Oogst. Visioen waar we niet buiten kunnen

Preek op de 14e zondag door het jaar 7 juli 2019 Mariakerk en Willibrordkerk

“De oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig”1)
Lieve zusters en broeders, wij spreken tegenwoordig niet over ‘oogst’ maar over ‘landbouwproductie’. ‘Wat maakt dat nou uit?’ zult u zeggen. Heel veel. ‘Landbouwproductie’ roept het beeld op van een fabriek, van bedieningspanelen en van een proces waarin alles onder controle wordt gehouden, van begin tot eind. Er is nauwelijks plaats voor verwondering tenzij over het feit dat wij organisatorisch en technisch alles zo goed onder knie hebben. Hoewel daar de twijfel binnensluipt want landbouwgif gooit roet in het eten.“Oogst’ verwijst naar het mysterie van leven dat telkens als een wonder ontkiemt en onder invloed van zon en regen, in weer en wind, tot bloei komt en vruchten draagt.  Vruchten die de mens aan het eind mag plukken. Wij mogen er dankbaar van eten en genieten. Het leven als een feest.
Omdat meer en meer mensen tegenwoordig in de stad leven of in een stedelijke omgeving leven we steeds minder met de seizoenen en met het visioen van de oogst voor ogen. We zijn onderdeel geworden van een 24 uurseconomie, zeven dagen per week. Dat doet natuurlijk iets met ons. We voelen ons als radertjes in een groter geheel dat nooit slaapt, dat nooit begint en nooit eindigt. Radertjes die vervangbaar zijn. Aan de ene kant lijkt alles zo onder controle als in een goed geleid productieproces, maar aan de andere kant dreigt ons leven daardoor te vervlakken. We hebben alles, maar de vraag is of we nog echte vreugde kennen, vreugde die onze ziel vervult, vreugde die ons verzoent met de moeilijke en harde kanten van het leven. Vreugde die we als mensen met elkaar delen, arm en rijk, jong en oud, gezonden en zieken en mensen met een beperking. Vreugde die zin aan ons leven geeft.
In een wereld waarvan de oogst deel uitmaakt, hebben mensen altijd iets om naar uit te zien, iets wat het menselijk leven en alles een diepe zin geeft. Het is die wereld waarover Jezus spreekt als hij zijn leerlingen uitzendt met de woorden: ‘de oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig’. Het gaat er niet om dat we de wereld van vroeger toen mensen dichter bij de natuur leefden, moeten idealiseren of dat we massaal terug naar vroeger moeten. Maar we moeten wel weer vertrouwd raken met het idee van de oogst als beeld van het leven zelf. Dat het leven een wonder is. Dat sprake is van groei en bloei. Dat we ergens naar toe leven en ons ergens voor inspannen dat echt alle inspanning en alle offers waard is. Dat Iets waarin we geloven, iets waar we op hopen, iets dat onze liefde opwekt en bevredigt.
Jezus spreekt over het rijk van God. Hij zendt zijn leerlingen uit met de boodschap: ‘verkondigt overal: het rijk van God is nabij’. Dat rijk is voor iedereen weggelegd en iedereen mag eraan deelnemen.
De Heer zelf is er het begin van door het Paasmysterie van het zaad dat in de aarde valt en zo veel vrucht draagt. Christus is het begin van de oogst en het maakt dat we door het geloof in Hem mogen delen in de oogst. De apostel Paulus was zo vervuld van de belofte van de oogst dat hij uitriep: waar de mensen zich druk over maken ‘besneden te zijn of niet besneden te zijn’ Jood of heiden, dat maakt mij niks meer uit: ‘het gaat er alleen om een nieuwe schepping te zijn’ 2). Alleen de nieuwe wereld dir Jezus door zijn dood aan het kruis geopend heeft, de wereld van Gods liefde, telt voor mij nog.
Het geloof in Jezus Christus opent onze ogen voor de belofte van God, voor de oogst. Het maakt ons blij doordat weten dat we toeleven naar de oogst, naar de vervulling van ons leven, ons persoonlijk leven en als mensheid. Dat rijk van God – die oogst – is al aanwezig onder ons. Als gelovigen hebben we het voorrecht en de vreugde die oogst om ons heen te zien. Niet omdat het allemaal zo goed gaat in deze wereld, maar omdat onze wereld de wereld is van God die haar niet aan haar lot overlaat, maar die haar vervult van zijn belofte: ‘verheug u, samen met Jeruzalem, en juicht over haar, allen die haar liefhebt. Jubelt van blijdschap, allen die over haar treurt’ roept Jesaja uit. 3)
Wanneer wij leven vanuit het visioen van de oogst zullen we steeds nieuwe hoop vatten. Het rijk van God is al in ons midden. We mogen het zelf ervaren en proeven door ons geloof. We mogen elkaar daarin bemoedigen. En we leven er naar toe. Het verschaft ons de voorvreugde van iets wat nog komen moet en tegelijk al aanwezig is.
“De oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig”. Over de oogst hoeven jullie echt niet druk te maken, bedoelt Jezus. Maar durf je het aan met Gods beloften aan de slag te gaan? Durf je zelf oogst te zijn en werkers tot de oogst? De vraag is niet of er vacatures zijn. In het rijk van God zijn nooit vacatures. Alleen velen die nog niet begrepen hebben dat zij in vrijheid geroepen zijn. Laten we niet denken: “Jezus zal wel iemand anders bedoelen die veel geschikter is dan ik”. Geloof in de oogst en laat niets ons tegenhouden. Heb er zin in. Geniet ervan. Amen

Martin Los

Schriftlezingen uit het universele lectionarium van de r.k. kerk voor zon- en feestdagen. In dit geval de 14e reguliere zondag
1) Evangelielezing: Lukas 10:1-12
2) tweede lezing: Galaten 6:14-18
3) eerste lezing: Jesaja 66:10-14
Afbeelding: Oogst. Pieter Breughel de oude. Metropolitan New York

homilie tijdens de Eucharistie bgv de inkleding van zr. Marie-Madeleine

Homilie tijdens de Eucharistie bgv de inkleding van zr. Marie-Madeleine (Marije Verwolf) op zaterdag 6 februari in het klooster van de Monialen van het H. Sacrament en van Onze-Lieve-Vrouw in Halle B.

Geachte moeder en zusters monialen van het Heilig Sacrament, ouders, broers, familie van zr. Marie-Madeleine, ambtsbroeders, vertegenwoordiger van de aartsbisschop van Brussel Johanna van Hoegaarden, beminde medegelovigen,
het is een groot voorrecht dat ik vandaag de Mis, zr. Marie-Madeleine, bij gelegenheid van jouw inkleding mag opdragen.
Ik vind het ook fijn dat ik een paar woorden mag spreken over jouw roeping. Vooral in het licht van het Evangelie van de Goede Herder en het verhaal van de jonge Samuel Je hebt deze schriftlezingen zelf uitgekozen omdat ze jouw bijzonder na aan het hart liggen.
We hoorden dat de jonge Samuel tot driemaal toe in de nacht bij de hogepriester Eli kwam om te vragen of die hem geroepen had. Want Samuel heeft duidelijk zijn naam horen roepen. Pas bij de derde keer gaat er een lichtje branden bij de hogepriester: het moet de Heer zijn die de jongen roept.
Dit verhaal laat zien dat het meestal wat tijd vraagt om te ontdekken of iemand echt een roeping heeft. Of het geen inbeelding is, maar werkelijk de Heer die roept. Samuel zelf hoort zijn naam noemen, maar hij denkt nog dat het een mens is die hem roept, en er is maar een mens in de buurt: Eli.
Omgekeerd denkt Eli in het begin nog helemaal niet aan de mogelijkheid dat God zijn jonge knecht heeft geroepen.
Zo ben jij, zr. Marie-Madeleine ook langzaam toegegroeid naar het besef dat het Jezus zelf is die jou roept. Daarvoor was nodig dat je je verlangen naar een kloosterleven durfde te delen. Dat deed je met behulp van Facebook.
Sommige mensen staan verbaasd als ze horen dat een jonge vrouw die wil intreden in een klooster handig is met sociale media. Maar je bent een mooi voorbeeld van hoe een roeping zelfs ontdekt kan worden via deze sociale media.
Ik was een van de eerste met wie je op Facebook contact zocht, en niet lang daarna vroeg of je wat meer over je zelf mocht vertellen over je innerlijke verlangen. Zo kwam jij als een jonge Samuel bij mij, als oude priester Eli.
Je bleek door de dood van een oud-tante die kloosterlinge was, een bijzonder interesse gekregen te hebben voor het kloosterleven. Alsof je het voelde dat er daardoor een vacature was ontstaan die je aandacht trok. Maar er zijn in het rijk van God geen vacatures. Alleen roepingen zoals je gemerkt hebt.
Daarnaast had je hele bijzonder nachtelijke dromen. Je vertelde hoe het beeld dat op je kamer stond van Jezus de Goede Herder en het verloren schaap op zijn schouders, tot leven kwam en hoe Hij jou als dat schaap in de armen nam. Je voelde een geluk zoals je nog nooit gevoeld had. Je had die nachtelijke ervaring meerdere malen.
Ik was best ontroerd door jouw dromen, maar ze waren voor mij niet direct een onbetwistbaar teken dat je werkelijk een roeping had. Misschien had je wel aanleg als schrijfster met een rijke fantasie.
Wat wel pleitte voor een mogelijke roeping was dat jijzelf die bijzondere ervaringen van je dromen niet als bewijs aanvoerde. Je had niets van iemand die pronkte “Kijk mij eens. Ik heb bijzondere ervaringen. God roept mij!” Je bleef zelf bescheiden en verwonderd als de jonge Samuel.
Wel durfde je openlijker te spreken over je verlangen om zuster te worden. Je nam kleine liturgische taken over in mijn parochie. Steeds duidelijker werd dat het geen bevlieging was of een vlucht uit de wereld maar een oprecht verlangen om de Heer te dienen door een leven als religieuze. Je keek ook om je heen in de wereld van de religieuzen.
Zo ontdekte je roeping als een echte roeping in de ontmoeting met anderen. Wat mooi dat je ook via Facebook in aanraking kwam met zr. Marie-Gabrielle, de priorin hier, ook al bekwaam met sociale media. Zij was ook geraakt door jouw verlangen. Jullie chatten met elkaar.  Ze nodigde je uit om hier in Halle kennis te maken. Je voelde je meteen thuis vertelde je me.
Je bent meer dan een vol jaar hier geweest. De zusters hier herkenden in jou een echte roeping tot een leven in hun gemeenschap. En vandaag zijn we getuigen van jouw inkleding en begin van je noviciaat. Het is te vergelijken met een verloving. Vanaf nu bereiden jullie je samen voor op de definitieve opname in de orde van de Sacramentinnen.

inkleding2016metpriorin

zr. Marie Madeleine na de inkleding tussen moeder overste zr. Marie Gabrielle en mij die als kerkelijk getuige aanwezig was, en habijt, scapulier, cingel en sluier voor de inkleding mocht zegenen

Ik heb met opzet iets langer stil gestaan bij het verhaal van jouw roeping zoals ik het ervaren heb, omdat een roeping altijd heel persoonlijk is. God roept jou zoals jij bent. Je krijgt een nieuwe naam om dat te onderstrepen.
Anderen hoeven niet te denken: moet ik net zo als Marije zijn? Nee, de Heer gaat met ieder een eigen weg. Elke roeping is bijzonder. Het gaat erom dat ieder zijn of haar roeping verstaat in eigen leven zoals hij of zij is.
Laat vooral niemand denken dat je een beetje saai moet zijn om een roeping tot het gewijde leven te hebben. Als er een niet saai is, dan ben jij het wel zr.Marie-Madeleine. Je speelt voortreffelijk accordeon. Je bent jarenlang een prachtige Zwarte Piet met Sint Nicolaas geweest. Je zong met je jongerenkoor de sterren van de kerkelijke hemel. Je bent van nature enthousiast.
Veel zegt over jou dat je de lijfspreuk van je moeder tot de jouwe hebt gemaakt: het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers op hangen.
Is dat feest nu voor jou nu voorbij zoals sommigen misschien zullen denken? Nee, je neemt je zelf mee in dit nieuwe leven. Zoals een verloofde die zich bindt, niet haar persoon achter laat, maar nog meer tot haar recht komt. Je wilt je leven wijden aan de liefde voor onze Heer en zijn blijvende aanwezigheid in ons midden.
Jij en je medezusters bewaren dat geheim door jullie leven door de Aanbidding van het heilig Sacrament, en bijzondere door te kijken met de ogen van Maria, en door voor elkaar te zorgen.
We danken jullie voor dit innige beschouwelijke leven. Want dankzij de werkelijke tegenwoordigheid van onze Heer in het Heilig Sacrament mogen we allemaal weten dat het feest van ons leven niet op een fiasco uitloopt. De Heer is altijd in ons midden. Allereerste in de eucharistie, maar zijn tegenwoordigheid is blijvend. Hij gaat met ons mee in vreugde en verdriet. Als de Goede Herder die zijn schapen roept en kent bij hun naam. Die ons voert naar de voltooiing van ons leven in de heerlijkheid van God.

Van harte proficiat, zr, Marie-Madeleine, met je inkleding, van harte proficiat zusters met uw medezuster. De Heer heeft jullie aan elkaar toevertrouwd. Verrijk elkaar, versterk en beantwoordt elkaars roeping tot zegen van elkaar en van heel de kerk. Geloofd zij Jezus Christus, in eeuwigheid. Amen

(c) pastoor Martin Los
met toestemming van zr. Marie Gabrielle, priorin, en zr. Marie Madeleine