het nut van de Donkere Dagen voor Kerstmis

Preek op de 2e zondag van de Advent op 8/9 december 2018 in Willibrordkerk en Mariakerk

“Heel de mensheid zal Gods redding zien” 1)
Lieve zusters en broeders, de Advent is een tijd van mijmeren, in jezelf keren, luisteren naar je diepste verlangens. In de tijd dat er nog een geen kunstlicht was, waren de Donkere Dagen voor Kerstmis echt donkere dagen. In het donker kun je niets doen. Onze voorouders trokken zich in deze dagen terug in hun boerderijen en huizen. De koeien op stal. Het land lag braak. Het was een tijd van saamhorigheid, gezelligheid. En van tijd om na te denken over je leven. Was het zoals je het je had voorgesteld? Kon je jezelf recht in de ogen kijken met betrekking tot wat je gedaan had. Een tijd ook van te luisteren naar je verlangens, naar wat je echt wilde. Een tijd om je te oefenen in de verwachting van het rijk van God.
Door het kunstlicht en de techniek die de vierentwintiguurseconomie mogelijk maakte, heeft deze tijd haar natuurlijke karakter van bezinning verloren. Ook de saamhorigheid beleven we daardoor veel minder. Maar de Kerk nodigt ons in de Advent toch elk jaar weer uit om na te denken over ons leven, waarover zijn we teleurgesteld, wat hadden we anders moeten of kunnen doen? Welke verlangens koesteren we voor als het weer lichter om ons heen wordt en weer kunnen zien wat we doen?
We luisteren in de Advent naar de profetieën uit de eeuwen voor de komst van Jezus Christus. De profeten hielden het verlangen in het volk van God brandend door prachtige beelden van de terugkeer van de ballingen naar Jeruzalem uit Babel waarheen zij waren weggevoerd 2), Wat nu nog voor onmogelijk werd gehouden, zou echt werkelijkheid worden. Alles wat terugkeer naar Jeruzalem en de verwoeste tempel in de weg stond, zou verdwijnen als sneeuw voor de zon. Bergen zouden geslecht worden, dalen zouden gevuld worden. Zulke woorden deden de harten sneller kloppen.

Maar de profetieën maakten ook duidelijk dat de uiterlijke verbetering, niet zou kunnen gebeuren zonder innerlijke verandering.
In deze lijn stond ook Johannes de Doper, de laatste van de profeten voordat Jezus zijn zending op zich nam. Hij riep de inwoners van Jeruzalem en heel het Joodse land bij de Jordaan op tot inkeer en ommekeer en verkondigde de vergeving van zonden. Zo bereidde Johannes de Doper Gods volk voor om uit te zien naar de komst van de Verlosser en er klaar voor te zijn om Hem te ontvangen: “Heel de mensheid zal Gods redding zien” roept Johannes uit.
De vraag ook aan ons, mensen van deze tijd, is of wij de goede kant uit kijken. Wij zien uit naar de komst van Jezus en het rijk van God. Maar zijn we daar ook innerlijk toe bereid?
De apostel Paulus schrijft aan de gemeente van Filippi: “moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid om te kunnen onderscheiden waar het op aan komt om op de dag van Christus gaaf en onberispelijk te zijn”. 3) De goede kant uitkijken, de komst van Christus verwachten, begint bij ons eigen hart, de liefde, de liefde tot Jezus, de liefde tot God en de liefde tot de ander, onze naaste. Als we boos zijn, of onverschillig, of zelfzuchtig, dan staan we met onze rug naar het licht toe. Maar als we liefhebben, kunnen we zelf groeien in liefde: “mogen uw liefde rijker worden, rijker aan inzicht en fijngevoeligheid”.
Dat geldt voor ons persoonlijk – want het begint altijd bij ons eigen hart – maar het geldt ook voor de maatschappij.

In onze tijd zijn veel mensen vervuld van idealen voor een duurzame samenleving. Duurzaam in de zin van zuinig gebruik van natuurlijke energiebronnen. Een stok achter de deur van deze idealen zijn de sombere scenario’s over de klimaatverandering. Vele jonge, gestudeerde, rijke mensen dromen van een schone wereld. In deze dromen van een verantwoordde omgang met natuur en klimaat en dieren staat de kerk achter hen.Paus Franciscus heeft twee jaar geleden een hele mooie encycliek aan de wereld gepresenteerd ‘laudato si’. Genoemd naar de aanhef van het Zonnelied van H. Franciscus van Assisi “Geloofd zij de Schepper”
Maar onze paus herinnert er wel aan – als een echte profeet – hoe noodzakelijk de gerechtigheid in dit alles is. Als rijke welvarende mensen dromen van een mooie schone wereld, en ze hebben geen oog voor de armoede in de wereld, gaat het mis. Duurzaamheid kan niet zonder gerechtigheid. Laten we niet alleen bezig zijn met uiterlijke verbetering en innovaties. Laten we ook innerlijke werken aan vernieuwing. Laten we om te beginnen ons eigen leven en deze aarde te beschouwen als een geschenk van God die ons daardoor overlaat met zijn gunsten. Laten we dan van onze rijkdom delen met degenen die tekort komen, de velen die niet opzien tegen het einde van de wereld, maar tegen het einde van de maand. Als de droom van een duurzame wereld en het werken aan milieu en klimaat, samengaat met zorg voor de medemensen, eerlijkheid, liefde voor elkaar, dan is er draagvlak, dan worden ‘heuvels geslecht en dalen gevuld’ (Johannes de Doper/Jesaja). De komst van het rijk van God zal altijd anders zijn dan wij verwachten. Maar we kijken in elk geval de goede kant uit als we Jezus Christus verwachten in ons persoonlijke doen en laten, en als samenleving.
‘Heel de mensheid zal Gods redding zien’ in de ontmoeting en de komst van Jezus Christus. Amen

(c) Martin Los
1) Evangelielezing 2e Adventszondag Lucas 3:1-6
2) 1e lezing 2e Advenszondag: Baruch 5:1-9
3) 2e lezing 2e Adventszondag: Filippenzen 1:3-11

Homilie op de 29ste gewone zondag door het jaar 18 oktober 2015

Preek op de 29e zondag door het jaar op zaterdag 17 oktober en zondag 18 oktober 2015 in de Mariakerk

Schriftlezingen uit het voorgeschreven universele lectionarium van de R.K. kerk:
1e lezing: Jesaja 53:10-11; 2e lezing: Hebreeën 4:14-16. Evangelie: Marcus 10:35-45

Lieve zusters en broeders “Wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn” zegt Jezus.
Lang niet iedereen zal meteen “Ja en Amen” zeggen bij het horen van deze woorden. En nog minder bij de woorden “en wie onder u de eerste wil zijn, moet aller slaaf wezen”.
Waarom stuiten deze woorden bij velen tegen de borst? Dat is niet zo moeilijk aan te voelen. Het is onze eigen borst. We hebben het idee dat als je dienaar bent of nog erger “slaaf” je je vrijheid inlevert. Je maakt je ondergeschikt aan anderen. Je verliest je vrijheid.
Je doet ook afstand van je talenten. Want als dienaar ben je niet meer bezig met de ontwikkeling van je zelf. Als knecht ben je geen baas over jezelf.
Is dat innerlijk verzet tegen opgeven van je vrijheid verkeerd?
Beslist niet. Ieder mens streeft van nature naar vrijheid en ontplooiing. Daar is niets mis mee. Vrijheid is voor de mens wat water voor de vis is. Vrijheid is om zo te zeggen de oertoestand van de mens zoals deze geschapen is naar het beeld van God.
God is volkomen vrij en soeverein. Geschapen naar Gods beeld wil zeggen: vrij, en in de gelegenheid zich helemaal te ontplooien.
Juist doordat de mens zich van God afkeerde is de onvrijheid in de wereld gekomen. Mensen gingen heersen over elkaar. Mannen over vrouwen. Heren over knechten. Machthebbers over hun bevolking. Het ene land over het andere.
Slavernij en overheersing, machtsuitoefening van de ene mens over de andere, is van God uit nooit zo bedoeld. Ze zijn niet natuurlijk, maar onnatuurlijk.

De heersende opvatting bij biologen en economen is dat de sterkste overwint of dat de ene mens ten opzichte van de ander van nature een wolf is.
Daartegenover verkondigt ons geloof dat dit van nature juist niet zo was.
Uitbuiting en overheersing zijn een aantasting van de natuur van de mens en niet het kenmerk.
Trouwens als het erom gaat dat de sterkste overwint? Wie is dan die sterkste? Degene die uit angst heerst of degene die uit vrijheid liefheeft?

Het is dus zeker niet zo dat Jezus met zijn appel aan zijn volgelingen om knecht van elkaar te zijn onvrijheid zou propageren. Jezus maakt ons door zijn dood en verrijzenis vrije mensen. Hij maakt ons door het geloof tot kinderen van God. Hij maakt ons tot een nieuwe schepping.

voetwassing2015 voetwassing2015“Als je echt groot wilt zijn, wordt dan de dienaar van de anderen”.  Met andere woorden:  gebruik je vrijheid om lief te hebben, om elkaar te dienen. Ontwikkel de gaven die je in je hebt, om anderen te helpen.
Er is echt geen sprake van dat Jezus zou bedoelen dat we onszelf zouden moeten kleineren, en dat we onze talenten in de grond zouden moeten stoppen.
Integendeel. Menselijke grootheid komt aan het licht in de liefde tot de ander, in de dienst aan de ander.
Onze talenten komen het best tot zijn recht als we in vrijheid anderen met onze gaven dienen.
Dat houdt ook in: rekening houden met de tekorten van anderen, geduld oefenen, liever onrecht lijden dan onrecht doen.
De bewering van sommige denkers dat het christendom mensen een slavenmentaliteit bij brengt, is volkomen onterecht. Het is bijna mode om te zeggen dat geloof en kerk de vrijheid altijd in de weg hebben gestaan.
Wij staan aan de kant van allen die voor de vrijheid opkomen en voor de mensenrechten. Het Evangelie is de basis voor alle vrijheid zoals wij die kennen.

Maar met alleen maar vrijheid en gelijkheid verkondigen, komen we er niet. En ook met wettelijke maatregelen niet.
Er is meer nodig. Want we leven in een wereld waarin onvrijheid en ongelijkheid heerst. Een wereld waarin mensen over elkaar heersen. We zullen er iets voor over moeten hebben, kleine en grote offers brengen, dus aller dienaar zijn.

Denk bijvoorbeeld aan de kleren die wij kopen. Die worden tegenwoordig gemaakt in arme landen als India. De mensen, zelfs de kinderen daar werken onder erbarmelijke omstandigheden voor een hongerloon en hebben niets te zeggen.
Zouden wij iets meer willen betalen voor onze kleding, dan zouden we al een beetje helpen ongelijkheid te verminderen. Zo zijn er talloze voorbeelden uit de economie.

Denk ook aan de vluchtelingen die voor onze poorten staan. Veel mensen reageren angstig. Bang dat de vluchtelingen banen inpikken, zorgen voor een tekort aan betaalbare woningen, bang voor terrorisme, vreemde godsdienst en cultuur. Die angst moeten we niet ontkennen of wegwuiven. Ze is er.
Wij, mensen, lijken vaak op een kind dat in bed ligt en in het donker schaduwen op de wand ziet, en ineenkrimpt van angst omdat we spoken zien.
Daarom is het nodig dat de overheid vertrouwen wekt en inzicht geeft. Deskundigen moeten de goede informatie geven waaruit blijkt dat angst ongegrond is.
Zorg om de vluchtelingenproblematiek is om allerlei redenen op zijn plaats. Maar angst en angst-verwekken is schadelijk voor iedereen

Angst is een teken van onvrijheid. Jezus roept ons op om niet bang te zijn, maar vol vertrouwen in het leven te staan. Dan zullen we juist kansen zien om vluchtelingen als medemensen te zien en te helpen.
Maar ook dichtbij huis in onze gezinnen en families zullen we als we echte vrije mensen beter in staat zijn geduld te hebben met de tekorten van elkaar. Wat stelt een huwelijk, een gezin, een familie voor als je bijvoorbeeld niet de vrijheid voelt om elkaar te vergeven.

Gebonden aan angst zien we alleen moeilijkheden. Als vrije mensen zien we kansen. Als we onszelf op de voorgrond zetten, zullen we altijd angstig zijn. We zien dan anderen alleen als concurrenten of als ondergeschikten.
Maar als we vrij zijn om ruimte te geven aan de ander, zullen we de talenten en de gaven van de ander zien. Dan zullen we hulp durven geven en hulp durven ontvangen.

Belangrijk is dat we dat niet met tegenzin doen. We mogen met vreugde onszelf inzetten voor de ander. We mogen ontdekken dat we juist zo echt genieten van het leven, en dat we juist zo tot volle ontplooiing komen.
Het is onwaar dat die mens het meest vrij is die over anderen heerst.
Het is onwaar dat die mens het meest compleet is die geen anderen nodig heeft.
Vrij is degene die kan liefhebben en die het leven mooi maakt voor anderen en met anderen. We hebben een uniek voorbeeld in onze Heer Jezus Christus zelf die ons door zijn liefde verlost heeft. Moge Hij ons altijd voor ogen staan en ons steeds meer vreugde en vrijheid schenken hem te volgen. Amen

(c) pastoor Martin Los