Zorg voor de ziel

Preek op de 16e zondag door het jaar op 21 en 22 juli in de Mariakerk en Willibrordkerk

“Jezus voelde medelijden met hen want zij waren als schapen zonder herder” 1).
Vorige week hoorden we hoe Jezus zijn leerlingen erop uit zond om de mensen op te roepen tot een ommekeer en een nieuw leven te beginnen. Ze moesten ook de zieken genezen. De Heer zond hen als boodschappers voor zichzelf uit om de harten van de mensen voor te bereiden om hemzelf te ontvangen.
Twee aan twee zijn de leerlingen op weg gegaan. Ze hebben de boodschap van Jezus verkondigd in de dorpen en de steden. Nu zijn ze teruggekeerd. Vol verhalen over wat ze meegemaakt hebben. Moe van alle inspanning die ze hebben gedaan. Want ze hadden alles natuurlijk te voet moeten doen en ze hadden helemaal niets bij zich.
Heel zorgzaam nodigt Jezus hen uit om met hem in een boot te stappen en zich even terug te trekken op een stille plek en uit te rusten.
Onze Heer is geen slavendrijver die zijn dienaren uitput. Hij gunt hen de rust die ze nodig hebben om tot zichzelf te komen en hun ervaringen te verwerken.
In onze moderne vierentwintiguurseconomie is er nauwelijks nog plaats voor rust. In elk geval zijn er weinig gemeenschappelijke rustmomenten. Gemeenschappelijke events waar duizenden aan deelnemen zijn er genoeg, maar gemeenschappelijke momenten van stilte en rust niet meer. De zondag – ooit de rustdag voor iedereen – heeft zijn karakter verloren. Velen zijn daar niet rouwig om. Men voelt het als bevrijding omdat de zondag door de Calvinistische ernst in ons land als beperking werd ervaren, een dag zonder plezier. Maar zo was de zondag als dag van de verrijzenis niet bedoeld.
Zoveel mensen leven in onze tijd gejaagd. Een burnout is een alledaags verschijnsel geworden, zelfs al onder jongeren. De druk op ons allen die deel uit maken van de samenleving is groot. Omdat we het zo gewend zijn, weten we vaak niet beter. Maar als we dan even op vakantie zijn ervaren we de rust die we anders zo vaak missen en eigenlijk zo nodig hebben om geïnspireerd en creatief te blijven.
De ziel van mensen vraagt om rust en bezinning. Maar omdat ze niet zichtbaar is zien we haar gemakkelijk over het hoofd, luisteren niet naar haar wensen. Anders dan de materiele werkelijkheid en geld waar de economie om draait. Die is zichtbaar.
Is onze ziel – dat mysterie dat we zelf zijn – niet veel belangrijker? “Ja” zal iedereen zeggen om vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag, de overvolle agenda’s.
Jezus wil de hoeder zijn van onze zielen. Daarvoor is hij in de wereld gekomen. Daartoe heeft hij zijn leerlingen naar de dorpen en de steden gezonden. Daartoe heeft hij ook óns geroepen en geraakt en onder de mensen gezonden. Maar juist omdat hij als geneesheer voor onze zielen is gekomen, schenkt hij zelf rust. Hij overvraagt ons niet. Ja, we mogen zelfs vanuit de rust beginnen. Als teken daarvan is de zondag voor ons, christenen, nog steeds de eerste dag van de week. In plaats van de laatste dag en onderdeel van het weekend. Voordat we op maandag aan de slag gaan, beleven we de vergeving en verzoening en verrijzenis die we op de zondag vieren. We hoeven niet volmaakt te zijn, en God richt ons steeds weer op als zijn kinderen. Wat een rust!
Waar geen rust is, is geen mogelijkheid tot bezinning. En bezinning is wezenlijk voor ons mensen, omdat we geen machines zijn, maar een ziel hebben, ja, een ziel zijn. We hebben bezinning nodig om te ontdekken wie we zijn, of we op de goede weg zijn, wat de belangrijkste waarden in ons leven zijn. Luisteren naar de stem van ons eigen hart. Misschien horen we daardoor dan wel de stem van God.
Ik moet altijd denken aan de koeien in de wei die nadat ze hun buik gevuld hebben met gras, gaan liggen en het gras opboeren en herkauwen. Zo moeten wij als het ware onze ervaringen, herinneringen, opnieuw doordenken, erover mijmeren om eruit te halen wat voedsel is voor ons ziel.
Wanneer we tot rust komen, hebben we niet alleen de mogelijkheid om naar ons eigen hart te luisteren, maar ook hebben we dan de tijd om echt naar anderen te luisteren. We hebben echt dringend mensen nodig die goed kunnen luisteren. Niet alleen professioneel, maar gewoon in ons leven van alledag. Wat een zegen als er iemand is in de familie, op het werk, in de gemeenschap bij wie je een luisterend oor vindt. Juist als geloofsgemeenschap mogen we een luisterend oor voor elkaar zijn. Daar zouden we in onze omgeving bekend om moeten staan.
De leerlingen van Jezus die hij uitgezonden had, hadden door hun boodschap het verlangen bij een grote menigte van mensen gewekt. Ze wachten niet af tot hij kwam. Ze kwamen in drommen naar Jezus toe. Ze wisten hem zelfs te vinden toen ze met een scheepje naar een eenzame plaats waren gevaren. Ze waren er zelfs al eerder, vertelt Markus.
“Jezus voelde medelijden met hen want zij waren als schapen zonder herder”. Wat moet het moeilijk geweest zijn voor Jezus. Wéten wat er in de harten van de duizenden mensen leefde, wéten wat iedereen nodig had, weten dat Hijzelf ieder kon geven wat elke mens nodig had. De liefde van God. Een leven vol genade. Een leven dat niet gedomineerd wordt door druk en stress, maar door de wetenschap dat je een kind van God bent en je gerust kunt zijn.
Maar zouden de mensen zijn boodschap aanvaarden en begrijpen? Zouden ze Hem volgen als zijn liefde Hem tot het uiterste dreef en Hij zijn leven gaf uit liefde voor de wereld. Steeds weer lijken grote groepen mensen te kiezen voor leiders die spierballen tonen en opscheppen, maar verwarring en verdeeldheid zaaien. Maar de ware herder geeft zijn leven voor de schapen. Zullen ze hem herkennen?
Maar ook Hijzelf vond steeds de rust. Bij zijn hemelse Vader. Die zou hem niet in de steek en die zou zijn missie niet laten doodbloeden. Hij vertrouwde dat de Vader de Heilige Geest zou zenden om zijn leerlingen zijn zending voor te laten zetten: rust en verkwikking schenken aan de zielen van de opgejaagde mensen. Wat fijn als we dat zelf ervaren. Op adem komen bij Jezus en bij God. Wie weet mogen we daardoor ook herder zijn voor elkaar en voor deze wereld. Amen

(c) Pastoor Martin Los
1) Evangelielezing volgens het universele r.k. leesrooster van deze zondag: Markus 6:30-34
Afbeelding: http://www.boerengroep.nl/lekker-buiten/koe-in-de-wei/

Ze bewaarde al deze woorden in haar hart

Homilie tijdens de eucharistie b.g.v. de tijdelijke professie van zr. Marie Madeleine op zaterdag 3 februari 2018 in de kapel van het monasterium van de Sacramentinen in Halle B.

Eerwaarde moeder overste en medezusters, collega priesters, ouders en broers van de novice, geachte genodigden en andere aanwezigen, lieve zr. Marie Madeleine,
nadat de herders waren gekomen om het kind Jezus te vinden in de kribbe en vertelden wat ze van de engel hadden gehoord ‘bewaarde Maria bewaarde al deze woorden in haar hart.’ 1)
Speciaal vanwege deze woorden heb jij dit Evangelie voor deze viering uitgekozen. Als je goed naar deze woorden luistert, dan wordt je zelf stil en hoor je als het ware Maria luisteren naar haar eigen hart. Naar de woorden die ze daar hoort. In dat hart waaronder kort te voren nog haar kind lag in haar schoot. Het woord van God dat vlees geworden is. Dat kind ligt nu in de kribbe, ze voedt en kleedt het. Over veertig dagen zullen ze hem in de tempel aan God toewijden. Na de geboorte van haar kind blijft haar hart vervuld met wat over dit kind gezegd wordt. Zo groeit ze in geloof in het mysterie dat God in de wereld gekomen is om de mensheid te verlossen.
Zo ziet ze haar kind opgroeien en overweegt ze “het geheim” dat ze in zich draagt. Dat ze de gezegende onder de vrouwen is. Daardoor groeit ze ook in besef dat ze zelf een echt kind van God is. Ze klopt zichzelf niet op de borst. Maar ze overdenkt wat er gebeurt als een groot mysterie. Ze groeit mee. Daardoor is ze op belangrijke momenten bij haar Zoon, in zijn leven, lijden. Ze is bij de apostelen na zijn verrijzenis en als de Heilige Geest wordt uitgestort over allen. Wie dicht in de buurt is van Maria is dicht in de buurt van de Heer. Zo is zij voor ons de verpersoonlijking van de wijsheid die zoals het Spreukenboek zegt: van voor de schepping voor Gods aangezicht speelt en hem eeuwig vreugde geeft. 2). Een van haar titel is:  zetel van wijsheid.

Lieve zr. Marie Madeleine, als jij je nog jonge leven overziet – je bent geen kind meer, maar een volwassen vrouw – dan zul je ook verwonderd zijn over de weg die God met jou gaat. Het feit dat je vandaag hier je tijdelijke professie doet, is beslist geen resultaat van carrièreplanning. Je hebt gaandeweg een roeping gevoeld, waarvan je eerst nog niet wist wat het was – dat het een roeping was – en toen je zelf tot die ontdekking kwam, was het nog maar de vraag of anderen die roeping in jou herkenden en erkenden. Dat is allemaal, ook tot je eigen verwondering positief uitgevallen. En je bent echt met je roeping meegegroeid. Door je eigen ontwikkeling, je liefde voor de kerk en voor de liturgie. Eerst in Leerdam, daarna wat meer op eigen benen in Leidsche Rijn/Vleuten/De Meern. En vooral hier in het Monasterium kon je roeping zich verder ontwikkelen. Na drie jaar voorbereiding en zorgvuldig overwegen ben je nu gereed om je tijdelijke professie te doen. Je hebt je daar de laatste maand heel bewust in stilte op voorbereid. Dagelijks heb je mij je meditaties naar aanleiding van de teksten die je ter overweging waren gegeven, gemaild. Vervuld van het mysterie van je roeping heb je alles overdacht. Geluisterd naar de stem van je hart die alle woorden overpeinsde zoals Maria. Zo ben je toegeleefd naar deze dag, begeleid door de gebeden van de je medezusters, de geloofsgemeenschap hier, door je ouders en vele anderen.
Dat mediteren van het grote geheim van God die jou roept tot dit religieuze leven, met je eigen volledige instemming, is na vandaag niet afgelopen. Alsof je geslaagd bent voor iets. Het is een oefening geweest en voorbereiding op een verder leven met dat geheim.
Je verbindt je aan de congregatie en je medezusters die hetzelfde geheim in hun hart koesteren, tot een leven dat helemaal in dienst wil staan van het mysterie van Christus’ aanwezigheid in de eucharistie en het Allerheiligst sacrament vervuld van liefde voor Maria niet van de zijde van haar Zoon week.
De geloften die je aflegt, van armoede, gehoorzaamheid en zuiverheid, – en die je goed hebt overwogen en geoefend de afgelopen tijd zijn bedoeld om je helemaal te richten op de liefde van de Heer. Armoede die maakt dat je zonder zorgen bent, maar in God en de navolging van Jezus je onuitputtelijke rijkdom vindt. Gehoorzaamheid, die maakt dat jouw wil ontlast wordt waardoor je alle tijd krijgt om het geheim van de Heer in je hart en in ons midden als bron van vreugde en zin van je leven te beleven en opgewekt en dienstbaar te zijn. En de zuiverheid is niet een afwijzing van andere mensen, maar stelt je in staat juist door de band van liefde met Christus open te staan voor alle mensen, door voor hen te bidden op een volstrekt belangeloze wijze.
Het ligt allemaal besloten in wat Lukas zegt over Maria: “die al deze woorden bewaarde in haar hart”.

Maria wordt met vele titels geëerd. Eén hoorden we zo-even al: zetel van wijsheid. Een andere titel is: Ark van het verbond. In de ark in het heiligdom van de tempel werden de tien geboden bewaard, de woorden waarmee God een verbond met zijn volk sloot.
Maria bewaarde ook het Woord van God in zich als het Kind in haar schoot en daar alles wat over hem gezegd werd te bewaren in haar hart.
Die ark was van hout. Een houten kistje. Maar het hout was met goud bekleed. Van buiten en van binnen. Waarom was het eigenlijke materiaal van de ark van hout, en niet bijv. Marmer of puur goud? Hout komt van een boom. Een boom groeit.
Als wij de woorden van God in ons hart bewaren en eruit leven, groeien we als kinderen van God. Geloof is niet star en statisch, maar doortrokken van leven. Goud aan de buitenkant wil zeggen dat het geheim niet kan worden aangetast door bederf zoals goud niet kan roesten en vergaan. En van binnen is de ark bekleed met goud om te zeggen dat ze ook niet aangetast kan worden door wat binnen in een mens is aan verkeerde gedachten. Je wordt innerlijk steeds vernieuwd en gezuiverd door te luisteren naar het Woord dan in je is.
Moge jij, zr. Marie Madeleine zo een blijde zuster en een vrolijk kind van God zijn. Moge jij groeien en bloeien in je roeping en tot heil en zegen zijn van velen door je biddend luisterend leven. Moge je zich welkom voelen in deze gemeenschap van de Sacramentinen in Halle, die zich toeleggen op altijddurende aanbidding van de Heer in het Heilig Sacrament en de devotie tot Maria die daarmee verbonden is. Geloofd zij onze Heer Jezus Christus. Amen.

© Martin Los, pastoor

1) Evangelielezing in de eucharistie b.g.v. de professie: Lukas 2:15-19
2) 1e lezing: Spreuken 8:22-31
3) zr. Marie Madeleine,