Homilie zondag 22 A 3 september 2023 Culemborg

Dierbare zusters en broeders, vorige week zondag hoorden we dat Jezus Petrus uitriep tot de steenrots waarop hij zijn kerk zou bouwen vanwege Petrus’ belijdenis: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God. (Mattheus 16:13-20) Maar vandaag maakt Jezus Petrus een snoeihard verwijt dat hij een struikelblok is: “Ga weg Satan. Want gij zijt mij een aanstoot want gij laat u lijden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil” 1)
Heeft Jezus zich dan zo vergist in Petrus? Is de steenrots plotseling onbruikbaar geworden voor de bouw van Christus’ kerk? Nee, maar Petrus en zijn medeapostelen moeten nog veel leren. Zij hebben hun geloof beleden dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. Maar ze hebben daarbij hun eigen beeld en verwachting. Van een toekomstige koning die Israël zal bevrijden van de overheersing door de Romeinse bezetters. Daar past absoluut niet bij wat Jezus hen in het vooruitzicht stelt: “dat hij naar Jeruzalem moest gaan en dat hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de Schriftgeleerden maar dat hij na ter dood te zijn gebracht, op de derde dag zou verrijzen”. Die woorden botsen volkomen met de verwachting die de leerlingen koesterden. Jezus gaat nog verder. Niet alleen hijzelf zal veel te lijden krijgen, maar ook zijn leerlingen: “Wie mij wil volgen, moet mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op zich te nemen”.
Jezus volgen kan aantrekkelijk en eervol zijn, zolang het ons niets kost. Zolang hij maar de kant opgaat die wij voor onszelf uitgestippeld hebben, is alles prima. Zolang God doet wat wij in ons voordeel vinden, kan ons geloof niet stuk.
Maar als de weg van Jezus offers vraagt zeggen we dan niet met Petrus: “Dat verhoede God, Heer”.? Niet alleen dat Jezus iets overkomt, maar ook onszelf.
Paus Franciscus tekent hierbij aan: “Jezus herinnert ons eraan dat Zijn weg de weg van de liefde is, en er is geen ware liefde zonder het offer van zichzelf.
Vanuit de wereld gezien, is het kruis een aanstoot. Maar dat komt omdat we de buitenkant van het kruis zien. Maar als we op de uitdaging van het kruis ingaan – als we er binnengaan – ervaren we de weldaad van de liefde en de werkelijk kracht van het leven.
Jezus nodigt ons uit hem te volgen: “wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden”. Dit is het geheim dat God in onze menselijke natuur heeft verborgen: Dat is de regel dat alleen liefde aan het leven zin en geluk geeft. Wie zijn talenten, energie en tijd alleen besteedt om zichzelf te sparen, te beschermen en te realiseren, verliest zichzelf in een leven waar eigenlijk de ziel uit is. Als iemand daarentegen voor de Heer leeft en zijn leven op de liefde bouwt, zoals Jezus deed, dan kunnen wij werkelijke vreugde smaken en zal ons leven niet steriel zijn, maar vruchtbaar.”
Als geloofsgemeenschap mogen we elkaar hierin ondersteunen en inspireren. Het is een eer en een uitdaging om elkaar als geloofsgemeenschap te dragen. Daarom komen we samen om de eucharistie te vieren, het offer van Christus waaraan we het onze mogen bijdragen. Teken dat we het kruis niet uit de weg gaan, maar het omarmen als de weg van de liefde. Amen

Martin Los, pr
1) Evangelielezing tijdens de eucharistieviering op de 22e zondag vaan het kerkelijke jaar: Mattheus 16:21-27

Echte liefde is en blijft altijd een wonder

Preek op de 7e zondag van Pasen 29 mei 2022 Cothen

Jezus heeft ons geen wetboek of protocollen nagelaten waarin nauwkeurig beschreven staat hoe we als gelovigen zouden moeten handelen. Of liever: hij heeft ons maar één wet nagelaten en dat is die van de liefde. Maar dat zou geen opgelegde verplichting moeten zijn. Want liefde is het hoogste goed. Dat hoogste goed zouden we omwille van de liefde zelf moeten nastreven.
Daarom gaat voor Jezus de liefde aan alles vooraf. Ze is niet alleen het doel waarnaar we streven. Ze is niet alleen het middel om dat doel te bereiken. Ze is de basis van alles.
Daarvoor heeft Jezus zijn leven over gehad uit liefde voor ons, mensen. Opdat wij door het geloof in hem die goddelijke liefde zouden ervaren en opdat we die liefde tot uitgangspunt nemen van ons leven en van ons doen en laten.
Daarom bidt Jezus tot God, de Vader, dat wij alleen één mogen zijn 1). En dat door die onderlinge eenheid en liefde van de christenen de wereld zal erkennen dat God zijn zoon in de wereld gezonden heeft en dat de wereld  zal erkennen dat Hij allen die in Jezus geloven heeft liefgehad met dezelfde liefde als waarmee de Vader Jezus heeft liefgehad.
De onderlinge eenheid en de liefde van de gelovigen voor elkaar en voor de medemensen is dus voor de wereld een teken dat Jezus echt de Christus is, de Zoon van de levende God, degene die de wereld terug voert naar God, en die de verzoening tussen God en mensen tot stand brengt.
In een wereld waarin eigenbelang en ‘voor wat hoort wat’ de dienst uit maakt is liefde een wonder. Liefde die de ander voorop stelt. Belangeloze liefde die daarom niet verklaarbaar is. Die liefde is een wonder. Een daarom een soort Godsbewijs.

De hoogste vorm van liefde, zegt Jezus, is dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. Dat is natuurlijk niet afdwingbaar. Dat kan alleen maar in volledige vrijheid geschieden. En in uiterste omstandigheden. We horen vandaag het verhaal van diaken Stefanus die gestenigd werd door een woedende menigte omdat hij in hun ogen Godslastering bedreef 2). Maar hij zeg de hemel open staan en Jezus aan Gods rechterhand. En net als Jezus aan het kruis bad Hij: Heer, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen.
Twee weken geleden werd de Nederlandse pater Karmeliet Titus Brandsma  heilig verklaard. Hij was in het concentratiekamp Dachau door de nazi’s opgesloten en ter dood veroordeeld omdat hij zich openlijk verzet had in preken en artikelen tegen het fascisme, de leugenachtige propaganda en de Duitse bezetter. Voordat zijn leven bruut met een dodelijke spuit beeindigd werd omdat hij zijn medegevangenen troostte en bemoedigde ondanks dat dit hem verboden werd –  in de dagen voor die moord schreef Titus een gedicht. En dat gedicht vereenzelvigde hij zich in zijn lijden met het lijden van Jezus. En hij verheugde zich dat hij met Christus mee mocht lijden uit liefde  voor de wereld.
Titus lijkt daarin op Stefanus die ook niet op vergelding uit was. Maar integendeel door zijn liefde het kwade overwon en velen won voor Jezus en voor het rijk van God.

Lang niet van iedere gelovige wordt zo’n offer verwacht. Maar liefde is bereid ook andere offers te brengen. Van vergeving, van edelmoedigheid, van liefdadigheid. De zorg voor armen en misdeelden. We zien op de t.v. rijen wachten op Schiphol op weg naar vakantie. Maar een volgend nieuwsitem laat zien dat de voedselbanken en kledingbanken de aan vragen niet aan kunnen. Als de voortekenen niet bedriegen zien we binnenkort overal om heen armen en mensen die hulp en zorg nodig hebben. Zullen we dan bereid zijn vrijwillig van overvloed en van vrije tijd af te zien om onze medemensen te helpen?

Christelijke gemeenschappen hebben altijd vooraan gestaan om hulp te bieden waar dat kon. In de tijd voordat de staat deze taken overnam. Intussen zien we dat de overheid tekort schiet. Is dat niet het moment om als parochies en als gemeenschappen te kijken wat we kunnen doen. Geeft een maand mensen in nood helpen niet veel meer voldoening dan een tropische vakantie. En nog ontspannender ook. Vanuit het standpunt van de liefde gezien tenminste.
Wanneer we echt initiatieven nemen, niet uit eigenbelang, of uit nuttigheidsoverwegingen, maar werkelijk spontaan omdat we de stem van ons hart volgen, dan is dat liefde. En alles wat onverklaarbaar is, is een wonder. Wij mogen die wonderen verrichten. En uit die eenheid en liefde openbaart God zich aan de wereld. Door die eenheid en liefde straalt het licht van Christus in de wereld.
“Rechtvaardige Vader, ik heb u erkend en dezen hier hebben erkend dat Gij mij gezonden hebt. Uw naam heb ik hun geopenbaard en ik zal dit blijven doen op dat de liefde waarmee Gij mij hebt liefgehad in hun moge zijn en ik in hen”.
Dat is het gebed van Jezus. Laten we de liefde van God de ruimte geven. Amen

Martin Los pr

2) 1e lezing: Handelingen der apostelen 7:55-60
1) Evangelielezing: Johannes 17:20-36