Onvergetelijk stralend gelaat

Homilie op het feest van de van de Gedaanteverandering van Heer op zondag 6 augustus in de Dominicuskerk van Tiel

Elk jaar viert de kerk, op deze dag 6 augustus, al zeventienhonderd jaar, het feest van de Gedaanteverandering van de Heer. Omdat 6 augustus dit jaar op zondag valt, krijgt het de volle aandacht. Waarschijnlijk vindt het feest van de Gedaanteverandering van de Heer zijn oorsprong in de inwijding van de gelijknamige kerk op de berg Thabor in Israël in de vierde eeuw na Christus.
Christenen mochten toen voor het eerst kerken bouwen nadat zij meer dan driehonderd jaar een verboden godsdienst waren geweest. Het eerste wat de christenen onmiddellijk deden was van de vrijheid gebruik maken om kerken te bouwen, om te beginnen op de graven van de martelaren en heiligen en op heilige plaatsen die gewijd zijn aan gebeurtenissen uit het leven en optreden van Jezus.
We kunnen ons de blijdschap en trots voorstellen dat de christenen na eeuwen van vervolging, discriminatie en onvrijheid eindelijk in vrijheid hun geloof mochten belijden en vieren. Alsof de openbaring van Jezus als de overwinnaar van het kwade en de dood zonneklaar en voor iedereen nu ook publiekelijk zichtbaar was. Het was alsof de Gedaanteverandering niet alleen in het Evangelie verhaald werd, maar dat deze verandering van gedaante van de Heer nu door deze verschuiving zichtbaar voor de hele wereld plaatsvond. De kerk kwam zelf uit de vervolging gesterkt en gezuiverd tevoorschijn. Ze was er bij wijze van spreken klaar voor om het wereldtoneel te betreden en een rol in het publieke en politieke leven te gaan spelen.
We weten nu dat het anders gelopen is. De kerk verwereldlijkte.  In plaats van een gouden tijd raakte zij na verloop van tijd politiek betrokken, bij grote conflicten op het gebied van de leer die tot verdeeldheid leiden. Bovendien vonden grote volksverhuizingen plaats die zorgden voor onrust en instabiliteit. Er is niets nieuws onder de zon. Die overgang van vervolgde kerk naar kerk die haar stempel drukte op de maatschappij wordt wel eens de zondeval van het christendom genoemd.
Ook als we niet zo negatief oordelen, maakte de sfeer van triomf die heerste ten tijde van de inwijding van de kerk op de berg Thabor ruim driehonderd jaar na Christus plaats voor meer ingetogenheid en realiteitszin. Maar de betekenis van de Gedaanteverandering op de berg is door de wisselvalligheden van de geschiedenis niet kleiner maar veeleer groter geworden. Want de Gedaanteverandering van de Heer laat ons zien dat Jezus Christus de Zoon van God is op wie wij moeten vertrouwen 1). De Gedaanteverandering laat de heerlijkheid zien die hij bezat bij God de Vader voor de grondlegging van de wereld. Die heerlijkheid die hij had afgelegd om door zijn lijden en dood ons, mensen, deel te geven aan zijn heerlijkheid,  Hij was uit de hemel neergedaald om de mensheid terug te voeren tot een bestaan in Gods liefde zoals hij van tevoren bedoeld had.
De Gedaanteverandering op de berg wijst vooruit naar Pasen en de verrijzenis. Daarom nam Jezus Petrus, Jacobus en diens broer Johannes mee om hen tot getuigen te maken. Zodat ze met de lijdende Christus aan het kruis voor ogen niet zouden wanhopen.
De gedaanteverandering vond plaats toen Jezus aan het bidden was. Door de ontmoeting met God in gebed straalde zijn gelaat als teken dat bidden ‘voor Gods aangezicht staan’ betekent.
Zijn ontmoeting met God in gebed op de berg verenigt Jezus zoals we zien, met de twee andere  vertrouwelingen van God, Mozes en Elia.
Petrus haast zich als hij dat alles ziet om voor te stellen dat de leerlingen drie tenten bouwen, voor Jezus één, voor Mozes één en voor Elia één. In deze vakantie denken we bij tenten aan kamperen. Maar het gaat hier niet om schuilen voor regen en kou of zonnehitte. Een tent staat voor bedekken. Aan het oog onttrekken. Wanneer Mozes bij de verbondssluiting op de berg Sinaï God ontmoet, zo vertelt het boek Exodus, straalt zijn gelaat na die ontmoeting. Het straalt zo sterk dat Aaron en de anderen als Mozes de berg afdaalt niet dichter bij hem durven komen.  Daarom bedekt hij zijn gelaat. Petrus ervaart tussen Jezus, Mozes en Elia in de heerlijkheid van God en henzelf als apostelen een grote kloof. Het is niet gepast als stervelingen zich mengen onder de onsterfelijken. De heiligen en de zondaars. Er moet volgens Petrus dus een soort gordijn tussen hen komen. Maar juist op dat moment bedekt geen doek, maar een lichtende wolk de hele scene en klinkt die stem: “dit is mijn geliefde Zoon, luistert naar Hem”. De apostelen vallen bevreesd ter aarde. Maar Jezus raakt hen aan en zegt: “Sta op en wees niet bang”.  Dan zien ze Jezus alleen. Ze hebben de heerlijkheid van Jezus als de Zoon van God gezien, en ze zijn toch niet weggevaagd en gestorven. Ze weten nu dat Jezus de wereld van God en van de mensen in zich verenigt. Hij zal allen die met hem verbonden zijn, straks door zijn lijden en verrijzenis binnenvoeren in het eeuwige leven en deel geven aan de heerlijkheid van God.
De Gedaanteverandering op de berg Thabor is een absoluut hoogtepunt in het leven van Jezus en zijn apostelen. Maar het is nog geen eindpunt. Ze moeten straks de berg weer afdalen naar het leven zoals wij dat kennen met zijn lijden, beproeving en pijn. Maar ze hebben het verheerlijkte beeld van Jezus voor altijd voor ogen. Zo mogen ook wij door het geloof met het beeld van Jezus en zijn heerlijkheid voor ogen leven. Het geeft ons moed en kracht bij alle beproeving en tegenslag op Jezus te vertrouwen als de Weg, de Waarheid en het Leven.
Het koninkrijk van God is al verborgen onder ons aanwezig. Totdat het voorgoed aan het licht komt wanneer we onszelf mogen zien van aangezicht tot aangezicht met de ogen van Gods liefde. Intussen mogen we in onszelf al dat beeld in ons hart bewaren in een leven van gebed, geloof en liefde. Amen

Martin Los, pr
1) Evangelie van dit feest: Matteus 17:1-9
Afbeelding: Transfiguratie. Sieger Köder:

Liefde die in het voorbijgaan al haar ware gedaante toont

Zondag 2a in de Veertigdagentijd 5 maart 2023 H. Suidbertus Geldermalsen

Deze Veertigdagentijd bereidt ons voor op grote feest van Pasen, van de verrijzenis en het eeuwige leven.
In het begin van de kerk vond de doop van de volwassen geloofsleerlingen plaats in de Paasnacht. Veertigdagen voor Pasen spraken zij openlijk hun verlangen uit om gedoopt te worden. In aanwezigheid van de hele geloofsgemeenschap werden zij in de Veertigdagen elke zondagen ingewijd in het geheim van doop als opname en inlijving in het lichaam van Christus.
Pas in de eeuwen daarna werd dit ook een tijd van inkeer en boete. Degenen die al eerder gedoopt waren realiseerden zich immers dat zij niet altijd in overeenstemming met hun doopbelofte geleefd hadden. En zo is het eigenlijk nog steeds. We willen graag weer met een zuiver hart met vreugde op gaan naar het Paasfeest. En onze doopbeloften met Pasen vernieuwen.

De geheimen van het geloof komen dus ook nu zondag aan zondag in deze veertig dagen aan de orde. Om ons geloof op te frissen en te verdiepen. Het uitgangspunt is natuurlijk Jezus Christus zelf, wat hij voor ons gedaan heeft, wat hij voor ons betekent en hoe zijn leven een voorbeeld is voor ons, een voorbeeld dat navolging verdient. Zo versterkt hij zijn liefdevolle band met ons. Zo groeien we steeds in de eenheid met hem met wie we door de doop en het geloof eén lichaam vormen en met heel de kerk die lichaam van Christus is.

Vorige week, de eerste zondag in de Veertigdagen tijd stonden we stil bij de verzoeking van Jezus in de woestijn. Na zijn doop in de Jordaan trok Jezus zich eerst terug in de eenzaamheid om zich voor te bereiden op zijn taak om de Blijde Boodschap te verkondigen en het rijk van God aan te kondigen. De verleidingen die hem werden voorgespiegeld, om de beproevingen die hij op zijn weg zou tegen komen, te ontlopen, wees hij resoluut af. Niet door magische formules en  bezweringen. Hij haalde gewoon woorden uit de Heilige Schrift aan uit de Wet en de Profeten en de Psalmen. Jezus weerde dus alle verleidingen om zijn roeping te verzaken af door gehoorzaam te zijn aan het Woord van God. Hij roept ons door zijn voorbeeld als gedoopten ook op om trouw te blijven aan het geloof door te luisteren naar de woorden die ons zijn overgeleverd, woorden die elke zondag worden voorgelezen om ons te troosten, raad te geven en tot inkeer op te roepen waar dat nodig is. Wat goed genoeg is voor hem, is goed genoeg voor ons.

Op deze twééde zondag in de Veertigdagentijd zien we Jezus op een hoge berg in gezelschap van drie van zijn leerlingen 1) Jezus staat nu niet aan het begin van zijn taak. Hij staat nu op het beslissende punt om zijn taak te volbrengen, zijn opgang naar Jeruzalem. Even hiervoor heeft hij zijn leerlingen uitgelegd dat hij veel zal moeten lijden en door de mensen verworpen, maar dat hij op de derde dag zal opstaan. De leerlingen konden dat totaal niet bevatten. Om hen te bemoedigen neemt Jezus een aantal van hen mee om boven op de berg te bidden en te tonen wie hij werkelijk is.

Jezus ondergaat een gedaanteverandering. Hij straalt naar alle kanten als hij daar in gebed is. We zien hem ook in gesprek met de grote figuren uit de geschiedenis van Gods volk, Mozes en Elia, de Wet en de profeten.
Wat we hier in geloof aanschouwen is de verheerlijking van Jezus. Deze verheerlijking toont wie hij als persoon werkelijk is: de Zoon van God. Zijn verheerlijking toont Jezus en zijn grote liefde die zelfs de dood overwint.

Natuurlijk willen zijn leerlingen dit deze ervaring vasthouden: “Heer, het is goed wat wij hier zijn. Zullen we drie tenten opzetten, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia?” Maar dan omgeeft een wolk hen, beeld van Gods tegenwoordigheid, en een stem klinkt: “Dit is mijn geliefde Zoon, in wie ik een welbehagen heb, luister naar Hem”. Nu zien ze Jezus weer alleen. Diezelfde Jezus, maar met andere ogen.

Jezus had zijn leerlingen meegenomen de berg op om hen vooraf te sterken door het beeld van zijn verheerlijking zodat ze niet zouden bezwijken als ze hem aan het kruis zouden zien als de lijdende knecht van God.
Wij zouden ook Christus vast willen houden als we bijvoorbeeld een ontroerende mooie liturgieviering hebben beleefd. Of als we in een periode van pijn en verdriet de troostende nabijheid van Christus hebben gevoeld. We beschouwen dat als een toppunt en dus eindpunt. Maar het is geen eindpunt. De voltooiing volgt pas als we onze laatste adem uitblazen en onze taak als mens is volbracht.

Door de doop weten we dat we kinderen van God zijn en dat we mogen delen in de heerlijkheid van Jezus Christus, de Zoon van God. We leven met dat visioen in ons hart voor ogen.
Bij de doop is de heilige Geest over ons uitgestort. Die Geest opent ons oor voor die stem die zegt: “dit is mijn geliefde Zoon, luistert naar Hem”.
Laten we hem volgen op zijn weg. Naar de mens gesproken geen succesvolle carrière als van een superheld. De weg van de liefde is een weg die offers vraagt en die moeite en soms pijn met zich meebrengt. Met het beeld van de verheerlijking van Jezus in ons hart, de triomf van de liefde, durven we als gedoopten die weg te gaan naar het Pasen zonder einde. Amen

Martin Los pr

1) Evangelielezing tijdens de eucharistie op de 2e zondag in de Veertigdagentijd: Matteus 17:1-9
Afbeelding: Sieger Kroger, transfiguratie