Als wij dan eten van dit Brood

Homilie op de Avond van Witte Donderdag 14 april 2022 Bunnik

Zusters en broeders, wanneer we de Eucharistie vieren, moeten we nooit vergeten dat Jezus deze maaltijd instelde aan de vooravond van het Joodse Pesach. De viering van de uittocht en de bevrijding van Gods volk uit de slavernij van Egypte 1). Om dat te benadrukken wordt elk jaar als eerste lezing in de Eucharistie verteld over de maaltijd die Israel moest houden voor het vertrek naar een nieuwe toekomst, naar de vrijheid.
Het is nu niet de tijd en de plaats voor een uitgebreide uitleg van dat Paasmaal zoals Mozes het voorschreef in het boek Exodus. Maar toch even dit. Waarom moesten de families een lam slachten en het bloed opvangen – dus niet verloren laten gaan –  om op de deurposten te smeren? We horen dat het een eenjarig lam moet zijn. Een volwassen schaap maar dat nog niets van zijn kracht en elan verloren heeft. Door dit lam te eten werden zij namelijk zelf op een bepaalde manier dit lam. Ze vierden dat ze zelf jeugdig en nieuw mochten zijn door zich aan God als herder toe te vertrouwen  bij het begin van een nieuw leven in vrijheid. En door het bloed op de deurposten te smeren, brachten ze zich te binnen dat God hun leven beschermde tegen gevaren en inmenging van buiten. We kunnen deze symboliek alleen maar begrijpen als we beseffen dat deze offermaaltijd iets wil vertellen en ook realiseren. Door het lam te eten vulde men niet zijn maag  zodat lichamen voedsel verteren tot er niets van over blijft. Nee, men werd zelf op een bepaalde manier dit onschuldig lam, nog nieuw, met een heel leven voor ogen in vrijheid, toegewijd aan God als herder. Dat gold niet alleen voor ieder persoonlijk maar voor het hele huis, de hele familie, alle levensverbanden waarvan ze vrijwillig deel uitmaakten.

Het was dit Paasmaal dat Jezus hield met zijn leerlingen. Met dezelfde intentie. Maar tegelijk gaf hij er een nieuwe vorm en inhoud en betekenis aan. Toen Hij de beker onder dankzegging aan God ophief zei Hij voor Hij de beker aan hen overreikte: “Dit is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden”.
Dit gebeurde aan de vooravond van de dag waarop Jezus zijn leven zou geven als een onschuldig lam. Hij wilde zijn leerlingen in dat nieuwe leven laten delen, dat leven waarover zonde en dood geen macht meer hadden. Zij op hun beurt mochten dat leven doorgeven en uitdelen aan alle mensen. Op dat moment zelf begrepen de leerlingen het nog niet. Maar op de Paasmorgen zouden ze het beginnen te begrijpen. En vanaf die eerste Paasdag hebben zij en heel de kerk elke zondag de eucharistie gevierd.
Ook wij vieren uit blijdschap vandaag deze offermaaltijd alsof het de eerste keer is. Daarom is het tabernakel open. Er zijn geen gewijde hosties in de kerk aanwezig. Allen gaan we met nieuwe hosties ter communie. Ja, laten we dit Paasmaal vieren alsof het de eerste keer is. Laten we dat altijd doen telkens als het lichaam van Christus ontvangen. Om de vernieuwende kracht ervan te ervaren en de liefde van God aan wie we ons toewijden. Om de vrijheid van Gods kinderen te beleven die een nieuw begin met ons maakt.
“Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondingen wij de dood des Heren totdat Hij komt”. Heel ons leven mag uitdrukking zijn van ons Paasgeloof, de vernieuwing van ons leven door de dood en verrijzenis van Jezus. “Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker” voeden we niet ons lichaam en nemen we niet dit voedsel helemaal in ons lichaam op zoals wanneer we normaal voedsel tot ons nemen. Het is omgekeerd.
Als wij van dit brood eten worden wij steeds meer lichaam van Christus. We worden steeds opnieuw wat we door de doop al zijn: lichaam van Christus, het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld.
Zoals het volk van God in Egypte bij de uittocht een lam at om zichzelf aan God om als een onschuldig lam te toe te wijden. Zo eten wij het brood dat Jezus aanwijst als zijn lichaam om steeds meer een te worden met Hem in een leven dat  vervuld van de liefde van God.
Om geen misverstanden te laten bestaan over de bedoeling daarvan gaf de Heer zelf een voorbeeld aan hen door hen voorafgaande aan de maaltijd te voeten te wassen:  “Als ik als Heer en Leraar u de voeten gewassen hebt, moeten ook jullie hetzelfde doen”.
Zusters en broeders laat dit Pasen voor ons weer het nieuwe begin zijn. Laten we elkaar van harte liefhebben en laten we elkaar in vrijheid dienen met de vernieuwende kracht als van een lam, van Het Lam, het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld. Amen

Martin Los

1) Schriftlezingen op Witte Donderdagavond:
1e lezing: Exodus 12:1-8, 11-14
2e lezing: I Korinthiers 11:23-26
Evangelie: Johannes 13:1-15

Die geleden heeft onder Pontius Pilatus

Korte overdenking tijdens de Goede Vrijdagavond viering op 30 maart 2018 Mariakerk

“Ik vind helemaal geen schuld in Hem’. Lieve zusters en broeders, deze woorden zijn niet de uitspraak van een goedwillende burger die sympathiek staat tegenover Jezus. Hier is de stadhouder Pontius Pilatus aan het woord. Zijn woorden hebben dus een groot gewicht. De stadhouder is de hoogste rechter volgens het Romeinse recht.
In feite spreekt hij Jezus vrij. Dat is heel belangrijk want hier is een rechtszaak gaande. Jezus is aangeklaagd. Met de doodstraf als mogelijk vonnis. In een rechtszaak gaat het om de waarheid. Met het oordeel van de wereldse rechter staat nu Jezus’ onschuld naar waarheid vast voor iedereen.
Daarom bezingen we onze Heer Jezus Christus met de woorden: “O Lam van God onschuldig, te allen tijd geduldig”. Natuurlijk wist God, de Vader, dat in de Zoon geen enkele ongerechtigheid kon worden gevonden. En ook voor ons die geloven is de onschuld en voortreffelijkheid van Jezus zonneklaar. Hij is het “Licht dat in de wereld gekomen is” zoals Christus genoemd wordt aan het begin van het zelfde Johannesevangelie waarvan we nu met het Lijdensverhaal het slot horen. Maar ook de aardse rechtbank heeft verklaard dat Jezus onschuldig was.
“Die geleden heeft onder Pontius Pilatus” – woorden uit de geloofsbelijdenis die elke zondag in de Mis klinkt -zijn dus niet alleen een verwijzing naar een historisch feit, maar het is het getuigenis dat Jezus onschuldig geleden heeft.

Nogmaals de onschuld van Jezus was niet afhankelijk van het oordeel van de rechter Pilatus, maar voor altijd is zo vastgelegd dat hij waardig bevonden is onschuldig zijn leven te geven. Niet omdat Hij zelf schuldig was, maar om voor hen die schuldig zijn, voor zondaars, zijn leven te geven en hun zonden en schuld te bedekken.
Alleen hij die zonder zonde is, kan door het offer van zijn leven, de zonde een halt toe roepen. Voor allen die in Hem geloven.
We gedenken vandaag, op de dag zelf, het offer van zijn leven dat Jezus Christus uit liefde voor de wereld, en voor ons allen heeft gebracht.
Hij geeft ons dat offer in handen opdat wij niet met lege handen zouden staan, maar om van God barmhartigheid te verkrijgen. Zoals wij nu in Jezus Christus, onze gekruisigde Heer, Gods liefdevolle aangezicht zien, zo ziet God ons in Zijn Zoon aan, met wie wij door het geloof verenigd worden.
Daarom noemen we deze dag niet ‘trieste vrijdag’ maar ‘ Goede Vrijdag’. En we bezingen innig het onschuldige Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld. Moge die lof altijd op onze lippen zijn: “Wij aanbidden U Christus, en loven U, omdat ge door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

(c) pastoor Martin Los
In de Goede Vrijdagavondviering wordt altijd het lijdensverhaal volgens Johannes gelezen.
Ecce lignum crucis in quo salus mundi pependit  Zie het kruishout aan wie het heil der der wereld is gehangen
Lied dat gezongen wordt dens de kruishulde op Goede Vrijdagavond