bloeit. En zich inzet voor mensen in nood, zoals de vluchtelingen die elke week gastvrij ontvangen worden. Een huis van God waar iedereen welkom is ongeacht verleden of afkomst, huidskleur of geaardheid. Ik wens u alleen veel zegen voor de toekomst. Om het met de parochieslogan te  zeggen: blijf ‘zorgzaam en zichtbaar’. Dank u wil. Amen

Martin Los, emeritus pastoor parochie Licht van Christus

1) De schriftlezingen voor deze afscheidsviering waren de gewone lezingen voor deze zondag volgens het universele rooster van de r.k. kerk: Evangelie van de 14e reguliere zondag door het jaar: Lukas 10:1-9


Homilie op de 3e Adventszondag 12/13 december 2015 in de Mariakerk De Meern

voorgeschreven Schriftlezingen voor deze 3e Adventszondag uit het universele  r.k. leesrooster voor zon- en feestdagen: 1e lezing Sefanja 3:14-18; 2e lezing: Filippenzen 4:4-7; Evangelie: Lukas 3:10-18

“Verheug u” klinkt het door deze Mis heen. “Verheug je” dat lijkt in deze tijd niet tegen dovemans oren gezegd. Het Sinterklaasfeest was nog niet voorbij, of iedereen stond in de startblokken voor de voorbereiding op het Kerstfeest.
Wie zegt dat mensen tegenwoordig niets meer met elkaar hebben, kijkt echt niet goed uit de ogen. Want Sinterklaas en Kerstmis zijn duidelijke tekenen van menselijke behoefte aan saamhorigheid, gedeeld vreugde en gezelligheid.
De grootwinkelbedrijven hebben dat heel goed begrepen. Dat ze er van willen profiteren kunnen we ondernemers niet kwalijk nemen.
Wie verongelijkt in een hoekje pruilt dat de samenleving individualistisch is geworden, kan nog wel iets van de winkeliers leren die weten dat mensen willen vieren.
Maar echt niet alleen van hen kunnen we leren. Als je ziet hoeveel mensen zich als vrijwilligers inzetten voor anderen, dan wrijf je je ogen uit.
Dat is op allerlei gebied zo. Ook onze parochie mag zich verheugen in honderden vrijwilligers, de leden van de koren niet eens meegerekend.
Laatst bleken zich in de stad Utrecht meer vrijwilligers aangemeld te hebben om vluchtelingen te helpen, dan er vluchtelingen waren. Uit niets blijkt dat mensen in onze tijd geen behoefte hebben aan contact.
Uit niets blijkt dat mensen niet bereid zijn iets voor anderen te doen. Het Sinterklaasfeest en het Kerstfeest zijn een feestelijke symbool hiervan. En als Kerst net voorbij is dient Carnaval zich alweer aan.

Maar er is ook een problematische kant aan de opeenvolging van feesten als Sinterklaas en Kerstfeest in onze tijd. Juist als het gaat om de behoefte om echt contact. Deze feesten gaan bijna naadloos in elkaar over. Dat is een teken van een algemeen verschijnsel in onze tijd. We leven van event naar event. Voor het gewone, alledaagse leven, lijkt steeds minder ruimte.
Je moet het leven vieren, hoor je van alle kanten.
De opeenvolging van feestelijk momenten in de samenleving zie je ook in de gezinnen en relaties. Wie het zich kunnen veroorloven leven van vakantie naar vakantie, en van uitje naar uitje.
Het gewone leven, de alledaagse omgang met elkaar lijkt daardoor zijn betekenis en glans te verliezen.
Dat is echt een reëel probleem.  Want het leven bestaat nu eenmaal voor het grootste deel uit wat gewoon en alledaags is.
Ook in de menselijke relaties ervaren we die neiging van alles een topervaring te maken. Huwelijken staan onder druk omdat elk moment tussen man en vrouw in hun ogen een hoogtepunt zou moeten zijn, sociaal, sexueel en spiritueel.
Het risico is dat je dan al snel teleurgesteld raakt in elkaar, en denkt dat je je vergist hebt.
Trouwens in de kerk komen we ook deze trend tegen, dat elke viering een nieuw hoogtepunt moet zijn. Een ware happening. Een gewone zondag is te gewoon.

koningmidas2015

Koning Midas verandert alles in goud

Wat ik hiermee wil aangegeven is dit. Als we in onze behoefte aan gemeenschap er teveel nadruk op gaan leggen dat elk moment eigenlijk een feest moet zijn, dan blijven we op den duur met een kater zitten.
De bekende mythe van koning Midas maak dit duidelijk. Omdat Midas iemand gered had, mocht hij van de goden een wens doen. Dat doet hij. Hij wenst dat alles wat hij aanraakt in goud verandert. Zo gebeurt het. Eerst is dat mooi. Wat hij aanraakt verandert in goud. Maar als hij wil gaan eten, verandert ook de druif die hij pakt goud. Ook het brood verandert in goud. Hij begint enorm honger te lijden. Ook zijn kind verandert in goud. Hij wordt eenzaam.
Niet goud, maar juist het gewone en alledaagse blijkt het nodigste te zijn voor zijn leven. Dagelijks brood, contact met gezin. Maar dat is onbereikbaar geworden. Want alles moest glanzen en werd zo ongenaakbaar.

Ziet u wat ik bedoel. Als we het gewone niet meer waarderen en alles een feest moet worden, dan beginnen we honger te lijden. Want juist het gewone, het soms saaie hebben we nodig om te kunnen leven. En om het leven met regelmaat echt te kunnen vieren.
Als alles top moet zijn, bereiken we ook elkaar niet meer. Dat is in het huwelijk en gezin zo, ook in de kerk en de samenleving.
Off-days zijn geen teken dat we niet echt leven, maar dat we even tempo moeten minderen. Saaie dagen en momenten van lummelen zijn geen verloren tijd. Ze zijn ons leven. We hebben ze nodig. We hebben ze nodig, juist ook om het leven op juiste waarde te schatten en te kunnen vieren.

kerststalikoon2015Hier raken we aan de boodschap van het feest van Christus’ geboorte waar we ons op voorbereiden. Het feest van Gods nabijheid. Want wat vieren we? Wat is de reden van onze vreugde? Dat God mens is geworden. Niet als een schitterende held die regelrecht uit de hemel neerdaalde in een spetterende vertoning.
Die nabije God werd geboren als een klein weerloos kind. Gewoner kan het niet. In een stal. Alledaagser en armoediger kan het niet. Zo wordt het gewone tot een paleis.

“Verheugt u” klink het door de hele viering op deze 3e adventszondag want het Kerstfeest is nabij. “Verheug u” zegt de profeet Sefanja tegen Gods volk.
“Verheugt u” roept de apostel zijn medegelovigen toe Dat is geen opdracht om voortdurend te zoeken naar nieuwe hoogtepunten en elk moment feest te vieren. “Verheug u” slaat juist op wat gewoon is. God zich ontfermt zich over zijn volk in al zijn armoedigheid. Dat is reden tot vreugde, zegt de profeet Sefanja.
En de apostel Paulus roept de gelovigen op zich te verheugen, telkens opnieuw, omdat God nabij is. Nabij in ons alledaagse bestaan.

We worden opgeroepen verheugd te zijn omdat God het gewone niet geminacht heeft, maar heeft uitgekozen als zijn plaats onder ons. Dat is reden om verheugd te zijn.
En daarom kunnen we in het dagelijks leven elkaar nabij zijn, vriendelijk zijn.
Kijk, waar dat gebeurt, waar mensen vriendelijk zijn voor elkaar, hoeven we niet van feest naar feest en van event naar event te leven, om uiteindelijk onbevredigd te blijven, teleurgesteld in elkaar. Met het katterige gevoeld dat we elkaar als mensen niet meer kunnen bereiken, zelfs in de intiemste relaties.
Waar we vriendelijk zijn, met innerlijke vrede omdat God nabij is en in onze harten woont, van ons zo gewone mensen, daar ervaren we het leven zelf als mooi en de moeite waard.
Dan hebben we ook alle reden om op bepaalde momenten feest te vieren met elkaar , ook en juist het Kerstfeest. Als we alleen feest vieren omdat we alleen feesten nog de moeite waard vinden, is het gauw afgelopen met de pret.
Laten we ons voorbereiden op het Kerstfeest vanuit die blijdschap dat God zijn neus niet opgehaald heeft voor ons gewone leven, Hij is één met ons is geworden. Een met ons opdat wij het gewone als geschenk van God ervaren, elk moment, opnieuw. Amen

© Martin Los, pastoor met dank aan Eva Illouz voor de mythe van Midas in verband met menselijke relaties