Betekenisvol leven: niet van brood alleen

Preek op Sacramentszondag 14 juni 2020 Mariakerk en Willibrordkerk

Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid” is het woord van de Heer dat vandaag weerklinkt 1)
Onze bisschop kardinaal Eijk kondigde aan het begin van de Advent het Jaar van de Eucharistie af. Hij nodigde de gelovigen en de geloofsgemeenschappen uit om in het jaar 2020 extra stil te staan bij het wonder dat Jezus Christus, onze levende Heer, bij ons wil zijn en dat hij ons de gemeenschap met hem schenkt in de eucharistie. En dat we hem persoonlijk mogen ontvangen in de communie. Teken en onderpand van zijn gemeenschap met ons.
De bisschop nam dit initiatief tot het Jaar van de Eucharistie omdat we volgens hem de waarde van dit sacrament niet altijd genoeg beseffen. Het is een onvoorstelbaar groot voorrecht dat Jezus bij ons wil zijn en zijn leven met ons delen als de levende Heer.
We gingen als pastoraal team, bestuur en pastoraatsgroep vol verwachting aan de slag met de vraag of we hier in onze parochie de eucharistie weer als nieuw zouden kunnen gaan ervaren. Door in de preek, het parochieblad, de website, in de catechese aandacht te schenken aan de betekenis van de eucharistie voor ons leven. We hebben nog eens de officiële documenten van de kerk geraadpleegd. We hebben hier en daar iets aangepast zoals het Evangelieboek dat na de intochtsprocessie nu eerst op het altaar wordt gelegd op de plek waar later brood en wijn wordt geplaatst. Dit om de eenheid van Woord en Sacrament te benadrukken. Die Heer die spreekt in het Evangelie is dezelfde als die tot ons komt in brood en wijn.
De acolieten spraken de wens uit om voortaan gekleed te mogen gaan in toog en superplie zoals in de meeste andere parochies. Ze hadden deze graag voor de eerste keer gedragen met Pasen. Toen waren onze kerken gesloten vanwege de coronapandemie. Maar Sacramentsdag is natuurlijk ook een mooie gelegenheid.
Zo hebben we op onze eigen manier geprobeerd om het Jaar van de Eucharistie tot een betekenisvol jaar te maken voor ons geloof. En u hebt als medegelovigen op uw eigen manier geprobeerd de eucharistie met nieuwe ogen te zien en te beleven.

Maar niemand had ooit kunnen denken dat dit Jaar van de Eucharistie nog op een heel andere manier tot een heel bijzonder jaar zou worden. Want uitgerekend in dit jaar zorgde een onbekend virus er voor dat drie maanden geleden de kerken op slot gingen. De eucharistie kon niet eens meer met de hele gemeenschap gevierd worden. De communie kon niet meer worden uitgereikt, niet in de kerk,  maar ook niet aan de zieken thuis en in de verzorgingshuizen. Ook de Eerste H. communiefeesten konden natuurlijk niet doorgaan.
Een buitenstaander zou misschien met enig leedvermaak kunnen opmerken dat dit jaar van de eucharistie dus mislukt is. De kerkdeuren gaan  vandaag nu wel op een kier, maar de situatie is nog lang niet normaal door de beperking van het aantal aanwezigen.
Maar als gelovigen spreken wij niet van een mislukking. Sowieso passen termen als succes en mislukking niet goed bij de kerk en het geloof. Veeleer vragen we ons in elke situatie af: wat  betekent wat ons overkomt aan voorspoed en tegenspoed voor ons geloof en leven?
Dat is ook precies de vraag die aarzelend gesteld werd tijdens de Pastoraatsgroep afgelopen dinsdag:  “Moeten we deze pandemie niet beschouwen als een teken, als een boodschap. Niet als een geval van pech onderweg, waarna we gewoon weer verder gaan alsof er niks gebeurd is, maar als uitnodiging om anders tegen onze manier van leven aan te kijken. Hoe we omgaan met deze wereld, de aarde, met elkaar als mensen, met God?
Terecht willen we geen directe lijn trekken tussen rampen die ons overkomen en God alsof hij de veroorzaker ervan is om de mensheid lessen te leren. Het is geen kwestie simpel van oorzaak en gevolg. Maar wij mensen zoeken altijd naar zin en betekenis en naar het verhaal dat alles betekenis geeft. Zonder zin en betekenis is het leven en wat ons overkomt letterlijk zinloos en we blijven sprakeloos achter. “De mens leeft niet van brood alleen, maar van alle woord dat uit de mond van de Heer komt”. 2)

Zo kunnen wij ons als gelovigen afvragen of de betekenis van de eucharistie ook kunnen leren door nood en het gebrek eraan. Leert Jezus ons door het gemis aan communie iets wat we nodig hebben? Met andere woorden: Onthoúdt Hij ons iets door het gemis aan eucharistie of schénkt hij ons juist daardoor iets onmisbaars en kostbaars?
Ik denk dat velen inmiddels kunnen antwoorden: “ja zeker, want bij afwezigheid van het zichtbare teken van zijn aanwezigheid in de communie, voelen we meer dan ooit een intens verlangen Hem weer te mogen ontvangen in de communie”. Zoals je een geliefde heel sterk kunt missen wanneer die langere tijd afwezig is. Als we van Jezus Christus houden, kan dat niet zonder passie. En zouden we die passie niet nodig hebben om nu en in de toekomst om als geloofsgemeenschap te blijven bestaan en de eucharistie te vieren. Kerk en eucharistie zijn niet vanzelfsprekend. Wat te lang vanzelfprekend is, verdort en verkruimelt op den duur. Zin is ook zin hebben in iets en verlangen naar. Ze zijn teken van Gods liefde en genade. Het Evangelie is bron van hoop voor alle mensen. We mogen als christenen hoop en troost verkondigen aan de wereld.
“Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid”. Wat een onvoorstelbaar geschenk.

Normaal als wij eten, nemen we het voedsel in ons lichaam op om kracht te ontvangen en ons werk te doen. Maar met dit brood dat de Heer voor ons is en ons geeft, is het omgekeerd. Als wij Hem ontvangen met mond en hart, neemt Hij ons op in zijn lichaam. Over dit lichaam, dat we samen vormen, spreekt Paulus in de tweede lezing 3). Zo groeien we op in Hem in een leven van hoop en liefde. Hij schenkt ons het eeuwige leven.
Laat door het gemis dat we hebben ervaren – en nog steeds nu velen nog niet de communie kunnen ontvangen door de beperkingen – laat door dit gemis het verlangen in ons groeien. Ook nu we gaandeweg weer de communie mogen ontvangen. Een nieuwe bezieling. Een nieuwe saamhorigheid. Een kerk die niet aan haar einde is, maar aan het begin staat.
“Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid”. Laat dit woord ons weer met liefde en verlangen vullen naar een leven vol betekenis en verwachting. Amen

© Martin Los

Schriftlezingen voor Sacramentszondag jaar A volgens het rooms-katholieke lectionarium voor Zon- en feestdagen:
1) Evangelie: Johannes 6:1-58
2) Eerste lezing: Deuteronomium 8:2-3,14-16
3) Tweede lezing: I Korintiërs 10:16-17

honger naar levend brood

Preek op de 19e zondag door het jaar B in het weekend van 12 augustus 2018 Mariakerk en Willibrordkerk

‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid’ 1)
Lieve zusters en broeders, dit woord van Jezus klinkt als een hartelijke uitnodiging aan iedereen die honger heeft, om toe te tasten en dit brood tot zich te nemen. Waarom deze uitnodiging aan het adres van alle mensen? Hebben we voor ons leven niet genoeg aan ons dagelijks brood? Ja, we mogen blij zijn met dat dagelijks brood want velen ontberen het. Maar toch ‘leeft de mens niet van brood alleen’.
Wij, mensen, vragen wat de zin van ons leven is. Dat doen we van nature omdat we geestelijke wezens zijn. Die zin vinden we gelukkig inderdaad voor een deel in het werk dat we doen, het huwelijk dat we sluiten, de kinderen die we krijgen, onze vriendschappen, de vrijwillige bijdrage die we aan de samenleving leveren.
Maar we krijgen ook te maken met wat ons doet twijfelen aan de zin van alles. Zelfs iemand als de grote profeet Elia ziet het op een keer niet meer zitten 2). We krijgen te maken met tegenslag, idealen die niet uitkomen, onrecht, verlies van geliefden, allerlei tekortkomingen, keuzes waar we achteraf spijt van hebben, de wetenschap dat we tegenover het leed in de wereld vaak machteloos staan. Tenslotte is ons allemaal en altijd dat vreemde lot beschoren, dat we allemaal sterfelijke mensen zijn.
Een beproefd middel tegen het gevoel van zinloosheid is zo lezen we in het boek Prediker om te genieten van het goede, te eten en te drinken van wat je als mens door je harde werken en ploeteren hebt bereid, want “dat is dan een geschenk van God’.
Maar dat stilt niet de honger naar echte vervulling van ons leven, het verlangen naar de zin van ons leven in het licht van de eeuwigheid. Een zekere onrust in elk mens dat er meer met ons aan de hand is. Dat we verbonden zijn met iets dat groter is dan wij. Verlangen naar God.
Deze week uitte iemand tegenover mij vanuit een diepe existentiële nood een groot verlangen naar God, een tastbaar verlangen, krachtig als een windstoot, genoeg om het mee te voelen en ook sluimerend in mijzelf te herkennen, een oerhonger die alleen door Één gestild kan worden die zegt: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid’,
Hij zegt dit niet omdat Hij zichzelf iets verbeeldt, zoals de mensen hem tegenwerpen: “Is dit niet zoon van Jozef?” Met andere woorden: Hij is toch maar een gewoon mens zoals wij. Jezus zegt dit omdat Hij het brood uit de hemel zelf is. Hij kan zichzelf niet verloochenen. En onze honger naar Hem herkent Hem omdat Hij die honger zelf in ons opwekt.
Waarom voelen we die honger niet altíjd? Waarom hebben zelfs christenen moeite om die honger in zichzelf te herkennen. Waarom hebben de afgelopen decennia zovelen van ons teleurgesteld afgehaakt omdat ze die honger niet meer voelden? Waarom hebben we in onze moderne wereld sowieso moeite met ons bezig te houden met wat ons echt verzadigen kan. Waarom nemen we met veel minder genoegen?
Zou dit niet het antwoord zijn? We zijn in alle opzichten rijk. Nederland staat in de top van rijkste landen. We hebben alles al. We zijn alleen bang om te verliezen. Daardoor kunnen we zelfs niet eens meer echt genieten. We verdoven onze vrees of onze verveling met consumeren, niet alleen eten en drinken en kleren, maar ook goederen en diensten, tot en met frequente luxe vakanties. Zoals mensen die aan drugs verslaafd zijn om hun innerlijke behoeften niet onder ogen te zien en hun vrees voor zinloosheid te dempen, kunnen we ook door louter nog te consumeren onze diepere behoeften verdoven. Net zoals bij een verslaving hebben we steeds meer nodig en raken steeds minder bevredigd. Wie neerkijkt op verslaafden begrijpt nog helemaal niet dat zij ons allen als consumenten een spiegel voorhouden. Zij verdienen ons medeleven.
De stem van Hem die zegt: “Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald” zullen we herkennen als we uit de verdoving ontwaken en weer zorg hebben voor de diepste behoeften van ons leven, verlangen naar de liefde van God.
Ik vergelijk het graag hiermee. Regelmatig kom ik volwassen kinderen tegen waarvan een ouder ernstig ziek is geworden. Die kinderen hadden carrière gemaakt, waren altijd druk, gingen van event naar event. Plotseling is daar die zieke ouder die hulp nodig heeft. Ze nemen na enige aarzeling zorgverlof. En dan na enige tijd daalt er een gevoel over hen dat ze gemist hebben, een soort vrede, genieten van de zorg en aandacht voor die kwetsbare vader of moeder. Ineens is daar dat besef van: “gek genoeg maakt dit mijn leven echt de moeite waard”. Als ze dan weer in het gewone leven en werk terugkeren, kijken ze daar voorgoed anders tegen aan.
Zo kunnen mensen ook ontwaken en de diepe honger naar echte vervulling van hun leven ervaren door de liefdevolle stem die zegt: ‘Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald is. Wie van dit brood eet zal nooit meer honger hebben”
Wat mooi als we die stem ons eigen hart herkennen doordat we van dit brood eten.
Deze honger is geen gebrek, maar een rijkdom. Laten we die honger ook in ons koesteren door echte aandacht voor onze medemensen. Zij die echt honger en gebrek lijden. Laten we hen helpen. En in hun honger weer onze eigen honger herkennen naar een zinvol leven. Laten we oog hebben voor wat hen ten diepste beweegt. Laten we luisteren naar hun verhalen, naar hun noden en zorgen. Wie weet mogen we daardoor de honger in andere opwekken naar onze Heer die het ware brood is dat uit de hemel neerdaalt. Dan zullen we zelf die honger des te levendiger ervaren en steeds opnieuw voelen en ook de vervulling omdat we gaan proeven dat leven in wezen eeuwig leven is met God.
Amen

(c) Martin Los
1) Evangelie van de zondag in de Mis: Johannes6:41-15
2) 1e lezing in de Mis: I Koningen 19:4-6
afbeelding Kreuzbrot www.gehri-baeckerei.de