Preek Pasen 2021 in Mariakerk en Willibrordkerk
“Wat zoekt ge de levende onder de doden. Hij is hier niet. Hij is verrezen 1)”
Lieve zusters en broeders, de verhalen rond de verrijzenis van Jezus laten als je ze naast elkaar legt, allemaal verschillen zien. Er zijn vier Evangelisten die alle vier vertellen over het lege graf op de paasmorgen. Maar de verschillen zijn ook opmerkelijk. In sommige is sprake van een engel die uitlegt wat er gebeurd is. In een ander komen twee leerlingen tot het inzicht aan de hand van linnendoeken die netjes opgerold liggen. Maar alle verhalen stemmen overeen dat de vrouwen die naar het graf gingen en de leerlingen, op het eerste moment geschrokken waren door de steen die was weggerold en de afwezigheid van Jezus’ lichaam. Ze waren in verwarring. Ze hielden hun adem in. Geen wonder want hier had iets plaatsgevonden wat nooit eerder was gebeurd. Het was volstrekt uniek en nergens mee te vergelijken. En dat is nog steeds zo. Als iemand ons vraagt wat verrijzenis uit de dood, is en wat het betekent, dan stotteren en stamelen we. We kunnen het niet goed onder woorden brengen, zelfs als we persoonlijk geen enkele twijfel hebben aan de waarheid van het getuigenis van de apostelen. We verschillen op dat punt niet van de leerlingen die bij het lege graf kwamen. Dat ook zij eerst geschrokken waren, en daarna verbaasd en verwonderd, mag ons dus tot troost zijn. Maar die verwarring van de vrouwen en de leerlingen was geen reden om af te haken. De maakten niet dat zij elkaar de rug toekeerden en elkaar voor bedriegers uitmaakten. Ze waren overtuigd dat hier iets onvoorstelbaars was gebeurd. Ze zochten elkaar op. Ze sterkten elkaar in de overtuiging dat Jezus verrezen was, al begrepen ze de betekenis nog niet helemaal, voor zichzelf en voor de wereld.
De paasverhalen verschillen dus op een aantal punten, maar dat is niet in tegenspraak met de waarheid. De waarheid is de verrijzenis zelf. De leerlingen zijn getuigen. Ze hebben ieder vanuit hun eigen ervaring verteld was ze gezien hebben. Vanuit hun eigen perspectief. Logisch dat de verhalen dus verschillen in wat ze vertellen en waar ze nadruk op leggen. De apostelen en in hun voetspoor de kerk hebben die verschillen niet weggepoetst. Daar is geen enkele reden voor. De apostelen en ook wijzelf bezitten niet zelf de waarheid. De leerlingen zijn getuígen van de waarheid en wij, wij geloven hun getuigenis, zodat we volmondig kunnen belijden dat we geloven in de verrijzenis. De leugen verdeelt, maar de waarheid verbindt. Dat we vervolgens moeite hebben om onder woorden te brengen wat de betekenis is voor ons en voor de wereld, is geen gebrek een geloof of redenen om te geloven. Het geeft alleen maar aan, dat we ons hele leven ons verwonderen over de boodschap dat de dood niet het laatste woord heeft over ons leven. Haak dus niet af, voel u niet bewaard als u moeite hebt aan anderen uit te leggen hoe de verrijzenis van Jezus zou zijn geschied. Dat is geen teken van ongeloof. Wat we wel kunnen is vertellen wat het geloof in de verrijzenis met ons doet, de verrijzenis van de gekruisigde wel te verstaan. Want dat betekent de verrijzenis van Jezus in de eerste plaats: dat niet het kwade, of de menselijke schuld, de onrechtvaardigheid of de dood het laatste woord heeft over ons bestaan en deze wereld. Het is God die Jezus recht heeft gedaan door hem uit de doden op te wekken. Het is God die hem het lot van de wereld in zijn handen heeft gelegd. Rechtvaardigheid en barmhartigheid zijn de pijlers waarop het rijk van God berust. Wat er ook gebeurt.
Geloven in de verrijzenis betekent dus dat we met vast vertrouwen durven gaan in het voetspoor van Jezus Christus. Telkens opnieuw en zo groeien in dat geloof. Omdat we vervuld zijn van de hoop. Vanuit de hoop leven is getuige zijn van de waarheid, van de werkelijkheid die er door de verrijzenis toe doet. We zien de steen van het graf weggerold. Licht valt ons leven binnen. Er is vergeving en een nieuw begin mogelijk. Het geloof in de verrijzenis bevrijdt ons van de zonde waar we aan vastgeketend zaten. Ze oefent geen macht meer uit. Daarom zeggen de apostelen dat we door het geloof in Jezus die verrezen is, een nieuwe schepping zijn. We zijn al deel van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont. Alles wat we zien, gaat voorbij, maar wat we niet zien, dat blijft, dat is de toekomst waarnaar we op weg zijn, toekomst waar we al onderdeel van uitmaken.
Paulus zegt dat we door het geloof en de doop één geworden zijn met Jezus, met zijn dood en verrijzenis. Spreken over de verrijzenis is dus existentieel. Het gaat over ons leven hier en nu. Iedere gedoopte zou dit steeds voor ogen moeten houden. Allemaal zijn we gedoopt. De meesten als kleinkind. De doopdatum hebben we denk ik niet paraat. Pasen is dus eigenlijk de gezamenlijke verjaardag van onze doop. Door de doop in Jezus’ dood zegt Paulus, is onze oude leven voorbij. We zijn met Christus begraven om een nieuw leven te beginnen. Elk Pasen zijn er tot onze vreugde ook volwassenen die de roepstem van Jezus hebben gehoord en verlangen door de doop opgenomen te worden in het lichaam van Christus. Zoals in deze Paasnacht in onze parochie 2 jonge mannen. De doop maakt de verrijzenis voor ons actueel. Laten we allemaal dankbaar zijn voor onze doop die ons geloof bevestigt en vol levenskracht is. Elke dag opnieuw. Door de doop is over ons leven de steen van het graf weggerold. We kunnen het nog maar nauwelijks bevatten zoals de eerste christenen. Met des te meer overtuiging roepen we elkaar toe: De Heer is waarlijk opgestaan. Hallelujah. Amen
Martin Los,
1) Evangelie van 1e Paasdag 2020 Marcus 16:1-8
Maandelijks archief: april 2021
Liefdes nalatenschap
Preek op de avond van Witte Donderdag Mariakerk 2021
Lieve broeders en zusters, elke keer als we samenkomen om de eucharistie te vieren, belijden wij de dood en de verrijzenis van onze Heer, het grote mysterie van Pasen. Maar we doen dit heel bijzonder in deze drie dagen van Pasen, Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag. Meer dan ooit beleven we in deze dagen wat we ons hele leven belijden. We gedenken bewust en liefdevol de weg die Jezus gegaan. We vertellen de verhalen van zijn laatste dagen opnieuw en we stellen ons de gebeurtenissen voor ogen door middel van de eeuwenoude rituelen van de kerk die ons vanaf het eerste Pasen zijn overgeleverd. Als we vanavond de eucharistie vieren, zien we Jezus met zijn leerlingen aan het laatste Avondmaal.
Johannes vertelt: Jezus die wist dat zijn uur gekomen was om naar de Vader over te gaan, en die de zijnen in de wereld bemind had, gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe 1). Toen Jezus voor het begin van de maaltijd zijn kleren opschortte en voor ieder van zijn leerlingen neerknielde om hen de voeten te wassen, nam hij dus heel bewust de taak op zich die God, de Vader hem had toevertrouwd: de overwinning op zonde en dood door zijn liefde tot het uiterste toe. De voetwassing was niet alleen een voorbeeld dat Jezus zijn leerlingen gaf, het was zijn liefde zelf die hij hen toevertrouwde. Het was zijn testament dat hij hen toevertrouwde. Een nalatenschap die aan ons is doorgegeven. Wat we vandaag gedenken is niet alleen een voorbeeld, maar in de eerste plaats een geschenk, de oorzaak van ons geloof, de daad die alles in beweging heeft gezet. Het laatste avondmaal is een gave van liefde en een opgave om elkaar lief te hebben.
Door de voeten van zijn leerlingen te wassen, nam Jezus de gestalte van een slaaf aan. En aan het eind nodigde hij zijn leerlingen voortaan elkaar de voeten te wassen. Boze tongen beweren dat het christelijk geloof eigenlijk mensonwaardig is, omdat het mensen aanzet zichzelf ondergeschikt te maken en hun eigen natuurlijke belang, hun eigen mogelijkheden en talenten te negeren. Een slaafse godsdienst voor ondergeschikte mensen. Slavernij moet niet worden aangemoedigd maar uitgebannen uit de samenleving, zegt men. Allerlei vormen van slavernij, ook in onze tijd, moeten natuurlijk worden opgeheven en tegengegaan. Maar Jezus verheerlijkt niet de slavernij die mensen ondergeschikt en gedienstig maakt. Elkaar dienen, elkaar de voeten wassen, betekent elkaar lief hebben, het beste wat in je is, vrijwillig ten dienste stellen van elkaar. Niet gedwongen of uit angst, maar uit liefde. Zo zullen we zelf het kwade overwinnen door het goede. Zo zullen we laten zijn waar ware vrijheid toe leidt. Niet tot overheersing van de een door de ander, maar dat we samen het leven mooi maken. Zij die ons een slaafs geloof verwijten en een sta-in-de-weg van mensen in hun ontwikkeling, kunnen beter kijken naar de verslaving om ons heen, niet alleen de verslaving aan genotsmiddelen die verwoestend uit werken, maar ook de verslaving aan bezit, geld en macht, aan consumptie die allemaal het leven lelijk maken en mensen van elkaar vervreemden.
Jezus heeft ons zichzelf nagelaten in brood en wijn om ons deel te geven aan het leven met God, het eeuwige leven. Laten we daarom de eucharistie met grote liefde vieren en altijd omgeven met respect. Maar laten we de nalatenschap van Jezus, zijn liefde die ons heeft aangeraakt, in ons eigen leven niet veronachtzamen, maar er uit leven in de omgang met elkaar.
Amen
Pastoor Martin Los
- Evangelie van Witte Donderdag: Johannes 13:1–15