Preek op de 2e zondag in de Veertigdagentijd in de Mariakerk en Willibrordkerk 12 maart 2017
Lieve zusters en broeders, meestal trok Jezus zich, als de avond gevallen was, even terug om te bidden. Een stil uur voor zichzelf, een moment van bezinning, van zijn vreugde maar ook zijn moeite neerleggen voor zijn hemelse Vader, een gebed om kracht.
Wij gunnen onszelf daar de tijd vaak niet voor. Of we vinden het iets voor bepaalde vrome mensen. Maar zo’n stil moment kon wel eens een dringende behoefte zijn voor ieder mens. Eenzaam, maar niet alleen. Even de drukte van de dag laten bezinken, wat overzicht krijgen, je gevoelens delen met God. Misschien zouden we dan de slaap beter vatten dan dat we na RTL-Boulevard en Pauw&Jinek in bed duiken met alle discussies en meningen die door ons hoofd blijven spoken samen met al onze andere zorgen.
Jezus trekt zich niet terug omdat hij als meester zich boven zijn leerlingen verheven voelt, maar omdat hij als meester een voorbeeld geeft.
In het Evangelieverhaal van deze zondag *) trekt Jezus zich niet in de eenzaamheid van de avond terug. Hij gaat een berg op. Dat doe je niet in het pikkedonker. Je struikelt over boomwortels of voor je het weet lig je in een ravijn. Het is klaarlichte dag.
Jezus neemt drie van zijn leerlingen mee de berg op, degenen die hij ooit als eerste geroepen heeft. Hij wil hen dus iets laten zien. Niet het fraaie uitzicht van de top van de berg, maar iets dat veel verder gaat, iets dat uitzicht geeft voor altijd, iets dat betekenis heeft voor heel hun leven. De meester toont hen zíjn stralend perspectief. Zijn gezicht begint boven op de berg te stralen op een manier die doet denken aan de zon die door de wolken heen breekt **).
Hij onthult hen zijn bronnen, Mozes en Elia. “Ze onderhielden zich met elkaar”. Hij verduidelijkt hen en zij getuigen van hem.
De verbijsterde leerlingen willen dit moment en dit mysterie voor eeuwig vastleggen: “Heer, het is goed dat wij hier zijn. Laat ons drie tenten opslaan”. Ze zien het al voor zich. De hele wereld de weg naar deze berg wijzen en hen laten zien en horen wat zij beleven. Moeiteloos de hele wereld winnen voor God door de aanblik van deze drie giganten.
Maar dat is niet de bedoeling: dat straks de hele wereld hierheen komt, om de ogen uit te kijken en in aanbidding neer te vallen. De leerlingen moeten straks de wéreld in trekken. Ze moeten door hun geloof en hun leven zelf getuigen zijn van Christus in de wereld. Nee, geen tenten of gebouwen, met mensenhand gemaakt, kunnen ooit bevatten wat de leerlingen hier zien. Dat stralende mysterie is alleen bij God veilig. En in het menselijke hart. Daarom bedekt een wolk hen en omgeeft hen. Het is voldoende als ze die stem horen die zegt: “Dit is mijn geliefde Zoon, luistert naar Hem”.
Wanneer ze naar die stem luisteren, zijn er geen tenten op de berg nodig. Want God is overal. Hij zal hen overal helpen als ze het Evangelie verkondigen. Maar eerst moet het nog Pasen worden. Eerst moet Jezus nog de liefde van God tot het uiterste toe, tot aan het kruis, laten zien. Eerst moet hij nog opstaan uit de doden. Dan zullen ze gaan ervaren dat de levende Heer overal bij hen is. Dan zullen ze zelf stralen door de hoop die in hen is, door het geloof dat hen drijft, en door de liefde die zij met elkaar delen.
Dat geldt ook voor ons, lieve zusters en broeders. Zijn we ons bewust van onze mooie en unieke opdracht als christenen. Hebben we het gevoel iets toe te voegen? Brengen wij de mensen, in ons gezin, onze omgeving, met Christus in aanraking. Niet zozeer door over ons geloof te praten, maar doordat uit heel ons doen en laten blijkt dat we iets gezien hebben wat nog nooit iemand gezien heeft. Zijn we verkenners en uitkijkposten van een nieuwe wereld waarover het kwade en de dood niet het laatste woord hebben? Over een leven dat niet gehuld gaat in zinloosheid?Kijken we op die manier ook naar de aanstaande verkiezingen? Brengen we onze stem uit vanuit een besef van verantwoordelijkheid als burgers in deze democratische samenleving en vanuit het besef dat we een bijzondere roeping hebben in onze wereld.
De Nederlandse bisschoppen hebben een brief geschreven aan de medegelovigen waarin zij oproepen in elk geval gebruik te maken van ons kiesrecht. Gelaten thuis blijven is niet een houding die bij christenen past. De brief ligt in het portaal. U kunt hem zelf thuis lezen. De bisschoppen vragen ons bij onze keuze te letten op zes punten die voor ons als mensen die verbonden zijn met Christus van belang zijn. 1. Komt in een partijprogramma respect voor het leven voldoende tot uiting 2. Beschouwt het partijprogramma ieder mens gelijk in waardigheid 3. Komt erin tot uiting dat een mens niet alleen een individu is die voor zichzelf leeft maar dat we medemensen zijn? 4. Is er sprake van solidariteit, geworteld in naastenliefde 5. Is er sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorg voor een vreedzame, rechtvaardige en duurzame samenleving op lokaal, nationaal en internationaal niveau? 6. Appelleert een partij voornamelijk op angst of eigenbelang en worden verschillen benadrukt. Of is er sprake van bereidheid met anderen samen te bouwen aan een samenleving waarin vrijheid van godsdienst en onderwijs grondrecht zijn.
Paus Franciscus liet zich onlangs zo uit: “Bestudeer de voorstellen goed, bid en kies volgens je geweten”.
We zijn vandaag boven op de berg geweest. Nu dalen we met dat visioen van de stralende Christus voor ogen weer af in het gewone leven waar ook het stemhokje bij hoort. Laat uw keuze mede bepalen door uw gebed. En wees u bewust van de hele biddende gemeenschap om u heen. Amen.
Pastoor Martin Los
* Evangelielezing voor deze tweede zondag in de Veertigdagentijd: Mattheus 17:1-9
** Afbeelding: Transfiguration, Solomon Raj India Batiq