Onder één dak

Homilie op de 22 zondag B 1 september 2024 Houten

“Niets kan de mens bezoedelen wat van buiten komt” leert Jezus zijn leerlingen in het kader van zijn verkondiging van het rijk van God. 1) Want dat moeten we nooit vergeten: Jezus verkondigt geen algemene waarheden en wijsheden. Wat hij leert heeft altijd en alleen tot doel ons te verder in te leiden in het rijk van God en al zijn facetten. Zoals bijvoorbeeld in het Evangelie van deze zondag: niets van wat van buiten komt kan de mens bezoedelen, maar alleen wat van binnenuit komt. Dat bewustzijn leert ons integere goede mensen te zijn door over onszelf na te denken  in plaats van anderen te oordelen en veroordelen. Het gaat om de vraag: kunnen wij om zo te zeggen met God onder één dak verblijven. Het is de vraag die we kennen uit de bekende Psalm 24: Heer wie mag wonen in uw tent? Antwoord: die rein is van hart.
De woorden van Jezus willen ons met Gods genade sterkte en vertrouwen en uitzicht geven om vrije en moedige burgers te zijn van het koninkrijk van God dat komende is. en dat in het verborgene al in ons midden is.
In het Evangelie spreekt Jezus tot de Farizeeën en Schriftgeleerden, die Hem bekritiseren omdat Zijn leerlingen zich niet aan de rituele reinigingswetten houden.
Jezus wijst erop dat het niet de uiterlijke rituelen zijn die de mens onrein maken, maar de gedachten en intenties van het hart. Hij benadrukt dat wat van binnenuit komt, bepalend is hoe rein iemand is in Gods oog.
Jezus nodigt ons uit om ons te richten op de innerlijke gesteldheid van het hart in plaats van op uiterlijke schijn. De vraag is niet alleen wat we doen, maar vooral met welke intentie we het doen. Onze woorden en daden moeten voortkomen uit een oprecht en zuiver hart, dat gericht is op de liefde voor God en de naaste. Laten we dus nadenken over waar ons hart vol van is.
Mozes spreekt tot het volk Israël wanneer het zich opmaakt om het beloofde land binnen te trekken 2). Hij benadrukt het belang van het volgen van Gods wetten en voorschriften. Hij spoort hen aan om deze wetten nauwgezet te onderhouden, niet alleen om zelf rechtvaardig te leven, maar ook om anderen, aan de hele wereld, te tonen hoe wijs en verstandig zij zijn door Gods geboden te volgen: “als zij al deze voorschriften horen zullen ze zeggen: dat machtige volk is wijs en verstandig”
De wet van God is niet slechts een verzameling regels, maar een wegwijzer naar een leven in wijsheid en gerechtigheid. De benaming Wet als vertaling van het Hebreeuwse Torah geeft niet helemaal de juiste betekenis weer. “Richtingwijzer” of “kompas” is rijker en uitnodigender dan Wet.
Door Gods geboden te volgen, laten we zien dat wij Hem vertrouwen en dat we willen leven in overeenstemming met Zijn wil. De geboden van God zijn geen teken van gestold wantrouwen, zoals helaas veel menselijk regels en bepalingen. Ze zijn bewijs van groot vertrouwen in het volk dat naar hem luistert. De vraag is ook: hoe kunnen wij, in onze moderne samenleving, laten zien dat we trouw blijven aan deze goddelijke richtlijnen?
De apostel Jakobus herinnert ons eraan dat al het goede en volmaakte van God komt: elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven van de Vader der hemellichten. 3) Daarmee bedoelt Jakobus niet alleen materiele zegeningen, maar vooral waarden die het leven en samenleven tot een groot genoegen maken. Hij roept ons op om niet alleen hoorders van het Woord te zijn, maar vooral ook doeners. Ware godsdienst, volgens Jakobus, uit zich in zorg voor de behoeftigen en in het vrijwaren van onszelf van de wereldse verontreiniging.
Het geloof dat we verkondigen moet omgezet worden in daden. Anders is ze weinig anders dan een lege huls. Het is niet genoeg om alleen het Woord van God te horen; we moeten het ook in praktijk brengen.
Jakobus daagt ons uit om ons geloof zichtbaar te maken in onze zorg voor de kwetsbaren en door een leven te leiden dat niet wordt beinvloed door egoisme en materialisme . Hoe kunnen wij ons geloof concreet maken in onze acties en keuzes. Waar het op aankomt in de  lezingen van deze zondag is een oproep tot echtheid en oprechtheid in ons geloof en in ons leven. Zijn we integere mensen, uit één stuk, zonder verborgen agenda’s. Niet de uiterlijke schijn, maar de innerlijke gesteldheid van ons hart is wat telt voor God. Laten we ons inspannen om niet alleen het Woord van God te horen, maar het ook in ons dagelijks leven toe te passen, met een hart dat gericht is op liefde en gerechtigheid, kortom op het rijk van God waar het allemaal om begonnen is, en waarin God en mens onder één dak wonen

Martin Los, pr

Schriftlezingen in de Mis van de 22e zondag door het jaar B
1) Marcus: 7:1-23
2) 1e lezing: Deuteronomium 4:1-2, 6-8
3) 2e lezing: Jakobus 1:17-18,21b-22.27
Afbeelding: wijwatervat in een r.k. kerk bij het binnentreden of verlaten van de kerk

Hemelvaart. Geen gesloten boek

Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer op donderdag 26 mei 2022 Mariakerk De Meern (Leidsche Rijn)

Jezus verschijnt na zijn verrijzenis verscheidene malen aan zijn leerlingen, zo horen we. Zo toonde hij aan hen dat hij leefde. De evangelist Lukas vertelt: Hij sprak met hen om te vertellen dat de Schriften over de Messias spraken, over diens lijden en sterven, over zijn verrijzenis, over de verkondiging aan alle volkeren en de bekering en vergeving van zonden in zijn naam” 1).
Dit is de reden waarom wij nog steeds een voorname plaats  toekennen in de liturgie van de kerk aan de voorlezing van de Wet en de Profeten en de Psalmen. Dat zijn de Schriften waarover het hier gaat. Want Jezus is de Messias waar het volk van God eeuwenlang naar heeft uitgezien. Dat volk heeft vele beproevingen doorstaan. Slavernij, ballingschap, terugkeer. Het verlangen naar de komst van de Messias en de verlossing liet hen niet los.
De komst van Jezus in de wereld is het antwoord op dat verlangen en op dat lijden en op die eenzaamheid. We kunnen de weg van Jezus niet goed begrijpen zonder deze voorgeschiedenis.  Hij komt daarin zelf op ons toe. Zonder deze voorgeschiedenis, zonder de Schriften, zouden we niet begrijpen waarom Jezus mens geworden is. Déze mens. Zonder de Schriften zou het ons ontgaan dat déze mens van wie de Wet en de Profeten getuigen, dat deze Jézus, óók het antwoord op het verlangen naar verlossing is van ons en heel de mensheid. Met Hemelvaart is dit geen gesloten boek. Jezus sluit dit boek niet. Hij opent het juist en legt de vinger bij alle teksten die van hem spreken.
De leerlingen stellen aan Jezus de vraag: “Heer, gaat u in deze tijd het koninkrijk van God herstellen?” Een logische vraag. Alles is volbracht. De Schriften zijn vervuld. Jezus is de Messias. Het rijk van God kan nu toch komen? De dood is overwonnen. Het licht heeft de duisternis verjaagd.
Jezus antwoordt: “Het is niet aan u dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld”. Het rijk van God dat komt, is geen zaak van berekening. De taak van de apostelen en van de kerk is overal en altijd door de Heilige Geest de boodschap van vergeving, bekering en verzoening te verkondigen. Zonder op de klok of kalender te kijken, Geen speculaties, geen hallucinaties.
Jezus vervolgt: “Jullie zullen kracht ontvangen van de Heilige Geest die over jullie komt om mijn getuigen te zijn”. De apostelen ontvangen de opdracht om aan heel de wereld Jezus als de Messias te verkondigen. Zonder enige vorm van eigen belang. Begeesterd én geduldig. Puur uit liefde voor de wereld. Zonder eigenbelang. Medelijdend met hen die lijden. Bedroefd met de bedroefden, verblijd met de blijden. Zo zullen ze door de Heilige Geest de harten winnen van de talloze mensen in de wereld die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en vrede.HDe vraag aan ons is:  Wanneer wij verlangen naar God koninkrijk, komt dit voort uit ongeduld? Vinden we God we te traag? Zijn geduld te groot? Of herkennen we ons in Jezus als de goede Herder die de kudde  alleen achter laat om het verloren schaap te  zoeken.
Ik zag onlangs een tv serie over een advocaat die zei dat hij liever honderd schuldigen vrijspraak bezorgde dan dat er één onschuldige door zijn nalatigheid voor jaren achter de tralies kwam. Het is díe instelling. Die volharding. Die intensiteit.
Jezus wil dat we niet alleen naar zijn koninkrijk verlangen, maar dat we er zelf ook alles voor over hebben. Dat we net als onze Heer bereid zijn ons lijden te dragen en te volharden in het goede als we daardoor maar mogen bijdrage aan de komst van Gods rijk. De hemelvaart van Jezus betekent dat God hem die voor ons gestorven is, aan zijn rechterhand heeft gezet. Dat het oordeel over deze wereld in handen van de gekruisigde is gelegd. Dat is de eer die de Vader de Zoon bewijst. Dat is de heerlijkheid die Jezus toekomt. Dat is de hoop die ons voortdurend moed geeft en die onze harten sneller doet kloppen, zodat wij zelf ook weerstand kunnen bieden aan het kwade, de onbarmhartigheid, de gewetenloosheid die we ook in onze dagen victorie zien kraaien. Maar daar steekt het kruis een stokje voor.
Moge hemelvaart voor ons betekenen dat wij aan de rechterhand van God Jezus altijd zelf zien die zichzelf voor ons over heeft gehad. Hemelvaart betekent dan dat ook wij mogen delen in Gods eeuwig rijk, samen met allen die ons zijn voorgegaan. Dat we daar  niet aan twijfelen. Intussen wijdt Jezus ons in door de Schriften die van hem getuigen. Het boek wordt niet gesloten. Het ligt open voor ons ogen. En Hij troost ons door zijn tegenwoordigheid in de sacramenten. Dan hoeven we niet te weten in welke tijd Gods rijk aanbreekt. Dan volstaat het vol verlangen te bidden zoals de kerk vanaf het begin heeft gebeden: “Maranatha”. Heer, kom spoedig. Amen.

Martin Los, pr

1) Eerste lezing in de eucharistie van Hemelvaart: Handelingen der apostelen 1:1-11