oefenplaats van de hoop

Preek op de eerste Adventszondag 28 november 2021 Mariakerk en Willibrordkerk

Lieve zusters en broeders, we gaan opnieuw de Adventstijd in met de Coronapandemie die als een grauwsluiter over de maatschappij ligt, ook over het kerkelijk leven. We voelen allemaal de gevolgen daarvan voor ons persoonlijk leven en voor de samenleving.
Intussen is daar nog een nieuwe ontwikkeling bijgekomen. Dat is de tweedeling tussen revaccineerden en voorstanders van vaccinatie  en ongevaccineerden en tegenstanders van vaccinatie. Dat leidt tot spanningen in de samenleving, in de families, en soms ook in de kerk. Voeg daarbij het ongeduld met de situatie en de lange duur dat tot conflicten en uitbarstingen leidt.
In deze context klinken de woorden van Jezus: “wanneer al deze dingen zich beginnen te voltrekken, heft uw hoofden omhoog. Uw verlossing is nabij” 3) Jezus noemt alle verschrikkingen die kunnen gebeuren in de wereld in één adem. Zoals wanneer je een gebergte nadert bijvoorbeeld in Zuid-Frankrijk de Pyreneeën, alle bergtoppen aan elkaar geplakt lijken te zitten als één grote wand. In werkelijkheid zitten er vele kilometers tussen. Maar inderdaad de ene angstige situatie roept de andere op. Alsof de hele wereld in eens op instorten staat.
Er gebeuren veel zaken in de wereld die schrik aanjagen en die mensen de moed kunnen ontnemen. Een manier om daarmee om te gaan, is verdoving te zoeken in verslavende middelen. Door als het ware uit de bedreigende wereld weg te vluchten. “Zorgt dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap” voegt Jezus aan zijn woorden toe. We hoeven dan niet alleen te denken aan overmatig alcohol gebruik, maar aan allerlei verdovende midden, zeker ook aan consumentisme.
We kunnen ook wegvluchten door ons volledig in beslag te laten nemen door de zorgen van het dagelijks leven. Niet meer na hoeven denken en alsmaar druk bezig zijn.
De remedie tegen de nare dingen en de rampen is niet de kop in het zand steken, maar het hoofd omhoog heffen. Wie zijn hoofd omhoog heft schept moed. Als je je hoofd omhoog heft, laat je ruimte aan de hoop.

Deze hoop is wat anders dan het optimistische gevoel dat er altijd betere tijden komen. Inderdaad kunnen tijden elkaar afwisselen, een tijd van oorlog, een tijd van vrede, een tijd van huilen, een tijd van lachten, zegt de wijze Prediker.
“Heft uw hoofden omhoog”  gaat over de hoop die niet gebaseerd is op het verloop van de geschiedenis, op de dingen die ons overkomen. Het is ook niet als de reclame van de vriendenloterij die je dagelijks de kans op honderdduizend euro belooft. Het is niet het realisme van “nooit geschoten, altijd mis”. Het is de hoop die gebaseerd is op de komst van Christus.
Naar zijn komst hadden de eeuwen daarvoor uitgezien: “Dan schenk Ik David een wettige afstammeling die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt” belooft God bij monde van de profeest Jeremia 1). Toen de Messias eenmaal gekomen was, begon er een nieuwe tijd. Nog steeds spreken we in onze christelijke jaartelling over voor- en na Christus. Hij was de nieuwe mens die de hele mensheid een nieuw begin zou schenken van vrede en gerechtigheid. Hij heeft de droom in de harten van ontelbaren gewekt van het koninkrijk van God. Een volstrekt nieuw avontuur. En bovendien, door zijn kruis en opstanding heeft hij de verwachting gewekt dat uiteindelijk zelfs het kwade en de dood overwonnen worden. Het is deze grote droom die we als christenen delen en die we willen delen met de hele wereld.
Dat is de hoop waarover het Evangelie spreekt. Wanneer we uit die hoop leven zullen we het hoofd niet laten zakken tijdens moeilijk perioden. Dan is een coronapandemie en alles wat er bij komt, geen teken dat ons alleen nog maar een gigantische puinhoop wacht. We zien uit naar de komst van Christus. Dat betekent dat we onder alle omstandigheden aanleiding zien om getuigen te zijn van de hoop die in ons leeft. Juist omdat we leven van de hoop zullen we altijd aanleiding zien om hem te volgen in onze manier van leven . Zoals de apostel Paulus schrijft: ”jullie kennen de voorschriften die wij u gegeven hebben op gezag van de Heer Jezus” en “moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar en voor alle mensen” 2) .

Met andere woorden, juist als de wereld, de mensen om ons heen, in paniek raken of de moed alten zakken, mogen wij door ons gedrag een voorbeeld geven, van liefde, vrede en gerechtigheid. Door te luisteren naar de naaste in nood. Door door vriendelijkheid rust te brengen. Als verpleegkundigen in een veldhospitaal in oorlogstijd zoals paus Franciscus ons bij herhaling voorhoudt. In al die gebaren, hoe klein ze misschien ook lijken richten we onze hoofden omhoog. Dat is ook de rol in deze moeilijke coronatijd van de geloofsgemeenschap en van de kerk. Een oefenplaats van hoop in een tijd waar velen de moed verliezen of bijdragen aan een gespannen sfeer.
Laten we de Adventstijd gebruiken om niet af te zakken, maar verwachtingsvolle mensen te zijn. En een geloofsgemeenschap waar we even op adem kunnen komen van een wereld van spanning die op ons afkomt. We verwachten samen de komst van Christus. Dus zijn we altijd vol hoop en liefde. Amen

pastoor Martin Los
schriftlezingen voor deze 1e Adventszondag volgens het universele r.k. leesrooster:
1) eerste lezing: Jeremia 33:14-16
2) tweede lezing: 1e Brief aan de christenen van Thessalonica 3:12-4:2
3) Evangelie: Lukas 21:25-28, 34-36

Een Klein Leven (A Little Life). Recensie

Een Klein Leven door Hanya Yanagihara Nieuw Amsterdam uitgevers 2016

Drijfzand
EenKleinLeven0001
Eigenlijk zou op de omslag van de roman Een klein leven van de Amerikaanse schrijfster Hanya Yanagihara de waarschuwing moeten staan: “Gevaarlijk. Drijfzand”. In een interview kort na de voltooiing van haar boek vertelt de schrijfster dat zij welbewust een roman heeft willen schrijven die als Quicksand zou werken. Inderdaad, als je begonnen bent met lezen, kom je niet meer los ook al zou je willen. Als je je probeert te ontworstelen, raak je steeds dieper verstrikt in deze ongemakkelijke roman. In niet minder dan 750 bladzijden wordt de diepe vriendschap en trouw van vier vrienden aan elkaar beschreven. Ook de belangeloze liefde van mensen voor elkaar. De momenten dat het schuurt en kraakt. De pijn die ze aan elkaar beleven. Maar ook de bewondering voor elkaar door de verschillende levensfasen heen. Ook het intense verdriet om het verlies dat ongenadig komt.

Argeloos begin: vrienden op kamers
Het begin is nog argeloos. Het beschrijft hoe de vier vrienden als studenten met elkaar omgaan, bij elkaar op kamers wonen in Manhattan, met heel weinig genoegen nemen, want ze leven van de vriendschap. De één studeert architectuur, de ander volgt de kunstacademie om schilder te worden, de derde volgt de opleiding tot toneel- en filmacteur, en de vierde, de hoofdpersoon, Jude, studeert aan de rechtenfaculteit. Niets van drijfzand. Maar op het moment dat je daarin verzeild, is het te laat. Onverwachts blijkt Jude’s verleden een struikelblok voor hem te zijn om zich helemaal uit te leven in de vriendschap. Hij probeert min of meer onzichtbaar te zijn. Het is één van de vele aspecten doorheen de roman van een klein leven.

Alleen op de wereld
Gaandeweg het boek blijkt dat hij ooit te vondeling is gelegd bij een klooster. De broeders behandelen hem hardvochtig. Er is sprake van misbruik. En de enige aardige broeder gaat er met hem vandoor om hem als kinderprostitué te exploiteren in het ene motel na het andere. Als hij daaruit ontsnapt en als wees alleen in de wereld is, is zijn beproeving nog niet ten einde. Hij komt terecht in een tehuis waaruit hij na veel ellende ontvlucht om uiteindelijk te belanden in de handen van een zich dokter noemende psychopaat.
Denk niet dat Hanya Yanagihara deze verschrikkelijke kindertijd in chronologische volgorde vertelt in een afgebakend hoofdstuk. Zelfs aan het einde van het boek is nog niet alles verteld. En wat wel onthuld wordt, gaat met horten en stoten, door heel de roman heen. Wat we te horen krijgen en op welk moment, hangt af van de herinnering van Jude zelf als hij is opgenomen in de vriendenkring, een succesvolle student is, een door iedereen geaccepteerd of zelfs geliefde. Pas dan komen de vragen wie hij eigenlijk zelf is, al of niet onder invloed van het verlangen van de anderen om hem beter te leren kennen. Dat geldt het meest van een van de vier vrienden, die later gevierd filmacteur wordt, en een relatie met hem aangaat. En van zijn leermeester, professor Harold Klein en diens vrouw die hem als volwassene adopteren als hun eigen zoon.

Herinneringen met een eigen leven
De herinneringen doen zich aan hem voor. Ze zijn geen beelden die hij zelf naar believen oproept en van zich af kan zetten. Soms worden ze getriggerd door nieuwe ervaringen van geweld en misbruik en door ingrijpend verlies. Maar door alles heen is er zijn lichaam. Dat gekwetste lichaam dat de sporen draagt van zijn verleden als kind en puber. Hij schaamt zich ervoor. Hij laat niemand toe. Uit afschuw en wantrouwen. Maar gaandeweg raakt hij door de littekens uit het verleden gehandicapt zodat het zijn omgeving niet kan ontgaan dat hij er slecht aan toe is en hulp nodig heeft.

Pijn doen om pijn te verzachten
Bovendien heeft hij zich aangewend zichzelf te snijden om door deze pijn het gevoel te hebben dat hij toch de controle heeft over zijn lichaam en zijn leven. Zelf ben ik in mijn pastoraat vaak mannen en vrouwen tegengekomen die slachtoffer geworden zijn van het gedrag van anderen of gebeurtenissen, en die liever zelf schuld op zich namen, dan hun volkomen onmacht te accepteren. Het kan verleidelijk lijken door je zelf pijn doen, ook geestelijk, diepere pijn te verzachten. Hanya Yanagihara is er in geslaagd om het verhaal van het geschonden lichaam en de pijn zo op te nemen in het grote ontroerende verhaal van de vriendschap dat het in mijn beleving geen moment voyeuristisch of sentimenteel overkomt. Het betrekt de lezer wel in de worsteling van Jude in de zoektocht naar wie hijzelf eigenlijk is. En in de worsteling van zijn vrienden in de zorg om hem. Vaak voel je je als lezer ongemakkelijk, misselijk en vol deernis. Maar je ontworstelen aan de worsteling kun je niet. Je waadt door drijfzand. Je worstelt mee. Tot tranen toe.

Heling en verlossing
De binnenste kring vrienden, maar ook de kring daarom heen wil Jude helpen, behoeden voor pijn en genezen. Ze hebben er alles voor over. Maar het roept bij hem de vraag op of zijn leven zoals het is dan niet telt. Vormt de pijn van het verleden en de beperkingen van nu niet een wezenlijk deel van zijn leven. Zijn heling en genezing niet een voortijdige verlossing van een klein leven dat in al zijn kleinheid groot is? Is een gaafheid van lijf en geest, zo die al mogelijk is, niet een soort lethargie waardoor iemand een vreemdeling wordt in eigen leven? Mag je houden van het leven ook als het geschonden is? Een klein leven stelt de onvermijdelijke vraag naar de zin van het leven. Ik ervaar de roman als een vraag naar verzoening met leven dat onvolkomen is. Het is de vraag naar verlossing. Vriendschap en liefde spelen daarin een grote rol. Maar zij zijn broos en breekbaar. En je vrienden en die je liefhebben kunnen weggerukt worden. Voor mij is een vraag naar de zin van ons bestaan, naar verzoening met het bestaande, en verlossing, hoe impliciet ook, een vraag naar God.

De wereld rondom
De roman beschrijft gebeurtenissen die een halve eeuw bestrijken. En de vriendschap betreft de studietijd en de ontwikkeling en maatschappelijke bloeitijd van ieder van de vrienden en de personen daarom heen. Het is tegenwoordig gebruikelijk dat in romans en films die over langere periodes spelen het wereldtoneel als achtergrond wordt gebruikt. In het eerder genoemde interview wordt aan de schrijfster de vraag gesteld waarom zij alle verwijzingen naar contemporaine gebeurtenissen heeft weggelaten. Hanya Yanagihara antwoordt dat zulke verwijzingen relativerend werkend ten aanzien van de eigen tijd van het feitelijke verhaal. Zij wilde dat juist voorkomen in deze roman omdat de lezer geen ontsnapping geboden zou worden. De lezer moet als het ware in het verhaal gezogen worden. Aan het drijfzand is geen ontkomen

Ter afsluiting
Echte kunst, zeker literaire kunst, moet de lezer in de gelegenheid stellen zijn of haar wereld en het eigen bestaan, zichzelf, als het ware opnieuw te verstaan. Met bestaande taal en beelden wordt als het ware de taal en de werkelijkheid opengebroken. De lezer is na de laatste bladzijde niet meer dezelfde als aan het begin. In die opzet is Hanya Yanagihara wat mij betreft geslaagd. Als was het maar door de vragen die de roman oproept en die nablijven als een zeurende pijn en een ongemakkelijk soort jeuk. Ik bewonder de schrijfster voor haar empathische manier van vertellen, verrassende metaforen, en vermogen om ons rond te leiden in een bijna filmische wereld. Maar u bent gewaarschuwd: “Gevaarlijk. Drijfzand!”

© Martin Los