Niemand is groter dan de kleinste in het rijk der hemelen

Preek op de 3e zondag van de Advent zondag 11 december 2022 Cothen

Lieve zusters en broeders, telkens wanneer wij de Adventstijd  vieren, komen we Johannes de Doper tegen als de wegbereider voor de Heer. Johannes was de laatste van de profeten voor de komst van Christus. Hij stond in een eeuwenlange traditie van profeten die de mensen de blijde boodschap verkondigen dat er een nieuwe tijd zou aanbreken. “Woestijn en steppe zullen zich verheugen, jubelen en bloeien de dorre vlakte”. “Dan gaan  de ogen van de blinden weer open en de oren van de doven zullen geopend worden” hoorden we Jesaja zeggen 1).  Met deze blijde boodschap bemoedigde deze bijzondere profeet zijn tijdgenoten, Zijn woorden en die van de andere profeten werden bewaard, herhaald en doorgegeven. Johannes de Doper was de laatste in deze traditie van verkondigers van de blijde boodschap. Na hem zou de boodschap zelf komen, Jezus Christus, Gods mens-geworden Woord.
Johannes de Doper verplaatst ons dus weer even in de tijd voordat Christus kwam. Hij helpt ons door zijn oproep tot bekering ons voor te bereiden op de komst van Jezus. We vragen ons af:  is ons leven wel in overeenstemming met mensen die leven in de verwachting van het koninkrijk van God. Zullen we de pasgeboren koning herkennen, zullen we ons wel op zijn komst verheugen? (…)
De massa was onder de indruk van Johannes de Doper. Zelfs zo dat ze in hem de beloofde verlosser zagen. Hij moest zijn uiterste best doen om te voorkomen dat mensen hem op het schild hesen.
Daarom zei hij: “Na mij komt hij ie sterker is dan ik. Ik doop met water. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. Ik ben maar een knechtje. “Ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken”.
Uiteindelijk belandt Johannes in de gevangenis. Wegens kritiek op koning Herodus die gescheiden was en een relatie had aangeknoopt met de gescheiden vrouw van zijn halfbroer. Dat was in strijd met de Wet van Mozes, zei Johannes.  
Omdat Johannes om zijn kritiek gevangen genomen was, waren zijn aanhangers diep teleurgesteld. Maar ook voor Johannes zelf was zijn gevangenneming een zware  teleurstelling en grote beproeving. Want zou de Messias, zou hij die na hem kwam, er niet voor zorgen de kerkers geopend zouden worden en dat de gevangenen bevrijd zouden worden? We kunnen ons die vraag goed voorstellen. Was Jezus dan wel de beloofde koning? Hij liet het zijn leerlingen aan Jezus vragen.
We hoorden het antwoord in de Evangelielezing van vandaag. “Gaat aan Johannes zeggen wat je hoort en ziet: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op een aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd. Gelukkig hij die aan mij geen aanstoot neemt” 2) Wat Johannes zelf verkondigd heeft “blinden gaan zien en doven gaan horen”, dat gebeurt nu. Iedereen kan het horen en zien. Laat Johannes daarom nu niet door zijn beproeving aan hem gaan twijfelen. Dat is ook de uitdaging voor ons als wij beproefd worden in ons geloof.
Johannes is de laatste en de grootste onder de profeten in de eeuwen vóór Jezus, maar ook hij ontkomt niet aan de twijfel die iedereen kent. Hoop die niet gepaard gaat met twijfel is roekeloos en frivool.
Als de leerlingen van Johannes weer vertrokken zijn, zegt Jezus tegen de menigte die achterblijft: “Onder degenen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand groter dan Johannes de Doper, maar de kleinste in het rijk der hemelen is groter dan hij. Wat bedoelt Jezus hier? Hij prijst Johannes om zo te zeggen  de hemel in. Er is geen mens groter dan hij. En tegelijk zegt hij: de kleinste in het rijk der hemelen is groter dan hij. Heeft Johannes dan geen deel aan het rijk der hemelen? Is de heraut die voor hem uitging, zelf buitengesloten door zijn twijfel in de gevangenis? Nee, Jezus bedoeld te zeggen dat degene voor wie het rijk van God openstaat – en dat zijn allereerst de armen, de over het hoofd geziene, de mensen die achtergesteld zijn omdat ze opkwamen voor vrede en gerechtigheid – dat die eigenlijk allemaal nog groter zijn dan de geweldige Johannes.
Ik kwam deze week toevallig op Twitter – dat heus niet alleen een riool is – deze spreuk tegen: “Een echt groot mens is degene in wiens gezelschap je niet klein voelt, maar groot”. Wat van mensen geldt, geldt helemaal van God. Hij haalt ons niet naar beneden en kleineert ons niet. In zijn gezelschap tilt hij ons op tot zijn grootheid. Dat is Gods barmhartigheid. En dat is ook de wonderlijke ervaring van Kerstfeest. Als God verschijnt, blaast Hij ons niet weg als stofjes. Hij verschijnt als een klein en kwetsbaar mens, als een kind, dat zijn armen naar ons uitstrekt: Immanuel, God-met-ons. In het koninkrijk van God hoeft niemand zich zorgen te maken om zijn status of zijn postuur, Om de eerste of de laatste plaats. Allen zullen aan God gelijk zijn. Want God is het middelpunt van allen.
En mocht er al iemand zijn die eraan twijfel of hij of zij wel waardig is, denk dan hieraan:  de heiligen zijn niet de absolute sterren die boven iedereen uitblinken, Zij zijn juist degenen die tegen alle twijfelaars en tegen hen die zich onwaardig achten, zeggen: ga jij maar vooraan zitten. Dat wij zo’n voorbeeldig leven mochten leiden, danken we totaal aan Gods genade die ons voor struikelen behoed heeft. Maar dat jij ondanks al je misstappen en omwegen je toch aan God hebt vastgeklampt, dat is pas echt een bewijs van hoe onoverwinnelijk Gods liefde is. Amen.

Martin Los, pr
1) eerst lezing in de eucharistie van deze zondag: Jesaja 35:1-6a, 10
2) Evangelielezing idem: Matteus 11:2-11
afbeelding: Johannes de Doper

Hemelvaart. Geen gesloten boek

Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer op donderdag 26 mei 2022 Mariakerk De Meern (Leidsche Rijn)

Jezus verschijnt na zijn verrijzenis verscheidene malen aan zijn leerlingen, zo horen we. Zo toonde hij aan hen dat hij leefde. De evangelist Lukas vertelt: Hij sprak met hen om te vertellen dat de Schriften over de Messias spraken, over diens lijden en sterven, over zijn verrijzenis, over de verkondiging aan alle volkeren en de bekering en vergeving van zonden in zijn naam” 1).
Dit is de reden waarom wij nog steeds een voorname plaats  toekennen in de liturgie van de kerk aan de voorlezing van de Wet en de Profeten en de Psalmen. Dat zijn de Schriften waarover het hier gaat. Want Jezus is de Messias waar het volk van God eeuwenlang naar heeft uitgezien. Dat volk heeft vele beproevingen doorstaan. Slavernij, ballingschap, terugkeer. Het verlangen naar de komst van de Messias en de verlossing liet hen niet los.
De komst van Jezus in de wereld is het antwoord op dat verlangen en op dat lijden en op die eenzaamheid. We kunnen de weg van Jezus niet goed begrijpen zonder deze voorgeschiedenis.  Hij komt daarin zelf op ons toe. Zonder deze voorgeschiedenis, zonder de Schriften, zouden we niet begrijpen waarom Jezus mens geworden is. Déze mens. Zonder de Schriften zou het ons ontgaan dat déze mens van wie de Wet en de Profeten getuigen, dat deze Jézus, óók het antwoord op het verlangen naar verlossing is van ons en heel de mensheid. Met Hemelvaart is dit geen gesloten boek. Jezus sluit dit boek niet. Hij opent het juist en legt de vinger bij alle teksten die van hem spreken.
De leerlingen stellen aan Jezus de vraag: “Heer, gaat u in deze tijd het koninkrijk van God herstellen?” Een logische vraag. Alles is volbracht. De Schriften zijn vervuld. Jezus is de Messias. Het rijk van God kan nu toch komen? De dood is overwonnen. Het licht heeft de duisternis verjaagd.
Jezus antwoordt: “Het is niet aan u dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld”. Het rijk van God dat komt, is geen zaak van berekening. De taak van de apostelen en van de kerk is overal en altijd door de Heilige Geest de boodschap van vergeving, bekering en verzoening te verkondigen. Zonder op de klok of kalender te kijken, Geen speculaties, geen hallucinaties.
Jezus vervolgt: “Jullie zullen kracht ontvangen van de Heilige Geest die over jullie komt om mijn getuigen te zijn”. De apostelen ontvangen de opdracht om aan heel de wereld Jezus als de Messias te verkondigen. Zonder enige vorm van eigen belang. Begeesterd én geduldig. Puur uit liefde voor de wereld. Zonder eigenbelang. Medelijdend met hen die lijden. Bedroefd met de bedroefden, verblijd met de blijden. Zo zullen ze door de Heilige Geest de harten winnen van de talloze mensen in de wereld die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en vrede.HDe vraag aan ons is:  Wanneer wij verlangen naar God koninkrijk, komt dit voort uit ongeduld? Vinden we God we te traag? Zijn geduld te groot? Of herkennen we ons in Jezus als de goede Herder die de kudde  alleen achter laat om het verloren schaap te  zoeken.
Ik zag onlangs een tv serie over een advocaat die zei dat hij liever honderd schuldigen vrijspraak bezorgde dan dat er één onschuldige door zijn nalatigheid voor jaren achter de tralies kwam. Het is díe instelling. Die volharding. Die intensiteit.
Jezus wil dat we niet alleen naar zijn koninkrijk verlangen, maar dat we er zelf ook alles voor over hebben. Dat we net als onze Heer bereid zijn ons lijden te dragen en te volharden in het goede als we daardoor maar mogen bijdrage aan de komst van Gods rijk. De hemelvaart van Jezus betekent dat God hem die voor ons gestorven is, aan zijn rechterhand heeft gezet. Dat het oordeel over deze wereld in handen van de gekruisigde is gelegd. Dat is de eer die de Vader de Zoon bewijst. Dat is de heerlijkheid die Jezus toekomt. Dat is de hoop die ons voortdurend moed geeft en die onze harten sneller doet kloppen, zodat wij zelf ook weerstand kunnen bieden aan het kwade, de onbarmhartigheid, de gewetenloosheid die we ook in onze dagen victorie zien kraaien. Maar daar steekt het kruis een stokje voor.
Moge hemelvaart voor ons betekenen dat wij aan de rechterhand van God Jezus altijd zelf zien die zichzelf voor ons over heeft gehad. Hemelvaart betekent dan dat ook wij mogen delen in Gods eeuwig rijk, samen met allen die ons zijn voorgegaan. Dat we daar  niet aan twijfelen. Intussen wijdt Jezus ons in door de Schriften die van hem getuigen. Het boek wordt niet gesloten. Het ligt open voor ons ogen. En Hij troost ons door zijn tegenwoordigheid in de sacramenten. Dan hoeven we niet te weten in welke tijd Gods rijk aanbreekt. Dan volstaat het vol verlangen te bidden zoals de kerk vanaf het begin heeft gebeden: “Maranatha”. Heer, kom spoedig. Amen.

Martin Los, pr

1) Eerste lezing in de eucharistie van Hemelvaart: Handelingen der apostelen 1:1-11