Preek op de 2e Adventszondag 10 december 2017 Mariakerk en Willibrordkerk
We oefenen ons in deze Adventstijd in verwachting. We herinneren ons hoe in Bijbelse tijden Gods volk uitzag en verlangde naar de komst van de Messias. Ze wisten niet wanneer hij geboren zou worden, waar hij geboren zou worden en hoe hij eruit zou zijn. De profeten spoorden de mensen aan om vol van verwachting te zijn, om zich voor te bereiden en te leven op een manier die paste bij een volk dat uitziet naar de komst van zijn koning.
De Evangelist Markus citeert aan het begin van zijn Evangelie de profeet Jesaja die zegt: “Bereidt de weg van de Heer. Maakt zijn paden recht”*) . Zo hadden de profeten het hart van het volk sneller doen kloppen voor de komst van de Messias. Zo hadden de profeten de verwachting van het volk gaande gehouden in tijden dat het Gods beloften vergat. Als laatste Johannes de Doper **)
Wij oefenen ons als gelovigen in verwachting. Door ons te herinneren hoe in de eeuwen voor de geboorte van Jezus mensen zoals wij het vertrouwen in zijn komst voeden door te proberen goed en rechtvaardig te leven, en door kritisch te zijn op hun levenswijze.
Maar we oefenen ons niet alleen in verwachting door de herinnering aan vroeger. We oefenen ons ook door zelf te verwachten. Want Christus die eens als kind geboren werd, zal eens wederkomen en verschijnen in heerlijkheid.
De vraag aan ons is of wij inderdaad zijn wederkomst verwachten. Staan we om zo te zeggen inderdaad op de uitkijk? Leven wij Jezus tegemoet. Spreekt uit ons doen en laten dat wij hem spoedig verwachten? Petrus schrijft in zijn brief zelfs dat we die komst kunnen bespoedigen. Door “oprechte vroomheid en een heilig leven’ ***). Bijvoorbeeld door eindelijk eens vergeving te vragen aan iemand die je gekwetst hebt, of vergeving te schenken aan iemand die jou gekwetst heeft. Wanneer je deze en andere dingen doet, neem je belemmeringen voor Gods koninkrijk weg. Je versnelt de komst ervan
Vaak zijn we wat op ons hoede als iemand begint over de wederkomst. Omdat sommigen groeperingen die overtuigd zijn van een spoedige wederkomst zich terugtrekken uit de wereld, hun bezit verkopen, hun baan opzeggen, zich verzamelen op een bepaalde plek en een bepaalde tijd. Als er dan niets gebeurt druipen ze teleurgesteld af. Een beetje uitgelachen door de rest van de wereld.
Maar het zou jammer zijn wanneer wij daardoor zouden concluderen dat geloof in de wederkomst van Christus iets is voor mensen die niet me beide benen op de grond staan. Daarmee zouden we onszelf te kort doen. Ons geloof zou ernstig in kracht afnemen. Want het is juist de verwachting die ons geloof vleugels geeft.
Oefenen in verwachting betekent niet dat we ons gewone leven de rug zouden moeten toekeren. Nog minder dat we passief gaan zitten afwachten tot er iets gebeurt. Verwachten is juist actief in ons leven laten zien dat we geloven dat niet onze menselijke tekorten, het kwade, het onrecht en de dood het laatste woord over ons leven en over deze wereld. We kunnen dat tonen doordat we niet alleen te denken aan eigen genoegens en plezier maar ons ook in te zetten in onze vrije tijd voor mensen die afhankelijk zijn en hulp nodig hebben. In de eigen familie, of in de buurt, of in een vrijwilligersorganisatie. Iedereen die dat doet, vertelt hoeveel voldoening dat geeft. Je maakt een ander blij en je het is voor jezelf ene medicijn tegen moedeloosheid en ontevredenheid.
Het is ermee als met je lichaam en je spieren. Als je niet beweegt worden je spieren slap. Je voelt je slap en lusteloos. Hoe meer positieve dingen we doen, hoe meer we daadwerkelijk aandacht voor anderen hebben, hoe zinvoller we ons leven ervaren, en hoe dankbaarder we zijn.
Op deze wijze mogen we ook laten zien dat we uitzien naar de wederkomst van Christus. Dat we zijn rijk verwachten, doordat we ons al gedragen als burgers van dat koninkrijk.
Dan krijgen we ook een andere tijdsbeleving. Zonder dat we onszelf inzetten voor het goede, en bereid zijn zelfs offers te brengen, zullen we gemakkelijk in cynisme vervallen met opmerkingen als: alles wat je doet is toch maar een druppel op een gloeiden plaat. Als je zelf aan de slag gaat, zal je juist meer en meer overtuigd raken hoe zinvol je bezig bent. Je groeit in kracht.
Je krijgt een andere tijdsbeleving zoals ik zei. Je verwachten wordt geen eindeloos wachten op iets waarvan je op den duur denkt dat het toch niet gebeurt, je verwachten wordt een vreugde, een gevulde tijd.
We hoorden Petrus zeggen: voor de Heer is één dag als duizend jaren, en duizend jaren als één dag. We weten zelf ook dat tijd niet allereerst iets is van de wijzers van de klok, – in feite abstracte, levenloze tijd – maar hoe je iets beleeft. Soms lijken de seconden voorbij te kruipen, soms vliegen de dagen. Als we iets beleven wat betekenisvol en mooi is, lijkt de tijd soms stil te staan en samen te vallen met de eeuwigheid.
Zo is het ook met onszelf oefenen in verwachting. Wie leeft van verwachting, beleeft zijn tijd nooit als zinloos of als verloren tijd. De verwachting van de wederkomst van Jezus geeft ons leven zin en betekenis. Ze geeft ons leven vleugels om het goede te doen wat ons te doen staat. En ze geeft ons rust omdat we weten dat alles goed komt. Amen
© Martin Los pr
schriftlezingen op deze tweede zondag van de Advent (Markusjaar)
*) Jesaja 40:1-5,9-11
**) Evangelielezing Marcus 1:1-8
***) 2e Brief van Petrus 3:8-14
