Het onkruid en de tarwe. Een gelijkenis als troost voor kerk en wereld in nood

Homilie op de 16e zondag 23 juli 2023 Tiel

Een gewaarschuwd mens telt voor twee. We zouden ook kunnen zeggen: een gewaarschuwd mens is een wijs en getroost en geduldig mens.
Dat is precies de bedoeling van de gelijkenissen die Jezus hier vertelt. Door zijn tot leerlingen in gelijkenissen te spreken bereidt hij hen voor op de tegenspoed die zij na zijn vertrek uit deze wereld zullen ervaren. Zou hij hen niet gewaarschuwd  hebben, dan zouden ze zich in tijden van vervolging alleen gelaten en teleurgesteld voelen. Maar doordat Jezus hen had voorbereid wisten zij dat hij ervan wist en zo zouden ze zich juist in de beproeving getroost en gesterkt weten. Want de gelijkenissen verschaften hen hoop en gaven hen inzicht in de onstuitbare komst van Gods koninkrijk. 
Vorige zondag luisterden we naar de gelijkenis van de zaaier. Ook deze zondag horen we Jezus gelijkenissen vertellen. Zoals de gelijkenis van de tarwe en het onkruid dat samen opgroeit tot de dag waarop het koren wordt geoogst en het onkruid wordt verbrandt. Wij menen vaak dat Jezus gelijkenissen vertelt om moeilijk te begrijpen zaken die over God en geloof gaan te vereenvoudigen zodat een kind ze door zo’n gelijkenis zou kunnen begrijpen. Maar dat is niet het eerste doel waarom Jezus deze en andere gelijkenissen vertelt. Een gelijkenis van Jezus is in de eerste plaats een geheim dat hij zijn volgelingen toevertrouwt zodat ze in tijden van beproeving niet wanhopig zouden worden, maar volharden en groeien in geloof. Een soort hemels knipoog. De werkelijkheid mocht nog zo verwarrend en pijnlijk zijn, door de gelijkenis zouden ze de moed niet verliezen.
Dat gold meteen al voor de eerste christenen die onmiddellijk na Pinksteren vervolgd werden. Vergeet niet dat bijna al de apostelen als martelaren gedood zijn en met hen talloze andere volgelingen. Maar hen werd allemaal de genade vergund dat ze de hemel op het moment van hun dood open zagen staan zoals de eerste martelaar Stefanus die daarbij ook geheel in de geest van Jezus Christus bad: “Heer, vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen”. Is dat ook niet wat Paulus bedoelt als hij schrijft “De Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijk verzuchtingen” 2)
De gelijkenis van de tarwe en het onkruid dat samen opgroeit, gaat over het lijden in deze wereld dat gelovigen op hun pad tegenkomen. De organisatie Kerk in Nood meldt dat er vorig jaar wereldwijd 360 miljoen christenen hun geloof niet vrijuit konden beleven. Dat er vijfeneenhalfduizend christenen gedood zijn. Het is niet zo dat omdat Jezus het kwade en de dood heeft overwonnen, het leven van zijn volgelingen rozengeur en maneschijn is. Elke christen ondergaat wel een momenten van onbegrip, tegenslag en verdriet. Een tijd waarin je roept: “Mijn God, waar bent u nu?” Maar het geloof schenkt volharding en uitzicht. En de kracht om het kwade te overwinnen door het goede. Geloof betekent niet dat als je maar genoeg gelooft je nooit meer kwaad of onrecht overkomt, maar dat je door dat geloof de tegenslagen met Gods genade ten goede keert.  Dat je maf laten zien dat het koninkrijk van God groeit. Door onrecht te lijden het kwade overwint en tot staan brengt. Dat je beledigingen niet betaalt met beledigingen, roddel niet beantwoordt met roddel. Op onbegrip niet reageert met onbegrip. Haat niet bestrijd met haat. Dat heeft niets met lafheid te maken, maar getuigt van moed en van zekerheid dat Gods koninkrijk komt.

De knechten in de gelijkenis verwonderen zich als ze zien dat tussen het koren ook onkruid komt. Ze vragen hun heer hoe dat komt, en of ze het onkruid meteen bijeen moeten garen. Hij antwoordt: “Ik ben bang dat je met het onkruid ook de goede tarwe uittrekt. Laat beide samen opgroeien tot de tijd van de oogst. Dan zal ik tot maaier zeggen: haal het onkruid bijeen, bindt het in bussels om het te verbranden”. Met deze eenvoudige boerenwijsheid moeten we ook naar de kerk en het koninkrijk van God kijken. Het lijden van de kerk en van goede en rechtvaardige mensen betekent niet dat God geduld heeft met het kwade. Integendeel er is voor het kwade geen plaats in zijn rijk. Maar het koren, het goede, moet wel de kans krijgen tot bloei te komen en vrucht te dragen. En voor degenen die onmenselijke daden verrichten is ook geen plaats in Gods rijk, maar hij geeft hen wel de kans zich te bekeren. Zo mogen ook wij gelovigen door het onrecht te verdragen ertoe bijdragen dat mensen tot inkeer komen. En het stelt ons in de gelegenheid om te bidden voor alle mensen, ook voor hen die het ons moeilijk maken.

De gelijkenis van het onkruid en de tarwe waarschuwt de kerk en gelovigen ook om onderling geduld te hebben. Geloof vraagt steeds om in elke tijd opnieuw te worden geïnterpreteerd en verklaard. Het moet mogelijk zijn om vragen te stellen en te twijfelen aan bepaalde zekerheden. Dan gebeurt het maar al te gauw dat wantrouwen in elkaar groeit. Dan is het ook goed om de gelijkenis voor ogen te houden. Zelfs de scheiding tussen Rome en Reformatie blijkt achteraf met iets meer vertrouwen in elkaar onnodig te zijn geweest zo komen steeds meer theologen en kerkleiders tot de conclusie. Vertrouwen, geduld, luisteren naar elkaar is precies wat bedoeld is het het Synodale proces dat
We moeten geduld hebben met elkaar. Er moet ruimte zijn om te experimenteren. Dan zal zich vanzelf uitwijzen wat goed is en wat niet. Het is als in een gezin. Kinderen moeten leren op eigen benen te staan. Dan moeten ze ook speelruimte hebben om uit te vinden hoe. Een kind jokt soms om te ontdekken wat er gebeurt al je niet de waarheid spreekt. Als een ouder dan te streng reageert, kan ze schade aanrichten in de ontwikkeling van het kind. Streng maakt angstig en werkt averechts. Opvoeding vraagt niet om strengheid maar om duidelijkheid.
We zien op dit moment ook wantrouwen in de maatschappij, bijvoorbeeld in de toeslagenaffaire. Als de overheid iedere burger, in het bijzonder met een vreemde achternaam, of uit een achterstandswijk, bij voorbaat verdenkt van fraude. Wat een onrecht en wat een schade is het gevolg. Het zou omgekeerd moeten zijn: vertrouwen totdat het tegendeel blijkt. Dit geldt op vele gebieden. Ook in de kerk en de geloofsgemeenschap moet vertrouwen en liefde voorop staan. Geduld en wijsheid en barmhartigheid zijn de eigenschappen van God bevestigt de eerste lezing: “door zo te doen hebt Gij uw volk geleerd dat de rechtvaardige een vriend van mensen moet zijn, en hebt Gij uw kinderen hoopvol gestemd dat Gij daar waar gezondigd wordt, de kans tot inkeer biedt” 3) Amen.

Martin Los, pr

1) Evangelie van deze zondag: Matteus 13:24-43
2) 2e lezing: Brief van Paulus aan de Romeinen *:26-27
3) 1e lezing: Wijsheid 12:13,16-19

Wie luistert weet meer

Preek op de 26e zondag door het jaar op 25 september 2022 in Werkhoven/Houten

De kloof tussen rijk en arm kan niet groter en pijnlijker zijn dan in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus die Jezus de Farizeeen voorhoudt 1). Het is natuurlijk een karikatuur want niet alle Farizeen zwelgden in luxe en lang niet allemaal hadden ze niets voor de armen over. Jezus wil hen een spiegel voorhouden. Als dominante religieuze partij kwamen ze op voor de godsdienst en de goede zeden, maar hun aanzien, macht en rijkdom zorgden ervoor dat hun woorden vaak helemaal niet in overeenstemming waren met hun daden. Iedereen wist dat. Maar dit zo openlijk kritiseren zoals Jezus doet, durfde bijna niemand. Nu Jezus steeds dichter in de buurt van Jeruzalem komt, neemt de politieke en religieuze invloedsfeer van de Farizeeen steeds meer toe. Daarom richt hij zich vanaf nu steeds directer tot hen. Maar zijn woorden zijn uiteraard voor alle mensen bedoeld en voor alle tijden.
Ook vandaag. Want grote verschillen tussen arm en rijk kom je overal tegen. Ook de sociale spanningen en uitdagingen die dit met zich meebrengt. En hoe groter het aanzien en de macht van een heersende partij, hoe groter de kans op hypocrisie. De gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus is een spiegel die Jezus ons allen voorhoudt. In hoeverre zijn onze daden in overeenstemming met onze woorden? Daarom nodigt het Evangelie ons altijd uit ons geweten te oefenen. Leggen we anderen zwaardere lasten op dan onszelf? Gebruiken we onze rijkdom alleen voor onszelf en ten koste van anderen die niets hebben, of gebruiken we onze rijkdom ook om de nood van anderen te verlichten, en om anderen in staat te stellen een fatsoenlijke boterham te verdienen? De katholieke sociale leer is hier heel duidelijk in:  de aardse grondstoffen en goederen zijn door de Schepper bedoeld ten behoeve van alle mensen, zonder onderscheid. Het is onvermijdelijk dat sommigen door hun afkomst, hun kennis, hun inspanning en door puur geluk meer bezitten dan anderen.
Maar dat betekent niet dat je op grond daarvan meer recht op hebt om het alleen voor jezelf te houden zoals de rijkaard in de gelijkenis. Hij was omgeven door zijn rijkdom en  ondergedompeld in luxe. Hij had totaal geen oog meer voor de arme sloeber aan zijn voordeur. Jezus bekritiseert deze onrechtvaardige verhoudingen. Hij doet daarmee niet anders dan de profeten voor hem telkens weer gedaan hebben. Zoals de profeet Amos in de eerste lezing: “Wee de zorgelozen in Sion, de zelfverzekerden op Samaria’s berg. Ze liggen op ivoren bedden en strekken zich uit op hun rustbanken” 2) .
Net als de profeten gaat hen Jezus niet alleen om dit egoistische gedrag te hekelen. Waar het hem omgaat is dat zulk gedrag van mensen – en soms van een hele aanzienlijke bovenlaag -– de aanwezigheid van God buitensluit.  Waar God afwezig is, wordt het leven oppervlakkig en kil. en onbarmhartig. Net als Lazarus ligt de aanwezigheid van God als een arme bedelaar voor de deur. Ik zag gisteren een foto van vrouwen in een Italiaanse kustplaats die op het strand de voeten van migranten die beschadigd waren verzorgden. Heel teder en ontroerend. Alsof God zelf zich ontfermde over die arme mensen die niets anders hadden dan het vege lijf.
Is het u opgevallen, dat de rijke man in de gelijkenis geen naam. heeft. Hij was eigenlijk een nobody, een niemand. Hij bestond alleen voor zichzelf. Maar de bedelaar had wél een naam. Hij werd gekend: Lazarus. Dat is in het Hebreeuws Eleazar, de knecht van Abraham. De naam Eleaer betekent: God is mijn helper. God is solidair met Lazarus. Dat wordt helemaal duidelijk als Lazarus van honger en verwaarlozing sterft. Hij wordt opgenomen in de schoot van Abraham. Dat wil zeggen dat hij behoort tot de gezegenden die deel hebben aan het eeuwige leven.  Want de God van Abraham, Izaäk en Jacob is een God van levenden en niet van doden. Maar de rijke komt in een schimmige, ijselijke, dorre wereld waar Gods afwezigheid hevig wordt gevoeld. Het is eigenlijk een soort diagnose van zijn aardse leven. Een kloof scheidt hem van de arme Lazarus die tijdens zijn leven binnen handbereik aan zijn voordeur lag.
De rijke man blijkt ook niet tot inkeer is gekomen – hij heeft wel spijt van waar hij nu terecht gekomen was – maar niet van wat hij gedaan heeft. Hij verontschuldigd zich niet naar Lazarus. Hij neemt niet de moeite hem aan te spreken. Hij beschouwt Lazarus als een ondergeschikte. Abraham moet hem opdracht moet geven een druppel water op zijn tong te komen druppen. En hij wil Abraham inschakelen Lazarus als een knecht naar zijn broers te zenden en hen te waarschuwen niet hetzelfde lot te ondergaan. Maar, antwoordt Abraham:, uw broers hebben toch de wet en de profeten.? Anders gezegd: ze gaan toch elke sabbat naar de synagoge waar ze vooraan zitten en Wet en de profeten horen? Die zijn toch duidelijk? Als ze niet naar de Wet en de profeten luisteren, zal ook iemand die uit de doden verrezen is hen niet kunnen overtuigen. Gods woord nodigt uit tot permanent zelfonderzoek. “Wie luistert weet meer” is de slogan van de NPOradio. Wie luistert naar het woord van God weet genoeg.
Zo nadert Jezus gaandeweg Jeruzalem waar hij zelf buiten gesloten zal worden door de Farizeen en de hele menigte. Als de lijdende knecht van God om de zonde van de wereld een halt toe te roepen en te vergevende. Maar zoals de arme voor de deur van het paleis van de rijke doet God hem opstaan en zet hem aan zijn rechterhand. En door het offer van zijn leven komen velen tot bekering. Om die reden vertelt Jezus deze gelijkenis als een waarschuwing. Hij sluit niemand buiten. Maar hij roept iedereen op om God en mensen niet buiten te sluiten. Het is de oproep van Jezus niet alleen voor onszelf te leven. Het is de oproep om barmhartig te zijn en om zelf barmhartigheid te ontvangen. Daar gaat de hemel open. Daar ontdekken we het eeuwige leven. Daar ontmoeten we God en zijn oneindige liefde. Amen

Martin Los. pr
1) Evangelielezing van deze zondag: Lucas 16:19-31
2) 1e lezing: Amos:6:1a,4-7
Afbeelding: The rich man and Lazarus, icon Rila monastery Bulgaria