Sub Pontio Pilato passus, homilie op het Hoogfeest van Christus Koning 2024

Op het feest van Jezus Christus Koning van het heelal is onze aandacht vandaag gericht op de Goede Vrijdag, op het gerechtshof in Jeruzalem waar Jezus terecht staat voor de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus, de hoogste vertegenwoordiger van de Romeinse keizer in Jeruzalem 1)
Deze Pontius Pilatus komen we elke zondag tegen in de liturgie, in de Geloofsbeljidenis (Credo) na de preek: “Die geleden heeft onder Pontius Pilatus is gekruisigd, gestorven en begraven. ”Waarom wordt deze overheidspersoon telkens genoemd in onze geloofsbelijdenis? Hij heeft toch een groot onrecht gedaan door Jezus te laten kruisigen? Hij wist toch dat Jezus onschuldig was? Hij verklaarde immers tegenover het volk dat zijn kruisiging eiste: ‘Ik vind geen schuld in hem”. Daar gaat het nou juist om: Jezus is onschuldig veroordeeld onder verantwoordelijkheid van Pontius Pilatus, de opperste rechter in dat deel van het Romeinse keizerrijk. Jezus’ onschuld was daardoor onomstotelijk vastgesteld. Niet alleen juridisch, maar ook persoonlijk in geweten. Als Pilatus aan Jezus vraagt: “Zijt Gij de koning der Joden?” stelt Jezus hem een wedervraag:” zegt ge dit uit u zelf. Of hebben anderen u over mij gesproken? Zo dwingt Jezus die opperste aardse rechter om naar zijn eigen overtuiging en geweten na te denken.

Geen gewone sterveling zou het wagen om tijdens een gerechtelijk verhoor aan de stadhouder een persoonlijke vraag te stellen. Maar Jezus toonde dat het werkelijke gezag bij hem beruste, de werkelijke koning. Daarmee leed Jezus als een onschuldig lam onder deze Pontius Pilatus, Hij onderging onder diens bewind de marteldood. “Die geleden heeft onder Pontius Pilatus” is dus een officiële, voor alle tijden en plaatsen geldend getuigenis van Jezus martelaarschap op een beslissend punt in de geschiedenis, een getuigenis van de waarheid, van Hem die zelf de waarheid is, de Zoon van God die in de wereld kwam om te wereld te verlossen.” Het is geen fictie, het is een feit. “Gij zijt toch een koning? Vraagt Pilatus. Jezus antwoorde: “Mijn koningschap is niet van deze wereld”.
In Christus herkennen we – vriend en vijand – de ware koning. In het rijk van God is de ware koning niet degene die heerst en aan wie iedereen ondergeschikt is zoals piramiden absolute macht uitbeelden,  macht van boven naar beneden. De ware koning is een herder, één die zorgt voor de eenheid en voor allen, in het bijzonder de zwakkeren en eenvoudigen . Het volk van God is een koninklijke gemeenschap van mensen die elkaar als broeders en zusters herkennen en behandelen. De ware koning staat niet boven iedereen, maar staat te midden van iedereen om gerechtigheid en vrede te faciliteren, om recht te spreken en recht te doen.

Paus Pius XI heeft dit feest van Christus Koning honderd jaar geleden in 1924 vastgesteld op de laatste zondag van het kerkelijk jaar 2). Het was naast een akte van geloof ook een politiek statement. Op dat moment was de verschrikkelijke Eerste Wereldoorlog voorbij, vele koningshuizen waren ingestort, de massa’s voelden en gedroegen zich als schapen zonder herder. Men zag uit naar sterke leiders die hen zouden verlossen van zorg en angst. In dat gat sprongen in Europa machtbeluste dictators als Stalin in Rusland, Mussolini in Italie en Hitler in Duitsland. Zij storten de wereld in diepe ellende. De bloedbaden en misdaden zijn onbeschrijfelijk.
Door het feest van Christus koning op de laatste zondag voor de Advent te plaatsen riep de paus op in een tijd dat de kerken nog vol zaten, om niet hun hoop te vestigen op valse leiders en op macht beluste personen die met leugens de massa aantrokken. Een duidelijke afwijzing van facisme en populisme waarbij het recht van de sterkste geldt. Niet de propaganda, maar het Evangelie was de enige waarheid. De waarheid en de vrede van Christus, Koning. Niet van een voorbijgaande wereld, maar het eeuwige rijk van God. Dat gold honderdjaar geleden, dat geldt ook nu. Laten wij die koning eren en volgen. Eens zal als de tijd vervuld is, dat rijk als enige voorgoed overblijven.

Intussen krijgen we volop de kans om deze koning nu al te ontmoeten in het Evangelie, in de geloofsgemeenschap als oefenplaats voor de ontmoeting met Christus totdat hij komt, en in de arme, de ontrechte, de ontheemde en al die anderen van wie de Koning van de armen zegt: wat je aan de minste van mijn broeders en zusters gedaan hebt, heb je aan mij gedaan”.
Volgend jaar is het 1700 jaar geleden dat de Geloofsbelijdenis officieel werd vastgesteld zoals we haar nu kennen. 318 bisschoppen patriarchen uit de kerk van oost en West waren bijeen een schaarden zich eensgezind achter de geloofsbelijdenis die nog vandaag de dag wordt beleden door de meeste kerken in de wereld. Allerlei kerkelijke organen in eigen kring en vooral oecumenisch gaan aan de slag om in 2025 deze Geloofsbelijdenis die begint met de woorden: Credo in unum Deum, te behandelen, de ontstaansgeschiedenis en de betekenis, vooral voor onze tijd te bestuderen in bijeenkomsten en activiteiten. En laten we ook zelf elke zondag in de liturgie met overtuiging  ons geloof belijden dat Jezus als onschuldig lam dat wegneemt de zonden der wereld zichzelf voor ons aangeboden en opgeofferd heeft als degene die de waarheid is en geleden heeft onder Pontius Pilatus. “Mijn koningschap is niet van deze wereld” belijdt Jezus tegenover Pilatus. Niet van deze wereld, maar de toekomstige wereld, en dat al in ons hart begint als wij persoonlijk Hem belijden. Amen

Msrtin Los pr.

1)Evangelielezing tijdens deze eucharistie Johannes 18:33b-37
2) aanvankelijk op de laatste zondag van oktober

De Verrijzenis dringt zich niet op

Homilie 1e Paasdag 9 april 2023 Houten

De eerste reacties op het lege graf op de Paasmorgen zijn heel verschillend. De nieuwe werkelijkheid, wat hier is geschied, dringt maar langzaam door. Voor dag en dauw komt Maria Magdalena bij het graf aan 1). Ze ziet dat de zware steen is weggerold. Ze kan maar één conclusie trekken: de bewakers waren er met het lichaam van Jezus vandoor gegaan. Wij zouden precies hetzelfde gereageerd hebben.
Maria Magdalena was één van de vrouwen die voor voedsel en onderdak voor Jezus en zijn leerlingen gezorgd had op zijn reis. Een onopvallende rol, maar heel belangrijk en onmisbaar. Vandaag staat zij in het zonnetje omdat zij als eerste –  op de eerste dag van de week, deze dag – ontdekt dat het graf leeg is. Nadat zij de leerlingen op de hoogte heeft gebracht van haar ontsteltenis, ontmoet zij de verrezen Heer zelf. Ze denkt dat hij de tuinman is. Ze vraagt of hij misschien weet waar ze haar Heer naar toe hebben gebracht. Als hij dan haar naam noemt ‘ Maria’ weet ze dat het de Heer is.
Om die bijzondere rol, dat ze als eerste bij het lege graf aan kwam en dat ze als eerste Jezus als de verrezen Heer ontmoette – ze was overigens ook bij de kruisiging aanwezig en bij de graflegging –  om die reden gaven de kerkvaders haar de titel ‘apostel der apostelen’. Dus apostel in de overtreffende trap. Haar feestdag is 22 juli. Het is geen wonder dat degenen die opkomen voor een grotere rol van vrouwen in de kerk wijzen op de prominente plaats van Maria Magdalena in het leven van Jezus. Zij hebben een sterke troef in handen.
Nadat Maria de leerlingen heeft ingelicht over de steen die was weggerold, gaan Petrus en Johannes haastig naar de plek. Johannes, de leerling die Jezus liefhad en tijdens de maaltijden aan zijn borst lag. En Petrus die door Jezus aangewezen was als voorman van de leerlingen. Is Johannes een stuk jonger dan Petrus, dat hij eerder aankomt bij het graf? Of gaf de liefde voor Jezus Johannes vleugels? Was Petrus al wat ouder en was hij een beetje stram aan het worden? Of voelde hij nu de Heer niet meer bij hen was  de verantwoordelijkheid op zijn schouders liggen en was hij daardoor af en toe wat achter adem? Wie zal het zeggen. Misschien mogen we uit dit opmerkelijke detail van het Paasevangelie opmaken, dat in de kerk het niet aan gezag kan ontbreken, maar dat de liefde altijd voorop moet gaan. Johannes werpt een blik in het graf en ziet het linnen liggen waarin Jezus was gewikkeld geweest. Dat geeft hem te denken. Het lichaam van Jezus is dus kennelijk niet geroofd. Rovers zijn immers juist uit op het kostbare linnen. Hier begint de verwondering. Maar Johannes laat uit hoffelijkheid aan Petrus de eer om als eerste het graf te betreden. Petrus gaat naar binnen en ziet de doek die het gelaat van Jezus bedekt had, netjes opgerold. Zo gaan rovers zeker niet te werk. Zo zien we dat van Maria Magdalena via Johannes naar Petrus er steeds een tipje van de sluier wordt opgelicht. De verrijzenis dringt zich niet op. De geest wordt er rijp voor gemaakt.
Van Johannes horen we “dat hij zag en geloofde”. Uiteindelijk is dat de bedoeling van de apostel Johannes die die Evangelie opgeschreven heeft: dat wij zoals hij zouden geloven. Geloven in de verrijzenis van Jezus. Dat de Heer leeft.
God heeft rechtgesproken. Zijn knecht heeft hij in ere hersteld en meer dan dat. Hij heeft hem bevorderd tot de hemelse heerlijkheid. Alles draaide om de vraag of Jezus de Messias, de Zoon van God was. Een openbaar showproces had Jezus tot het kruis veroordeeld zodat hij als een misdadiger stierf. Maar degene die het laatste oordeel heeft is God, de Vader. Hij heeft zijn Zoon opgewekt uit de dood en hem gezet aan zijn rechterhand. Dit is de werkelijkheid die voor het geloof geopenbaard is.
Daarom schrijft Paulus in zijn brief aan de Colossenzen: “broeders en zusters, als gij dan met Christus ten leven gewekt zijt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand van God” 2)
Pasen nodigt ons uit om te geloven in de verrijzenis van Jezus, de Zoon van God. Pasen nodigt ons uit om binnen te gaan in dit mysterie van het geloof.
Ieder in zijn eigen tempo en ieder op haar eigen manier zoals Maria Magdalena, Johannes en Petrus en al die anderen door gevolgd zijn. Allen voor wie het geloof in de verrijzenis de poort opent naar een bestaan vol hoop. Wat ons ook overkomt, wat er in de wereld ook gebeurt, hoeveel crises we meemaken, we zijn Paasmensen. Daarom vatten we altijd moed. Daarom zien we altijd lichtpuntjes. Daarom zien we altijd kans om hulp te bieden in de nood. Door het geloof in de verrijzenis zijn we mensen van de eerste dag. De dag van de Heer. Deze dag. Die is het startpunt voor ons dagelijks leven. Het geloof in de vrijheid van Gods kinderen.  Daarom wensen we elkaar een Zalig Pasen. Amen

Martin Los, pastoor-emeritus