Machtsmisbruik kent vele vormen

Preek op de 31 zondag door het jaar A 4 november 2017 Mariakerk De Meern/Leidsche Rijn

Lieve zusters en broeders, het woord misbruik komt veel voor in onze tijd omdat misbruik zelf helaas voorkomt. In de media is plotseling grote en aanhoudende aandacht voor sexueel misbruik. Het gaat meestal om mannen die van hun positie gebruik maken om anderen te dwingen tot sexuele handelingen. In de filmwereld, de media zelf, op universiteiten en bedrijven. Misbruik binnen de kerk was al vele jaren eerder uitgebreid in de pers gekomen. Onvoorstelbaar veel vrouwen, en soms mannen, blijken in hun leven te maken gehad te hebben met grensoverschrijdend gedrag van mannen, vaak in leidinggevende functies. Het gaat dus in feite om machtsmisbruik. Misbruik van macht, juist op het punt waar vrijheid en intimiteit de hoogste waarde zijn en voorwaarde voor echte omgang van mensen met elkaar. De verhalen van de slachtoffers zijn heel pijnlijk omdat ze zo’n grote schadelijke invloed hebben op hun verdere leven. We moeten dit niet bagatelliseren.
Sexualiteit betreft de intimiteit en vrijheid van twee mensen onderling. Daar is geen plaats voor macht en dwang. Minstens zo kostbaar is de relatie tussen God en mens. Ze kan niet zonder oprechte liefde en toewijding en volledige vrijheid. Daarom is het zo schadelijke wanneer godsdienstige leiders en leraren hun positie gebruiken om voor zichzelf meer macht en aanzien te verkrijgen ten koste van de gelovigen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Godsdienstige leiders zijn natuurlijk niet God zelf. Maar zij genieten toch een meer dan gewoon vertrouwen omdat zij bidden, spreken over God alsof zij Hem persoonlijk kennen, en ook anderen raad geven om te leven naar Gods wil. Daar past eigenlijk alleen de houding zoals van Paulus die zegt tegen de gelovigen in Thessalonica *) : “wij zijn zachtmoedig met u omgegaan als een moeder die haar kinderen voedt en koestert. We waren u zo innig genegen dat wij u graag samen met het Evangelie van God ons eigen leven hadden geschonken”.
Maar helaas komt het voor dat godsdienstige leiders het in hen gestelde vertrouwen schenden. Niet alleen door sexueel misbruik. We hoorden het bij de profeet Maleachi ***) bij monde van wie God zegt: “Jullie zijn van de weg afgeweken en hebt door uw lering velen laten struikelen”. Even later horen we wat er mis is gegaan: “U hebt in uw lering de mensen naar de ogen gezien”. De relatie tot God is vertroebeld doordat de leiders niet meer vanuit hun vrijheid en verantwoordelijkheid de mensen als goede herders geleid hebben. Ze zijn de mensen naar de mond gaan praten om in de smaak te vallen. Wellicht een vorm van populisme. Ze hebben geen misstanden aan de kaak gesteld uit angst voor hun populariteit. Dat is ook een vorm van machtsmisbruik. Uit vrees voor verlies van comfort wat een leidinggevende positie geeft, mensen niet durven vertellen dat ze onrecht doen. Maar dan ben je niet onafhankelijk meer. Het gevolg is dat je de mensen van God afleidt in plaats van naar hen toe. Mensen hebben natuurlijk ook een eigen verantwoordelijkheid, maar als leraar en voorganger heb je dan toch medeschuld.
Jezus werkt de religieuze leiders van zijn tijd ook voor dat ze misbruik maken van hun positie en ambt. “Ze hebben op de stoel van Mozes plaatsgenomen……Zij maken bundels van haast ondraagbare lasten en leggen die op de schouders van de mensen **) ’. Hun taak is mensen met de levende God in aanraking te brengen, maar ze doen het tegendeel. Ze leggen de mensen zware lasten op om daardoor zelf in aanzien te stijgen. Zware lasten in de zin van allerlei geboden en regels waar ze zichzelf helemaal niet aan houden en die mensen angstig maken voor God als een soort boeman, in plaats van dat mensen ontdekken dat ze kinderen van God zijn, in wie ze een liefdevolle en barmhartige Vader mogen herkennen.
Speciaal jongeren zijn door hun idealisme vatbaar voor radicale predikers die hen een zeer stricte beoefening van religie voorhouden met als belofte zuiverheid en zekerheid en beloning in het hiernamaals. We zien zulke jongeren zich afscheiden van familie en vrienden. Soms ontwikkelen zij een haat tegen de wereld en zien ze neer op andersdenkenden. Het leidt in extreme gevallen tot meedogenloosheid. Er is op dit moment veel aandacht voor zulke jongeren in de Islam, maar elke godsdienst is hier vatbaar voor. Leiders die jongeren opzwepen maken ook misbruik van macht en positie.
Jezus pleit ook voor radicaliteit, maar dan voor onvoorwaardelijke liefde en barmhartigheid onder mensen. Dat kan alleen maar in volledige vrijheid. Met respect voor elkaar. En wil iemand al groot zijn en machtig, dan moet het zijn in de dienst aan de ander: “Wie de grootste onder u wil zijn, moet de dienaar van allen zijn” zegt Jezus. Hij leert dit niet alleen. Hij doet het zelf. Hij maakt het waar. Ook aan ons. Dus kunnen we alleen maar zeggen: Amen

(c) Pastoor Martin Los

Lezingen van deze zondag uit het r.k lectionarium voor zon- en feestdagen
*) Thessalonicenzen 2:7b-9,13
**) Matteus 23:1-12
***) Maleachi 1:14b-2,2b.8-10
****)  afbeelding Stoel van Mozes in Chorazin  http://www.bijbelseplaatsen.nl/plaatsen/S/Stoel%20van%20Mozes/720/

Radicale ironie

Preek op de 6e zondag door het jaar in Mariakerk en Willibrordkerk in het weekend van 11 en 12 februari 2016

Lieve zusters en broeders, het zal je maar gezegd worden: “als je rechterhand je tot zonde verleidt, hak ze af” *) . Is dat niet een hele radicale uitspraak, één waarvan je mag hopen dat niemand die letterlijk neemt en er gehoor aan geeft?  In onze tijd horen we veel spreken over radicalisering. En dan niet in positieve zin. Radicaal staat voor ons gelijk aan compromisloos, eventueel uitlopend op haat tegenover andersdenkenden. Radicaal zo zuiver en principieel dat je er koud van wordt. Ouders houden hun hart vast als hun kinderen radicaliseren. De overheid kijkt argwanend toe op radicale predikers.
Lijkt Jezus ook niet op een radicale leraar, vraag je je af als je zijn woorden hoort: “als uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit!” Vraagt hij niet het onmogelijke van mensen? En is dat op zich al niet ongewenst? Want als je het onmogelijke vraagt van mensen, worden ze depressief, opstandig of onverschillig, zoals opvoeders weten die te grote druk op hun kinderen leggen. Wat radicale mensen ontbreekt en ook radicale predikers is gebrek aan humor. Elke vorm van ironie en relativering is hem vreemd.
Jezus daarentegen is een meester in ironie. Hij zet mensen juist aan het denken. Hij wil hen wakker schudden uit ingesleten denkpatronen, uit wetticisme in welke vorm dan ook. Of het nu religie betreft, of politiek correct gedrag. Want onze tijd lijkt wel los van alle religieuze regels, maar daarvoor zijn allerlei, vaak ongeschreven, codes in de plaats gekomen die ons gedrag bepalen en de gewetensvrijheid beinvloeden.
De uitspraken van Jezus die we vandaag horen, zijn ironisch bedoeld. Met een glimlach. “Als uw gerechtigheid die van de Schriftgeleerden en Farizeeen niet ver overtreft zult ge het rijk der hemelen niet binnengaan”. Dat is de sleutel om te begrijpen wat Jezus wil zeggen.
Hij waarschuwt zijn volgelingen om de goddelijke geboden en de daarvan afgeleide menselijke voorschriften niet te gebruiken als een vorm van zelfrechtvaardiging: “Kijk eens wat een correct en vroom mens ik ben!” De Farizeeën gingen er prat op dat zij geheel volgens de wetten en regels leefden in tegenstelling tot de gewone mensen op wie ze een beetje meewarig neerkeken als de massa die de wet niet kende, de mensen tot wie Jezus sprak aan de oever van het meer van Galilea, eenvoudige vissers, handwerkslieden, die lezen nog schrijven konden.
Wanneer je op die toer gaat, houdt Jezus de mensen voor, van regels en nog meer regels, dan hou je jezelf voor de gek. Je mag dan wel niemand gedood hebben omdat “je hebt gehoord dat tot de voorouders gezegd is: ge zult niet doden. Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht. Maar ik zeg je: wie vertoornd is op zijn broeder zal strafbaar zijn voor het gerecht”. Met andere woorden, je kunt uiterlijk wel een deugdzaam mens lijken en daar voldaan over zijn, maar hoe zit het met je innerlijk. Is iemand dood wensen eigenlijk niet hetzelfde als iemand doden? Als blikken konden doden, hoeveel mensen zaten dan niet achter de tralies!
Nee, met deugdzaamheid als een zelfrechtvaardiging ben je op een heilloze weg. Het leidt je af van Gods bedoeling, het maakt dat je je stiekem superieur voelt boven andere mensen. Het leidt tot corruptie van je geweten. Je wordt berekenend in plaats van spontaan als een kind. “als je gerechtigheid die van de Schriftgeleerden niet overtreft, zul je het rijk der hemel niet binnengaan”.
Het gaat om dat woordje “gerechtigheid”. Die gerechtigheid van de Schriftgeleerden is dor. Ze leidt alleen maar tot meer en meer regels. Ze verstrikt de mens in een wirwar van regels. Het verstikt het leven zelf. Echte gerechtigheid is dat je een goed en barmhartig mens bent. Dat je je hart volgt, een hart met een geweten dat gevormd is door Gods geboden maar je in staat stelt vrij in elke situatie te handelen zoals past bij jouw hart. Dat je liefhebt. Dat je in je verlangen het goede te doen liever een fout maakt, dan je je verschuilt achter regels en procedures en tot niets komt.
Er is trouwens een parallel in onze tijd. Politie, onderwijzers, ziekenverzorgers en veel meer werkers klagen dat ze een groot deel van hun tijd bezig zijn met formulieren en protocollen invullen, maar aan hun eigenlijke werk daardoor niet toekomen. In die nadruk op protocollen en de papierwinkel zit een wantrouwen ingebakken alsof de werkers zelf onvoldoende in staat zijn situaties in te schatten.
De rechtvaardige is niet iemand die de regels allemaal uit zijn hoofd kent en er nog vele bij verzint. De “rechtvaardige is als een boom wiens wortels zich uitstrekken naar de bron, die altijd vrucht draagt” horen we in Psalm 1.
Dat is de houding waartoe Jezus ons allen uitnodigt als we Hem volgen. Talloze malen zien we in de Evangeliën hoe Jezus traditie en regels overtreedt om mensen te genezen, om gediscrimeerden uit hun isolement te verlossen, om mensen met van alles op hun kerfstok als eersten met Gods liefde in aanraking te brengen in plaats van hen te negeren ten gunste van de mensen op wie niets aan te merken was.
De vraag aan ons is: durven wij het aan om zo te leven? Vertrouwen we erop dat God ons liefheeft en dat we ons niet voor hem hoeven te bewijzen of ons beter voor te doen dan we zijn? Durven we te vertrouwen op zijn genade die ons leidt en ons geweten telkens vormt? Durven we een leven te leiden waarin we spontaan het goede doen in plaats van eerst in een boekje te kijken of te zien wat anderen ervan vinden? Durven we gerechtigheid te beoefenen die in al haar eenvoud en spontaniteit die van de Schriftgeleerden ver overtreft?
Dat is de vrijheid van Gods kinderen. Dat is de ruimte die God als hemelse Vader ons schenkt. Als we zo leven mogen we daarin beleven hoe vruchtbaar het is om met Christus verbonden te zijn. Veel mensen identificeren geloof met “je mag dit niet en je mag dat niet”. Jezus laat zien dat geloof het land is van de onbegrensde mogelijkheden om als mens te groeien en te bloeien. “Ja’zeggen” tegen het leven.
Het woord “deugd” beteken van oorsprong “kracht”. Deugdzaam is niet je achter regels verschuilen, maar krachtig en moedig het leven aan te durven zoals God het bedoeld heeft. Dat we groeien en bloeien. Het leven mooi maken. Niet aan de kant blijven staan, maar met passie de kansen aangrijpen om mooie mensen te zijn naar het voorbeeld van Christus.
Daarin mogen we radicaal zijn. De radicaliteit van de liefde. Amen

Pastoor Martin Los

voorgeschreven Schriftlezingen voor deze zondag volgens het universele r.k. leesrooster voor zon- en feestdagen: 1e lezing: Ecclesiasticus 15:15-20; 2e lezing: I Korinthiers 2:6-10; Evangelie: Mattheus 5:17-37 *)