Tweeluik van het koninkrijk van God

Preek op de 11e zondag 16 juni 2024 Houten

“waarmee zullen we het koninkrijk van God vergelijken?” zegt Jezus tot zijn volgelingen 1).
In het Evangelie van deze zondag volgens de evangelist Markus staan twee gelijkenissen uit de mond van Jezus: de gelijkenis van het zaad dat vanzelf op eigen kracht groeit en de gelijkenis van het mosterdzaadje dat vogels kan herbergen.  Ze vormen een soort tweeluik. Beiden vertellen ze in de vorm van een kort verhaal waaraan je het koninkrijk van God kunt herkennen. Een gelijkenis is geen definitie waarvan er maar één is die goed of fout is. Het is niet of-of, maar én-en. Daarom begint Jezus ook met “hoe zullen wij het rijk van God afbeelden of waarmee zullen we het koninkrijk van God vergelijken? “ Er zijn kennelijk vele verschillende manieren om de weg van Gods rijk in deze wereld uit te beelden, al naar gelang de hoorders of de situatie.
In de eerste gelijkenis vertelt Jezus over een man die zaad op de aarde zaait en vervolgens erop vertrouwt hoe het zaad vanzelf groeit, zonder dat hij precies weet hoe dit gebeurt; terwijl hij naar bed gaat en opstaat. Alsof hijzelf ook een zaad is. Uiteindelijk brengt het zaad vruchten voort en is de tijd rijp voor de oogst.

Wat zegt dit over het koninkrijk van God, het rijk van gerechtigheid en vrede, het rijk zonder einde? Het begin is kwetsbaar en klein, maar de groei is onstuitbaar en de voltooiing is een rijke oogst.
Jezus vergelijkt dus het koninkrijk van God  met een proces van natuurlijke groei. De boer zaait het zaad, maar het is de aarde die het in het verborgene laat groeien, op een manier die de boer niet volledig begrijpt.

In de andere gelijkenis vergelijkt Jezus het Koninkrijk van God met een mosterdzaadje. Het is het kleinste van alle zaden is maar het groeit uit tot de grootste van alle kruiden. Dat blijkt vooral hieruit dat de vogelen des hemels in zijn schaduw kunnen nestelen
Jezus zegt niet “in zijn takken kunnen ze nestelen,” maar “in zijn  schaduw.”  Dit wil zeggen dat het koninkrijk van God bescherming aan de geestelijke waarden en deugden die in de wereld aangevochten worden. Het rijk van God is een bondgenoot van allen die in tijden van dictatuur en propaganda en beproeving vasthouden aan waarheid en gerechtigheid en mensenrechten. Zij die zich daarvoor inzetten, zijn bij het rijk van God veilig.

Laten we nog even kijken wat deze twee gelijkenissen als een tweeluik aan elkaar verbindt. Beide gelijkenissen benadrukken het thema van gestage groei als kenmerk van Gods rijk. In de gelijkenis van het zaad dat vanzelf groeit, ligt de nadruk op het mysterieuze en organische proces van groei. In de gelijkenis van het mosterdzaadje ligt de nadruk op de uiteindelijke transformatie van iets kleins naar iets groots en invloedrijks dat tot zegen van velen is.
Beide gelijkenissen nodigen uit tot een vertrouwen op Gods wijsheid en kracht en timing in de groei van het Koninkrijk, zonder dat wij, mensen, er de hand in hebben en met al ons doen en laten volledig begrijpen hoe dit proces plaatsvindt. De gelijkenissen die Jezus zijn hoorders vertelt vullen elkaar aan door verschillende aspecten van het Koninkrijk van God te belichten: de mysterieuze, vanzelfsprekende groei en de uiteindelijke, zichtbare grootsheid.

Ze moedigen de luisteraars aan om vertrouwen te hebben in de manier waarop Gods Koninkrijk groeit en zich ontwikkelt, ondanks het bescheiden begin en het onbegrijpelijke proces. Die nadruk dat alles uiteindelijk goed komt, en de weg ernaar toe niet doodloopt, geldt natuurlijk alleen degenen die zelf uitzien naar het rijk van God. De volgelingen van Jezus, degenen die er niet alleen naar verlangen maar zich er ook voor inzetten door hem te volgen en zijn woorden in praktijk te brengen. Allen die lijden onder vervolging en discriminatie omdat zij oprecht geloven in God.

Het evangelie volgens Markus is opgetekend zoals wij het nu kennen omstreeks het jaar 100 na Christus. Christenen werden toen hevig en stelselmatig vervolgd. Ze mochten hun geloof niet openlijk belijden. De werkelijkheid waarin zij leefden vertoonde dus voor hen zeker geen trekken van Gods koninkrijk. Eerder was hun gelovig bestaan vol beproevingen. De gelijkenissen, zoals de tweeling van het zaad, over de gestage groei van het rijk dat Jezus verkondigd had, en van de bescherming die zij door alles heen, biedt en geniet, moesten hen een hart onder de riem steken om geduld te oefenen, om standvastig te zijn en vol te houden.
Zo horen en begrijpen we het Evangelie zelf ook nog steeds. Van ons wordt ook gevraagd om als wij echt verlangen naar het rijk van God dat we bijvoorbeeld de terugloop van het aantal zichtbare gelovigen niet zien als het begin van het einde van dat rijk, maar denken aan het zaad dat onzichtbaar maar onstuitbaar en onnavolgbaar in de aarde ontkiemt en groeit tot de oogst. Blijf dus trouw, heb geduld, wanhoop niet, tel je zegeningen. Amen

Martin Los pr

1) Evangelielezing van deze 11e zondag door het jaar (B): Marcus 4:25-34

Preek op de 1e zondag van de Vasten 14 februari 2016 in Mariakerk en Willibrordkerk

tentationsdediableStMarco12eeeuw

de drie verleidingen waarmee de duivel Jezus probeerde te verleiden Mozaïek S. Marco XIIe eeuw

Lieve zusters en broeders, we horen in het Evangelie hoe de duivel Jezus tot driemaal toe probeerde te verleiden. Zonder succes.
Opmerkelijk is dat Jezus elke poging afweert met woorden uit de Bijbel.
Het is alsof Jezus zelfs de duivel nog op het goede pad probeert te brengen en hem een lesje leert.
Maar weet u: ik denk dat het eerder een les voor ons is. Jezus wil beslist niet de indruk wekken dat Hij persoonlijk door een magische superioriteit de duivel te slim af is.
Dan zouden wij kunnen denken: “Jezus is de duivel de baas, geen wonder, want hij beschikte over bovennatuurlijk krachten. Maar wij, gewone mensen, zijn weerloos voor de stiekeme verleidingen van de duivel.
Door bekende woorden uit de Bijbel te gebruiken als afweer tegen de duivel laat Jezus zien dat gehóórzaamheid aan het woord van God ons wapent.
Wanneer we luisteren naar het  Woord van God in de Eucharistie gaan we met God zelf om.  Ook door persoonlijk de Bijbel thuis te lezen en te overdenken, wordt onze vriendschap met God gevoed.
Dát helpt ons de kwade verleidingen te weerstaan.
Jezus haalt zijn neus er dus niet voor op om woorden te gebruiken die veel mensen kenden door hun gelovige opvoeding en door hun wekelijks bezoek aan de synagoge. Zo laat Jezus zien dat de verleidingen van de duivel doorzien en afslaan, geen kwestie is van slimheid. Dan was het onbegonnen werk je te verzetten tegen de verleidingen. Waar het op aankomt is dat je gehoor geeft aan God. Dat is voor iedereen weggelegd. Liefde tot God, vertrouwen in God, kinderlijk vertrouwen.

Een mooi voorbeeld hoorden we in de Eerste lezing uit Deuteronomium. Mozes geeft het volk van God de opdracht om als ze in het beloofde land zijn en daar een bestaan opgebouwd hebben, elk jaar een korf vol halmen gerst naar de tempel te brengen. Met deze woorden: Mijn vader was een zwervende Arameeër (……) De Heer heeft ons hier gebracht en ons dit land van melk en honing geschonken. Daarom breng ik nu de eerste vruchten van de grond die U, Heer, mij geschonken hebt.
Gerst was het eerste graan dat in het voorjaar groeide. Waar ergens in het land de gerst het eerste rijp was, ging een hoeraatje op, want die bewoners mochten in feestelijke optocht de halmen naar de tempel brengen om ze aan de Heer te offeren. Met dit ritueel wordt natuurlijk bedoeld dat de vruchten van de aarde het geschenk van God zijn.
Als je dankbaar bent, dat de aarde en ons leven en het werk van onze eigen handen een geschenk van God is, dan kom je niet in de verleiding materialistisch worden of doen alsof het jouw verdienste is, en dat je daarom niets met anderen deelt.

Zo eenvoudig is het. Waarom zouden we geen gehoor geven aan God? Wordt je daar minder van? Geeft God ons zijn geboden om ons dom en onmondig te houden? Ja, dat is precies wat de duivel influistert. Als hij maar het geringste greintje twijfel aan de goedheid van God in ons hart kan zaaien, heeft hij al een voet tussen de deur.
Maar wat ís geloven dan? De hele bijbel uit je hoofd kennen? Alle rituelen en gebeden kennen en uitvoeren? Dat is toch voor gewone mensen niet mogelijk? Dat was ook de vraag waarmee mensen bij Paulus kwamen. Zijn antwoord is zoals we hoorden in de Tweede lezing heel eenvoudig. Geloof is niet moeilijk: ”Het woord is vlakbij, het is in uw mond, het is in uw hart, het woord namelijk van het geloof dat wij verkondigen. Want als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is, en als uw hart gelooft dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zul je gered worden”.

Als we dat doen, eenvoudig Jezus als onze Heer erkennen, als de levende die altijd bij ons is, kan het kwade zich geen meester van ons maken.
Natuurlijk kunnen we fouten maken, en soms door zwakheid uitglijden, maar dan mogen we vertrouwen op Gods vergeving want Hij kent ons en Hij is “groter dan ons hart”.
En als we een extra steun in de rug nodig hebben, kunnen we een beroep doen op het sacrament van boete en verzoening, de biecht.
Want God wil niets liever dan dat we weer opstaan door de kracht van het geloof. Wanneer je Jezus liefhebt, en in Hem geloof als de levende Heer, kan geen duivel daar tegen op.

“Maar de duivel bestaat toch niet echt?” zeggen we tegenwoordig. Grappig dat wij denken dat als we de duivel afschaffen, hij niet meer bestaat. De duivel lacht in zijn vuistje over zoveel naïviteit.
Nee, inderdaad de duivel bestaat niet zoals God bestaat. God is de eeuwige die woont in het ondoordringbaar licht. En alles wat God gemaakt heeft, bestaat dank zij hem en houdt hij in zijn hand.
In die zin bestaat de duivel niet. Hij is een soort karikatuur. Dat probeert Jeroen Bosch in zijn schilderijen duidelijk te maken. De duivel is als een schaduw. Een schaduw bestaat, maar niet op zichzelf. Een schaduw valt alleen daar waar het licht wordt tegengehouden door iets of iemand. Alleen waar hij binnengelaten wordt en zijn kilte vat op alles krijgt. In egoisme, materialisme, jaloezie, geweld, uitzichtloze oorlogen, onbarmhartigheid.

We hoeven niet bang te zijn voor die schaduw als we op God, onze Vader, vertrouwen, en op Jezus als onze Heer die zich zelf voor ons heeft gegeven om de macht van de duisternis te overwinnen. Met hem verbonden mogen we leven zonder angst voor de macht van het kwade. Door de doop en het geloof mogen we in vrijheid leven, voor ‘de duvel niet bang’ als kinderen van God, kinderen van het licht, geroepen tot het eeuwige licht. Amen

(c) Pastoor Martin Los
voorgeschreven Schirftlezingen voor deze zondag uit het universele r.k. lectionarium voor zon- en feestdagen: 1e lezing: Deuteronomium 26:4-10; 2e lezing: Romeinen 10:8-13; Evangelie: Lucas 4:1-13