Ziende door gezien te worden

Homilie op de 4e zondag van de Veertigdagentijd 19 maart 2023 Sint Dominicus Tiel

Dierbare zusters en broeders, de liturgie van deze zondag is vervuld van vreugde en van licht en van zien en van verlichting. Dat is niet zonder reden. We zijn halverwege de voorbereidingstijd van Pasen. Midden in een tijd van vasten en boete, bereiden we ons voor op het grote feest. Halverwege verheugen we ons al op de viering van de overwinning op de duisternis van dood en zonde door het kruis en de verrijzenis van Jezus. Is dat niet ons verlangen dat ons geloof en ons leven wordt vernieuwd door de vreugde van Pasen? Dat we onszelf, onze medemensen, onze wereld met nieuwe ogen mogen zien. En dat we vervuld van hoop onze leven met Jezus vervolgen?

Van oorsprong is Pasen niet alleen het feest van de verrijzenis van Jezus. Het is ook het doopfeest van de volwassen geloofsleerlingen die zich voorbereiden op de doop in de Paasnacht. Want in de doop zijn we verenigd met Christus, met zijn dood en verrijzenis. Door de doop krijgen we deel aan het eeuwige leven. Zoals Paulus zegt in zijn brief aan de Efeziërs: “Eens waart ge duisternis, nu zijt ge licht door uw gemeenschap met de Heer. Leef dan ook al kinderen van het licht” 1). De vernieuwing van onze doopbeloften met Pasen herinnert ons er allemaal aan dat we in de doop een nieuw leven hebben ontvangen. Je zou Pasen dus ook onze gezamenlijke doopverjaardag kunnen noemen die we jaarlijks vieren. Die doop blijft altijd van kracht.

De doop is eigenlijk een wedergeboorte. We zijn eenmaal geboren uit de moederschoot. Een volkomen nieuw begin. Een mens die het licht ziet. Maar we weten allemaal dat er in een mensenleven nog vele momenten zijn waarop we opeens alles in een nieuw licht zien. “Als we een kind zijn spreken we als een kind, zien we als een kind, redeneren we als een kind. Als een volwassene spreken we als een volwassene, zien we als een volwassene, redeneren we als een volwassene” schrijft Paulus op een andere plaats 3) . We gaan steeds een nieuwe fase binnen tot in de ouderdom toe alsof we steeds opnieuw geboren worden. Steeds weer laten we onwetendheid achter ons en zien we met nieuw ogen. Dat is op ieder mensenleven van toepassing. Maar de wedergeboorte door de doop is een geschenk van God die een fundamentele verandering in ons er-zijn betekent.
Door de doop worden we opnieuw geboren als kinderen van het licht omdat onze ogen geopend zijn voor Jezus als de Mensenzoon die gekomen is om de wereld terug te brengen bij God en binnen te leiden in zijn koninkrijk. Hij is ‘het Licht de wereld’ vertelt Johannes.

Het verhaal van de blinde man heeft een plaats gekregen in deze voorbereidingstijd op Pasen omdat het een perfecte inleiding is op dit mysterie van de doop 2) . Hij is blindgeboren en heeft nog nooit het licht gezien. Maar als Jezus langskomt en hem ziet, gebeurt er iets bijzonders: Hij spuwt op de grond, maakt van het speeksel slijk en smeert dit op zijn ogen. Ik stel me voor dat de man met zijn oogleden knippert. Het jeukt. Het vraagt om een oogwassing. “Ga je wassen in de vijver van Siloam” zegt Jezus. De man moet dus ook zelf in beweging komen hoewel hij nog niet ziet. Een beweging waartoe Jezus zelf hem heeft aangespoord. Pas als hij uit het water komt, is hij ziende.

We herkennen hierin het mysterie van de doop. Jezus komt voorbij. Hij ziet een mens in zijn kwetsbaarheid. Hij neemt het initiatief. Het is Christus die in mensen een verlangen wakker maakt om hem te zien zoals hij is. Die aanraking kan op velerlei gebeuren. Door een verloren gewaande herinnering, door de uitgestoken hand van een medemens, door een sprakeloze zonsondergang, door de stilte in een lege kerk, door een tekst in een opengeslagen bijbel. Dat is als het ware het slijk dat Jezus op de ogen smeert. Dan wacht het water van Siloam, het water van de doop. En dan ontmoet de man Jezus zelf en hij belijdt dat Jezus de Mensenzoon is. Hij is niet langer blind.

Blind zijn de mensen die niet erkennen wat aan hem geschied is. Zij ontzeggen hem zelfs de toegang tot de synagoge.
Dit is wat na Pinksteren al snel alle mensen overkwam wier ogen geopend werden, en die in Jezus als de Messias geloofden. Verbanning uit de bestaande gemeenschap. Maar het licht kan niet meer ondergaan voor hen die het licht gezien hebben, voor hen die de ware vreugde geproefd hebben, voor allen die deel hebben aan de innerlijke verlichting door de Heilige Geest.

Een kleine kanttekening (disclaimer). Het komt wel voor dat mensen zeggen het licht gezien te hebben, die zich hooghartig en intolerant gedragen. Maar dat is niet de verlichting waar het hier omgaat. Dat is veeleer verblinding en gelijkhebberij.
“Leeft dan ook als kinderen van het licht” schrijft Paulus in zijn doopcatechese aan de Efeziërs: “de vrucht van het licht kan alleen maar zijn: goedheid, gerechtigheid, waarheid”. Echte kinderen van het licht zijn herkenbaar aan hun zachtmoedigheid, welwillendheid en betrouwbaarheid, openheid en verwondering

Laat dat ook ons antwoord zijn op het onbegrip, de spot, de tegenstand die we soms ondervinden omdat we in Jezus het licht der wereld erkennen. Als we leven in het licht worden we zelf tot licht. In het licht worden we tot verschijning en afstraling van Gods goedheid en genade en van de energie van Jezus Christus’ aanwezigheid en liefde in ons leven. Amen

Martin Los, pr

Lezingen in de eucharistie op de 4e zondag in de Veertigdagentijd
1) Brief van Paulus aan de Efeziers
2) Evangelielezing:
Johannes 9:1-41
3) citaat uit I Korinthiers 13
afbeelding: Genezing van de blindgeborene. (Rembrandt van Rijn 1660 Museum Boymans van Beuningen)