Preek op de voorlaatste zondag van het kerkelijk jaar 14 november 2021 Mariakerk en Willibrordkerk
Het is bijna een cliché geworden, lieve zusters en broeders, om te verzuchten dat we in onzekere en voor het gevoel van velen angstige tijden leven. Ik hoef u de oorzaken niet nog eens op te sommen. Het is moeilijk om wanneer je angstig en onzeker bent, om afstand te nemen en tot rust tot bezinning op te brengen. Toch is dat juist nodig om algehele depressie en paniek te voorkomen. Er zijn de afgelopen jaren boekenplanken vol psychologische boeken over angst verschenen.
Het gevoel dat de wereld vergaat, is niet van vandaag of gisteren. Ik bedoel nu niet dat in elke tijd bepaalde sektes hun volgelingen wijsmaken dat op die en die datum de wereld vergaat en dat zij zich daarom uit de wereld moeten terugtrekken op een bepaalde plaats op aarde. Nee, er zijn sinds mensenheugenis talloze rampen geweest die mensen het gevoel gaven dat hemel en aarde vergingen. De verschrikkingen die mensen ondergingen als gevolg van volksverhuizingen, klimaatverandering, vulkaanuitbarstigen, oorlogen, waren enorm. Maar steeds bouwden mensen uit de puinhopen een nieuwe wereld en een nieuw bestaan op. Overlevenden begonnen gewoon opnieuw. Het menselijk geslacht beschikt over een enorme veerkracht.
Tot zover de geschiedenis van voorspoed en tegenspoed, in het klein en in het groot. Maar er is nog een ander kwestie. Dat is die van de waarheid en van gerechtigheid. Is de wereld alleen een eindeloze herhaling van rampen en afbraak? Van feiten die vandaag in het nieuws zijn en over een jaar alweer vergeten? Of gaat het ook om iets dat niet voorbijgaat, waar je op aankunt. Is er een troost die maakt dat we ondanks alles van de wereld houden. Een houvast dat maakt dat we de hoop niet verliezen? Ja, dat is er. Daarin geloven wij, zeggen wij, christenen. Dat is het rijk van God dat wij verwachten, het rijk van God dat in het verborgene al in onze midden is.
Het rijk van God is het rijk van waarheid en gerechtigheid. Het geloof in waarheid en gerechtigheid als grondslagen van de wereld van God en mensen maakt dat we de wereld in een strijd gewikkeld zien tussen goed en kwaad. Wint uiteindelijk de leugen en het onrecht? Wint de onmenselijkheid en de meedogenloosheid? En is opkomen voor recht en doen van gerechtigheid uiteindelijk zinloos. Is opkomen voor de waarheid en groeien in wijsheid zonde van de moeite? Zijn we dan beklagenswaardige mensen als we dat doen?
Al in het Oude Testament, het boek van de profeet Daniel, worden de rechtvaardige en oprechte mensen een hart onder de riem gestoken met de woorden: “in die tijd zal de grote vorst Michael opstaan om de kinderen van uw volk te beschermen 1). Michael – de naam van een aartsengel – betekent “Niemand is te vergelijken met God?” “Dan zullen de wijzen stralen als de glans van het uitspansel, en degenen die mensen tot gerechtigheid gebracht hebben zullen schitteren als de sterren voor eeuwig en altijd”. Deze werkelijkheid die ons op de proef stelt, om het met gerechtigheid en waarheid niet zo nauw te nemen, gaat voorbij. Dan breekt het rijk van God aan, het rijk van de toekomst dat zich uitstrekt over het verleden en het heden: “velen zullen uit het stof ontwaken om eeuwig te leven”.
De schrijver van de Hebreeenbrief 2) legt ons uit dat de beslissende strijd al is gestreden toen Christus zijn leven offerde doordat hij de mensheid en waarheid en gerechtigheid de beslissende overwinning bezorgde. We leven nu in het eind der tijden, in die zin, dat de afloop bekend is. Christus is nog bezig de laatste vijand als zijn voetenbank te maken.
En in het Evangelie zegt Jezus: “Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar woorden zullen niet voorbijgaan”3) .
Wanneer in de Bijbel en in de geloofsleer wordt gesproken over het einde der tijden, is nooit de ondergang van de wereld op zich bedoeld alsof we altijd op weg zijn naar een geweldige catastrofe. Alsof God als een verveeld klein kind de legotoren voor zich met één klap vernietigt. Het gaat erom dat door de gewone geschiedenis heen een andere strijd zich afspeelt. Die van het rijk van God, van waarheid en gerechtigheid. Als wij dat zien, moeten we niet de moed opgeven. We moeten niet zwichten voor de verleiding dat de leugen en het onrecht en de verdeeldheid en de dood het laatste woord hebben over ons leven en deze wereld. Eens wordt de grauwsluier van leugen, onrecht, en dood weggenomen Daarom zijn we altijd vol hoop. Daarom zetten we ons ook in voor deze wereld. Door ons werk te doen. Zorg te dagen voor de aarde. Op te komen voor klimaat. Onze kinderen goede zorg en onderwijs te geven. Als we waarheid en gerechtigheid dienen en elkaar liefhebben, is niets voor niets gedaan, maar alles voor het rijk van God, Amen
(c) Martin Los
Schriftlezingen van deze voorlaatste zondag van het kerkelijke haar
1) 1e lezing: Daniel 12:1-3
2) 2e lezing: Hebreeën 10:11-14,18
3) Evangelie: Marcus 13:24-32
afbeelding: ikoon van de aartsengel Michael
Het uur van de waarheid is niet om bang voor te zijn!
Beantwoorden