Zondag 2a in de Veertigdagentijd 5 maart 2023 H. Suidbertus Geldermalsen
Deze Veertigdagentijd bereidt ons voor op grote feest van Pasen, van de verrijzenis en het eeuwige leven.
In het begin van de kerk vond de doop van de volwassen geloofsleerlingen plaats in de Paasnacht. Veertigdagen voor Pasen spraken zij openlijk hun verlangen uit om gedoopt te worden. In aanwezigheid van de hele geloofsgemeenschap werden zij in de Veertigdagen elke zondagen ingewijd in het geheim van doop als opname en inlijving in het lichaam van Christus.
Pas in de eeuwen daarna werd dit ook een tijd van inkeer en boete. Degenen die al eerder gedoopt waren realiseerden zich immers dat zij niet altijd in overeenstemming met hun doopbelofte geleefd hadden. En zo is het eigenlijk nog steeds. We willen graag weer met een zuiver hart met vreugde op gaan naar het Paasfeest. En onze doopbeloften met Pasen vernieuwen.
De geheimen van het geloof komen dus ook nu zondag aan zondag in deze veertig dagen aan de orde. Om ons geloof op te frissen en te verdiepen. Het uitgangspunt is natuurlijk Jezus Christus zelf, wat hij voor ons gedaan heeft, wat hij voor ons betekent en hoe zijn leven een voorbeeld is voor ons, een voorbeeld dat navolging verdient. Zo versterkt hij zijn liefdevolle band met ons. Zo groeien we steeds in de eenheid met hem met wie we door de doop en het geloof eén lichaam vormen en met heel de kerk die lichaam van Christus is.
Vorige week, de eerste zondag in de Veertigdagen tijd stonden we stil bij de verzoeking van Jezus in de woestijn. Na zijn doop in de Jordaan trok Jezus zich eerst terug in de eenzaamheid om zich voor te bereiden op zijn taak om de Blijde Boodschap te verkondigen en het rijk van God aan te kondigen. De verleidingen die hem werden voorgespiegeld, om de beproevingen die hij op zijn weg zou tegen komen, te ontlopen, wees hij resoluut af. Niet door magische formules en bezweringen. Hij haalde gewoon woorden uit de Heilige Schrift aan uit de Wet en de Profeten en de Psalmen. Jezus weerde dus alle verleidingen om zijn roeping te verzaken af door gehoorzaam te zijn aan het Woord van God. Hij roept ons door zijn voorbeeld als gedoopten ook op om trouw te blijven aan het geloof door te luisteren naar de woorden die ons zijn overgeleverd, woorden die elke zondag worden voorgelezen om ons te troosten, raad te geven en tot inkeer op te roepen waar dat nodig is. Wat goed genoeg is voor hem, is goed genoeg voor ons.
Op deze twééde zondag in de Veertigdagentijd zien we Jezus op een hoge berg in gezelschap van drie van zijn leerlingen 1) Jezus staat nu niet aan het begin van zijn taak. Hij staat nu op het beslissende punt om zijn taak te volbrengen, zijn opgang naar Jeruzalem. Even hiervoor heeft hij zijn leerlingen uitgelegd dat hij veel zal moeten lijden en door de mensen verworpen, maar dat hij op de derde dag zal opstaan. De leerlingen konden dat totaal niet bevatten. Om hen te bemoedigen neemt Jezus een aantal van hen mee om boven op de berg te bidden en te tonen wie hij werkelijk is.
Jezus ondergaat een gedaanteverandering. Hij straalt naar alle kanten als hij daar in gebed is. We zien hem ook in gesprek met de grote figuren uit de geschiedenis van Gods volk, Mozes en Elia, de Wet en de profeten.
Wat we hier in geloof aanschouwen is de verheerlijking van Jezus. Deze verheerlijking toont wie hij als persoon werkelijk is: de Zoon van God. Zijn verheerlijking toont Jezus en zijn grote liefde die zelfs de dood overwint.
Natuurlijk willen zijn leerlingen dit deze ervaring vasthouden: “Heer, het is goed wat wij hier zijn. Zullen we drie tenten opzetten, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia?” Maar dan omgeeft een wolk hen, beeld van Gods tegenwoordigheid, en een stem klinkt: “Dit is mijn geliefde Zoon, in wie ik een welbehagen heb, luister naar Hem”. Nu zien ze Jezus weer alleen. Diezelfde Jezus, maar met andere ogen.
Jezus had zijn leerlingen meegenomen de berg op om hen vooraf te sterken door het beeld van zijn verheerlijking zodat ze niet zouden bezwijken als ze hem aan het kruis zouden zien als de lijdende knecht van God.
Wij zouden ook Christus vast willen houden als we bijvoorbeeld een ontroerende mooie liturgieviering hebben beleefd. Of als we in een periode van pijn en verdriet de troostende nabijheid van Christus hebben gevoeld. We beschouwen dat als een toppunt en dus eindpunt. Maar het is geen eindpunt. De voltooiing volgt pas als we onze laatste adem uitblazen en onze taak als mens is volbracht.
Door de doop weten we dat we kinderen van God zijn en dat we mogen delen in de heerlijkheid van Jezus Christus, de Zoon van God. We leven met dat visioen in ons hart voor ogen.
Bij de doop is de heilige Geest over ons uitgestort. Die Geest opent ons oor voor die stem die zegt: “dit is mijn geliefde Zoon, luistert naar Hem”.
Laten we hem volgen op zijn weg. Naar de mens gesproken geen succesvolle carrière als van een superheld. De weg van de liefde is een weg die offers vraagt en die moeite en soms pijn met zich meebrengt. Met het beeld van de verheerlijking van Jezus in ons hart, de triomf van de liefde, durven we als gedoopten die weg te gaan naar het Pasen zonder einde. Amen
Martin Los pr
1) Evangelielezing tijdens de eucharistie op de 2e zondag in de Veertigdagentijd: Matteus 17:1-9
Afbeelding: Sieger Kroger, transfiguratie
Tag archieven: veertigdagentijd
Goede Vrijdag in de Bergrede
Preek op de 7e zondag door het jaar 19 februari 2023 Tiel
Voordat woensdag de Veertigdagentijd begint, overdenken we vandaag net als de afgelopen drie zondagen nogmaals woorden van Jezus die hij tot zijn leerlingen sprak op de berg. Hij weidt ons in in de geheimen van het koninkrijk van God met heel concrete voorbeelden. “wanneer iemand u op de rechterwang slaat keer hem dan ook de andere wang toe” 1). Hij spreekt hier van het koninkrijk van God. Het rijk van God dat niet van deze wereld is, het rijk dat altijd komende is, maar waar we door de voorbeelden die Jezus geeft, al deelgenoot van mogen worden. Het is heel belangrijk dat we dat voor ogen houden. Want ook in onze aardse wereld is natuurlijk sprake van recht, van billijkheid, deugd en beleid. Dat is neergelegd in wetten en rechtsspraak, in handhaving, allerlei vormen van respect, in politiek, lesmateriaal en in een bepaalde cultuur. Ook in een geseculariseerde wereld – dus een wereld waarin geen rol voor God is weggelegd – is niet alles verkeerd, onrechtvaardig, misdadig, onmenselijk. We kunnen als gelovigen alleen maar dankbaar en vol respect zijn voor de talloze mensen van goede wil die hun best doen deze wereld leefbaar te houden, die opkomen voor recht en vrede, voor de aarde, die geen genoegen nemen met de kloof tussen arm en rijk. Tijdens een onvoorstelbare aardbeving zoals nu plaats heeft gevonden, blijkt dat heel veel mensen spontaan gereed staan hulp te bieden. In korte tijd wordt alleen al in de Nederland binnen één etmaal 90 miljoen euro ingezameld.
Velen van ons nemen dit ook van nabij waar. Bijvoorbeeld in onze kinderen en kleinkinderen die van de kerk vervreemde zijn, maar toch hele goede mensen proberen te zijn. Smalend spreken over de wereld past, ons christenen dus niet. Wat niet wil zeggen dat we geen kritiek mogen hebben en voor ons geloof uitkomen. Maar laten we niet vergeten dat we zelf ook die wereld zijn.
Op allerlei manier proberen we het onrecht in de wereld tegen te gaan en te beperken. Denk aan een rechtvaardige oorlog die ook volgens de leer van de kerk als uiterste middel is toegestaan of zelf geboden uit zelfbescherming . Waar we nu getuige van zijn in Oekraïne. Voor mensen die vrede en geweldloosheid hoog in het vaandel hebben staan, is dat een hard gelag. We ontkomen er niet aan soms vuile handen te maken in deze wereld die geen ideale wereld is, maar wel onze wereld.
Een doel van het recht en van beteugeling van kwaad is rechtmatige vergelding. In de Wet van Mozes heet dit: “oog om oog, tand om tand”. We hoorden er Jezus naar verwijzen in de Bergrede. Als iemand een ander heeft verwondt, moet degene die dit veroorzaakt dit goed maken door de schade die iemand daardoor opliep – bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid – vergoeden. Op deze manier werden ongecontroleerde wraaknemingen voorkomen, en ook dat hierdoor een eindeloze reeks van wraaknemingen volgde. “Oog om oog, tand om tand” is dus een beschaafde oplossing voor een vete die als een veenbrand blijft voortwoeden
Maar hoor nu wat Jezus zegt: “Maar ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht maar als iemand u op de rechterwang slaat ook de andere wang toe te keren”.
Het gaat hier niet om kwaad in het algemeen, maar publieke belediging. Dus beroving van iemands eer. Je kunt dan vanwege een kort lontje terugslaan of met de staart tussen de benen afdruipen uit schaamte. Maar je kunt ook fier je hoofd opheffen en de andere wang aanbieden als teken dat je onschuldig bent. Daar wordt het kwade overwonnen door het goede. Hetzelfde geldt voor de andere voorbeelden van hoe het rijk van God aan het licht komt. Jezus zegt: “Als iemand je je onderkleed afneemt, laat hem dan ook je bovenkleed”. Met andere woorden: als iemand jou publiekelijk in je hemd zet, krimp dan niet ineen alsof je inderdaad iets te verbergen hebt, maar geef ook je bovenkleed. Laat zien dat je je nergens voor hoeft te schamen. Dan sta jij niet in je hemd maar de ander die jou schandelijk handelt heeft.
Jezus zegt: “Als iemand je dwingt een mijl met hem te gaan, ga er dan twee”. Met andere woorden: als iemand doet alsof je zijn ondergeschikte bent, laat dan zien dat je een vrij mens bent die zelf bepaalt, hoe ver je gaat.
Deze inburgeringslessen voor het rijk van God zijn voorbeelden die ieder voor zichzelf zelf kan invullen en vertalen naar eigen situatie . Maar Jezus geeft zelf het grote voorbeeld. We staan aan het begin van de Veertigdagentijd. Jezus gaat zijn opgang naar Jeruzalem beginnen. We gaan op weg naar Goede Vrijdag. Wat zien we dan? Jezus wordt van zijn bovenkleed beroofd. Sprak hij daar niet over in de Bergrede? Er wordt om gedobbeld. Hij wordt gedwongen zijn kruis op te nemen als een soort handenspandienst. Gaat het daar niet over in de Bergrede? Hij verzet zich niet, maar gaat meer dan een mijl, de hele kruisweg. Een gerechtsdienaar slaat hem op de rechterwang en hij antwoordt: “als ik niets verkeerds heb gedaan, waarom slaat ge mij?” Hier weer de Bergrede. We zien dus dat alles wat Jezus ons voorhoudt in de Bergrede als burgers van het rijk van God door hemzelf is ondergaan en door hemzelf is volbracht en voorgedaan. Op deze Goede Vrijdag volgt Pasen. De overwinning op het kwade en de dood. Laten we daarom in eigen leven en in eigen handelen kiezen voor het leven verbonden met Jezus Christus die zegt: Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, opdat ge kinderen moogt zijn van uw Vader in de hemel” Amen
Martin Los pr
1) Evangelielezing tijdens de eucharistie op de 7e reguliere zondag: Matteus 5:38-48
Afbeelding: J.C Begas, 1794-1854 Bergrede