Onwennig woord
Ik moet nog steeds wennen aan het woordje “ontdopen”. Het is betrekkelijk nieuw voor zover ik weet. Het kreeg een paar jaar geleden bekendheid toen de eerste berichten van misbruik in de r.k.kerk in Nederland opdoken.
Omdat in Amerika en Ierland gevallen van misbruik door geestelijken al veel eerder openbaar werden, zou het me niet verbazen als “ontdopen”een vertaling is van “debaptize” of zoiets.
Om meerdere redenen moet ik wennen aan de term “ontdopen”. Niet alleen vanwege de nieuwheid van het woord. Ook door de dubbelzinnigheid van het voorvoegsel “ont-“.
Ontbijten betekent dat iemand die dag voor het eerst ergens in bijt. Ontginnen betekent dat een terrein in cultuur wordt gebracht.
In het voorvoegsel “ont-“ klinkt altijd iets door van beginnen: “ontsluiten, ontrafelen, ontvouwen, ontketenen” Het is een proces dat naar een doel gaat. Er wordt iets blootgelegd of ruimte gegeven. Of er wordt verwezen naar een bron.
“Ontvreemden” en “onteigenen” spreken elkaar eigenlijk tegen. Want als je iets ontvreemdt begin je heimelijk iets weg te nemen van iemand zodat het in vreemde handen overgaat. Maar bij onteigenen wordt iets dat iemand eigen is van hem afgenomen. En “ontlenen” onderstreept juist de herkomst en afhankelijkheid.
Is “ontdopen” het begin van een proces dan is de uitschrijving niet het eindresultaat, maar pas het begin. Het begin waarvan? Ik hoor mensen die zich laten ontdopen zeggen: “ik ben er helemaal klaar mee!”
Of moeten we bij “ontdopen” aan “ontkerstenen” denken. Ontkerstening betekent dat een begin wordt gemaakt met het onttrekken van een een cultuur aan de invloed van het christelijk geloof. Maar “ontdopen” is de daad van een persoon. Dat is toch geen begin van een hele beweging? Of is dat juist de bedoeling?
Ik weet dat woorden door hun gebruik geïmpregneerd worden. Dus de tegenwerping dat iedereen begrijpt wat er in de praktijk verstaan wordt onder “ontdopen” is terecht. Dat neemt niet weg dat ik een ongemakkelijk gevoel houdt bij het woord. Als een schoen die ergens blijft wringen. Misschien is dat ook de bedoeling.
Maar dat heeft echt niet alléén met de taal te maken.
Verwarrend woord
Het is opmerkelijk dat “ontdopen” gekoppeld is aan de Rooms-katholieke kerk. In de andere kerken zoals de PKN worden toch ook kinderen gedoopt?
In de r.k. kerk beschikt elke parochie over een doopboek. Daarin worden de gedoopten op de dag van de doop ingeschreven. Er is een kolom voor hun doopnamen, hun geboortedatum, ouders en peetouders. Daarnaast is er een kolom die te zijner tijd wordt ingevuld als het vormsel heeft plaats gevonden, ook al is de betrokkene inmiddels verhuisd naar een andere parochie. En er is een kolom waar later een huwelijk of religieuze staat kan worden ingeschreven.
Voor de invoering van de Burgerlijke stand kende de toenmalige protestantse staatskerk ook een boek voor de doop dat ook als een soort geboorte register dienst deed. Genealogen maken daar graag gebruik van.
Maar toen de overheid de geboorten systematisch ging registreren raakten doopboeken in protestante gemeenten in onbruik. Men hield een ledenadministratie bij. Vertrok iemand dan kreeg hij een bewijs mee (attestatie) dat h/zij gedoopt was. Dit is in grote lijnen nog steeds de praktijk.
Intussen is de SILA gekomen. Deze Stichting Interkelijke ledenadministratie houdt bij wanneer een protestants gedoopte verhuist. Men hoeft dat dus niet zelf door te geven. Wenst een protestants gedoopte niet langer ingeschreven te staan in de kerk, dan laat h/zij weten uit de landelijke SILA verwijderd te worden. Men laat zich dan niet “ontdopen”maar gewoon uitschrijven uit de kerk.
Dit is voor r.k. gedoopten ook zonder enige moeite mogelijk. Wie uit SILA verwijderd is, zal nooit op enige manier door de kerk benaderd worden. Men staat niet langer te boek als lid. Als uitschrijving uit de kerk is ook voor r.k. gedoopten voldoende dat men zich laat uitschrijven uit SILA
Men heeft voor zijn of haar gevoel dan niets meer met de kerk te maken. Er bestaan geen verplichtingen meer. Maar “ontdoopt” is men als protestant niet. Want de doop heeft ooit plaatsgevonden en dat feit kan niet worden teruggedraaid.
De r.k. kerk beschikt in haar parochie wel over een doopboek. Daar kan inderdaad op verzoek de aantekening in worden gemaakt, dat men als niet gedoopt te boek wil staan. Maar daarmee kan men de geschiedenis niet terugdraaien. De doop heeft plaatsgevonden.
Dit nog een reden waarom het woord “ontdopen” eigenlijk niet de lading dekt. Men kan bij wijze van spreken zijn/haar naam laten schrappen in het doopboek.Dat is iemands goed recht. Maar de doop als gebeurtenis zelf ongedaan maken, is niet mogelijk.
Daarnaast is de mogelijkheid van “ontdopen” beperkt tot de r.k. kerk (en door traditie nauw met haar verwante kerken). Dat is onbevredigend, want het woord” ontdopen”wekt de indruk voor alle als christen gedoopten te gelden. Dat is niet het geval. Op andere terreinen zou men in zo’n geval spreken van rechtsongelijkheid.
Of gaat men nu de r.k. kerk prijzen omdat die de mogelijkheid biedt tot “ontdopen” in de zin van schrappen van de naam in het doopboek, en de andere kerken niet?
Onnodig woord
De doop is meer dan het begin van inschrijving in een kerkelijke administratie. Het is een religieuze rite. Die rite laat zichtbaar zien wat onzichtbaar is: een mens wordt ondergedompeld in het leven, lijden en sterven en de verrijzenis van Jezus Christus en een nieuwe mens.
Vanaf dat moment is de gedoopte één met hem en met alle gedoopten die samen de kerk vormen.
Het is volstrekt duidelijk dat de doop niet zonder enige vorm van geloof in God en in Jezus.
Dus voor iemand die gedoopt is en niet gelooft is de doop als een soort papier zonder waarde.
Er zijn in de loop van de tijd talloze mensen geweest die gedoopt waren, maar hun geloof niet beleefden. Ze hadden er geen moeite mee dat ze gedoopt waren, want het was iets uit hun kindertijd waar ze geen enkele binding mee voelden. Hooguit iets folkloristisch.
Ook in onze tijd zouden mensen die als kind gedoopt zijn, maar die niets met de kerk hebben, dus gewoon kunnen volstaan met hun doop te zien als een stukje speelgoed op zolder uit de kindertijd.
En mocht men later opnieuw het geloof ontdekken, dan is ook meteen de doop weer van kracht als iets dat niet alleen het verleden betreft, maar ook het actuele leven.
Geldt dat dan niet voor de mensen die zich nu laten “ontdopen”? Uiteraard. Ook wie zich heeft laten ontdopen, hoeft niet opnieuw gedoopt te worden als h/zij zich weer betrokken voelt bij geloof en kerk.
Men ontzegt zichzelf bij voorbaat wellicht die mogelijkheid, maar de kerk doet dat niet! De “ontdoopte” die door welke wending in diens leven dan ook, opnieuw tot geloof komt, wordt als in een gezin met vreugde onthaald als een zoon of dochter die lange tijd spoorloos was. Men kan en behoeft niet opnieuw gedoopt worden.
Bevrijdend woord?
Het kan ook zijn dat degenen die de aanzet hebben gegeven tot de “praktijk van ontdopen” meer bedoelen dan verwijdering uit de kerkelijke administratie vanwege het feit dat men geen enkele betrokkenheid voelt. Wil men iets van bevrijding ervaren? Bevrijding van iets dat men als een last ervaart: bevrijding van de kerk? Dan is “ontdopen” ook een vorm van protest.
Ik gun het mensen die op de een of andere manier onder de kerk geleden hebben bijvoorbeeld als gevolg van sexueel misbruik of machtsmisbruik dat zij eindelijk opluchting ervaren door een bepaalde daad. Als het zogenaamde “ontdopen” hen daarbij kan helpen, kunnen we alleen maar respect tonen.
Maar in aansporingen naar anderen toe, via media en sociale media, om zich ook te laten “ontdopen” openbaart zich iets van een missie. Men wil anderen bevrijden of losmaken van de kerk en hun kerkelijke verleden. Maar blijft daardoor niet een soort negatieve binding bestaan? De bedoeling van “ontdopen” was toch om helemaal los van de kerk te zijn?
Waren zij die in de afgelopen eeuwen van beginnende secularisiering en ontkerkelijking gedoopt waren, maar geen relatie tot kerk en geloof voelden, geen vrijere mensen? Sommigen bekritiseerden de kerk naar hartelust, maar niet hun doop. Zij begrepen dat de doop alleen maar van betekenis is als je gelooft. Zij geloofden niet, dus had de doop voor hen geen betekenis anders dan een folkloristische.
Het lijkt alsof voor de hedendaagse “ontdopers” de doop ook een rol speelt als je niet gelooft. Iets waarvan je ontdaan wilt worden, ook als je niet gelooft. Juist omdat je niet gelooft. Dat kan niet anders dan in veel gevallen een knellend gevoel geven. Ergens wringt de schoen.
Maar misschien geeft het leer op den duur mee.
Dan zal men pas werkelijk vrij zijn. Wellicht ook vrij om met een open vizier naar de kerk en het christendom te kijken en naar de eigen doop.
© Martin Los