Tegen geloof, hoop en liefde legt de angst het af

Preek op de 4e zondag door het jaar 3 februari 2019 in Willibrordkerk en Mariakerk

“Nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, en de grootste van hen is de liefde” 1)
Lieve zusters en broeders, het is mooi als een preek algemene instemming krijgt. Iedereen gaat met een fijn gevoel naar huis en de predikant ook. Maar moet een preek juist niet soms ergernis wekken? Niet doelbewust om de hoorders te kwetsen, maar omdat de predikant iets benoemt wat pijnlijk is, waar een taboe op rust, een hete brij waar men graag omheen loopt.
De preek die Jezus in de synagoge houdt, krijgt aan het begin ieders instemming 2). Maar gaandeweg slaat de instemming om in ergernis en tenslotte werpt men hem zelfs de synagoge uit, de synagoge van zijn eigen vaderstad. Wat neerkomt op exommunicatie, verwijdering uit de gemeenschap.
En dat allemaal omdat Jezus alleen maar open en eerlijk was. Hij wist wat de mensen dachten: “Jezus, je hebt nu overal mensen genezen. Laat  nu maar eens aan je eigen jeugdvrienden en bekenden zien wat je kunt”.  Eigen vaderstad eerst. Het klinkt ons bekend in de oren. Die houding verhindert de aanwezigen in de synagoge om de boodschap van Jezus echt te horen en nieuwe mensen te worden. Daarmee doen ze zichzelf tekort, maar ook Jezus. Ze maken hem tot een wonderdokter die zijn kunsten moet vertonen. Alsof ze als inwoners van zijn vaderstad recht hebben op wonderen.
Maar Jezus kan  niets doen zonder dat mensen in hem geloven, niet als een wonderdokter, maar als brenger van de blijde boodschap. Even tevoren had hij hen dat nog duidelijk gemaakt toen hij voorlas uit Jesaja: “De Geest des Heren is op mij, omdat Hij mij gezalfd heeft om aan armen de blijde boodschap te brengen” en hij begon zijn preek met de woorden: “heden is dit Schriftwoord in uw eigen oren vervuld”. Maar het drong niet tot de mensen door omdat ze vonden dat Jezus zich maar eens voor hen moest bewijzen.
Daarom legt Jezus de vinger op de zere plek. Hij haalt de Bijbel aan. Over de profeten Elia en Elisa die in eigen land een onvruchtbare grond vonden voor hun boodschap. Ze werden juist naar buitenlanders gezonden, naar vreemdelingen die wel tot geloof kwamen. Een weduwe in het buitenlandse Sion en de Syrier Naaman. In plaats van dat de aanwezigen in de synagoge de ironie van Jezus begrijpen – dat het heus niet de eerste keer zou zijn dat degenen die dichtbij menen te staan, uit ongeloof aan Gods beloften achter het net vissen – worden ze woedend en werpen hem de synagoge uit en zelfs de stad. Was het een niet geslaagde preek van Jezus omdat Hij ergernis wekte? Nee, de ergernis liet juist zien dat het woord van God mensen raakt en doordringt tot diep in de ziel; dat Hij ieders hart kent en de weerstanden die in ons leven, aan het licht brengt, om werkelijk vanuit het geloof in de bevrijdende, helende kracht van Gods woord te leven.
De ergernis gaat zo ver dat ze Jezus naar een rots duwen om hem vanaf te werpen. Nu is de vraag aan ons: Laat Jezus dan alsnog een soort kunststuk zien doordat hij “midden door de menigte liep en vertrok”? Trekt hij alsnog vanuit zijn binnenzak de kaart van goddelijke onkwetsbaarheid? Nee, Jezus toonde zich niet superieur en almachtig. Reken erop dat er wat door hem heen is gegaan en dat het hem pijn deed. In de steek gelaten door de mensen die hem het best kenden. Maar Jezus zelf vertrouwde op God. “Ik maak je tot een versterkte stad, een koperen muur” 3) had de Heer toch tegen Jeremia gezegd? Jezus vertrouwde dat God  hem zou helpen en dat die zou verhinderen dat iets of iemand zijn zending in de weg kon staan om de Blijde boodschap te brengen aan de mensen. Natuurlijk kende Jezus momenten van angst. Anders zouden we ontkennen dat hij waarachtig mens was. Maar hij liet juist zien dat geloof angst overwint. Zijn vertrouwen in God, zijn kalmte en zachtmoedigheid waarmee hij tussen de menigte doorging, was het wonder dat hij verrichte.
Het doet denken aan Ghandi, aan Martin Luther King, aan Nelson Mandela die in alle kwetsbaarheid rustig bleven, overtuigd van hun visioen en hun opdracht, en die juist zo geweldloze omwentelingen teweeg bracht in hun tijd.
Wanneer wij gelovig naar Jezus kijken en naar hem luisteren, wordt ook ons verlangen aangewakkerd om in zijn voetspoor te gaan.  
Wij verlangen om niet bang te zijn, dat ons geloof er de oorzaak van is dat andere mensen ons niet begrijpen en dat zij ons de rug toe keren; dat we in de kou komen te staan. Dat we anderen ergeren, niet omdat we anderen zouden veroordelen, maar gewoon omdat we zelf in alle vrijheid vanuit het geloof leven. We weten innerlijk hoe goed het is om vervuld te zijn van geloof, hoop en liefde, en vandaaruit te leven. Wat is er gezonder om die zuivere lucht in te ademen van geloof, hoop en liefde? Maar zullen anderen ons niet als uitslovers zien? Stellen we ons niet bloot aan spot en zelfs achterstelling? Maakt die begrijpelijke angst niet dat we ons meer zorgen maken dan nodig is. Juist gebrek aan overtuiging maakt ons tot een gemakkelijk prooi. De vraag is: durven vanuit het geloof, de hoop en de liefde te leven zoals Jezus deed.
Jezus onze Heer schenkt ons vertrouwen dat waarachtig geloof respect afdwingt; dat krachtige hoop aanstekelijk is – hoop is het medicijn tegen de angst, angst die heel veel mensen op dit moment in zijn ban heeft – ; en dat liefde sterker is dan alles.
Geloof, hoop en liefde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze ondersteunen en versterken elkaar. Ze zijn gaven van God aan zijn kinderen. Laten we niet bang zijn er met volle teugen van te genieten én ze in praktijk te brengen. Als het maar met liefde gebeurt, want de “grootste gave is de liefde” Amen

(c) Martin Los

lezingen tijdens de eucharistie op de 4e zondag door het jaar:
1) 2e lezing: 1 Korinthiers 13:4-13
2) Evangelielezing: Lucas 4:21-30
3) 1e lezing: Jeremia 1:4-5,17-19

elke haar op je hoofd geteld

Preek op de 12e zondag door het jaar op 25 juni 2017 Mariakerk en Willibrordkerk

De profeet Jeremia had het zwaar te verduren, zelfs zijn vrienden lieten hem in de steek. Hij stond moederziel alleen. Men sprak achter zijn rug om. Hij werd gepest. Mikpunt van spot en hoon. Toch had hij een rotsvast vertrouwen in God zoals we hoorden *) . Dat hielp hem door alles heen zijn taak te vervullen.
Veel mensen zullen zeggen: “ja maar als God zijn helper was, waarom liet God dan toe dat Jeremia vervolgd werd?”
In de tijd van Jeremia concludeerde men dat als iedereen je met de nek aan keek, dit een teken was dat God je in de steek had gelaten:  ‘Het kan toch niet zo zijn dat één mens het bij het rechte eind heeft, en alle anderen niet?’ Met zo iemand kon je alleen maar de spot drijven of erger.
Dat is helaas van alle tijden. Personen of groepen die op de éen of andere manier zwak en kwetsbaar zijn, worden al gauw slachtoffer van discriminatie. Het lijkt alsof het feit dat iemand kwetsbaar is en anders, bijvoorbeeld vanwege kleur, geaardheid of godsdienst, een extra drijfveer is om die ander met een scheef oog aan te kijken,  te pesten of zelfs het leven onmogelijk te maken.
Het begint al op school. Ondanks alle projecten tegen pesten steekt het telkens weer de kop op. Maar ook op straat en op de werkvloer kom het voor. Zelfs in parochies. Vergeet Twitter niet, Facebook en allerlei whatsappgroepen. Het lijkt alsof het feit dat iemand anders is en kwetsbaar een soort roofdier in anderen oproept.
Laten we daar als gelovigen nooit aan mee doen. Wanneer we als christen bekend staan en we maken ons schuldig aan discriminatie maken we Christus zelf te schande. We geven onze Heer als het ware een klap in het gezicht. Ook zorgen we ervoor dat mensen die juist steun nodig hebben, ons geloof in God gaan wantrouwen en het verafschuwen in plaats van als troost te omarmen.
Tegen zijn leerlingen zegt Jezus dat ze ook mikpunt van spot kunnen worden en vervolgd, als ze hem navolgen. Als je echt als volgeling van Jezus leeft, maakt dat je kwetsbaar omdat je opvalt en anders bent. ‘Wat verbeeld jij je wel dat je anders denkt en doet dan wij met zijn allen?’
Soms zal men argwanend zijn, je motieven in twijfel trekken, bijvoorbeeld als je onrecht wordt aangedaan en je vergeldt geen kwaad met kwaad. Men zal zeggen dat je laf bent. Of ouderwets omdat je aan bepaalde principes vasthoudt, bijvoorbeeld rondom de heiligheid van het leven. Men zal zeggen dat je de ontwikkeling in de weg staat. Soms worden christenen vanwege hun levenshouding weggewerkt of niet aangenomen.
Er zijn talloze situaties waarin je als gelovig mens het gevoel hebt alleen te staan. Je zult je zelfs afvragen of God je niet in de steek gelaten heeft. We hebben het hier niet over een soort eigenwijsheid of gelijkhebberij of fanatisme. Terecht dat de mensen daardoor heen prikken. Het gaat hier om oprecht vreedzaam diep geloof.
We weten wat Jezus zelf is overkomen. Hij werd uitgejouwd en niet meer als een mens die respect verdiend, beschouwd. Jezus steekt ons allemaal een hart onder de riem wanneer we in een situatie terecht komen als Jeremia.
Ook al lijkt zelfs God je in de steek gelaten te hebben, vertrouw op Hem, leert Jezus ons. ‘………..Elke haar op je hoofd is geteld’ zegt hij in het Evangelie **). Met andere woorden: Je bent kostbaar in zijn ogen. Geef de moed niet op. Blijf vertrouwen. Hij staat achter je. Ja, dat is juist vertrouwen. Op het moment dat je nergens meer van op aan lijkt te kunnen, dan moet je juist vertrouwen. Zolang je vertrouwen gebaseerd is op zekerheden, die in je in handen hebt, is dat wel vertrouwen, maar het is nog niet echt beproefd. Pas als vertrouwen absurd lijkt, als je voltrekt met lege handen staat, dáár begint echt vertrouwen in God. Het is de uiterste vorm van getuigenis die soms van ons als christen gevraagd wordt: dat we stand houden in het aangezicht van alles wat onze waarden en zekerheden lijkt te ontkennen.
Als we uitgelachen worden om ons geloof, als we eronder lijden, dan komt het op geloof aan. En dan zal je ervaren, zegt Jezus, dat er geen haar op je hoofd gekrenkt wordt. En hij voegt eraan toe:  Iedere die Mij bij de mensen belijdt, zal ook ik als de mijne erkennen bij mijn Vader die in de hemel is’.
Je staat dus niet alleen wanneer je soms het gevoel hebt als gelovige in je hemd te staan. Want God staat achter je. En Jezus Christus zelf identificeert zich met je. Zoals je deelt in zijn lijden mag je delen in zijn overwinning en in zijn verheerlijking.
Laten we niet bang zijn vanwege ons geloof soms ook onbegrepen of zelfs gediscrimineerd te worden. Laten we niet in de schulp kruipen en niet voor ons geloof in het Evangelie uitkomen. Op zulke momenten neemt juist het respect van anderen voor ons als mensen die in God geloven, toe. Zulke momenten zijn ook de momenten waarop ons geloof enorm versterkt wordt. Dat we groeien in de verwachting van het koninkrijk van God. Dat we ervaren hoe kostbaar ons geloof is. En hoeveel we ertoe doen in Gods oog. Amen

Pastoor Martin Los

lezingen voor deze 12e zondag uit het universele leesrooster van de r.k. kerk: *) 1e lezing: Jeremia 20:10-13 **) Evangelie: Mattheus 10:6-33