Korte overweging op Palmzondag 24 maart 2024 r.k. Houten
Het Lijdensverhaal van onze Heer Jezus Christus laat zien hoe zeer verschillend mensen verschillend op hem reageren. Kijk naar de andere gasten tijdens de maaltijd in het huis van de Farizeeër die op hem loeren en wachten op hun kans hem uit te schakelen. Daartegenover de pure liefde en toewijding van de vrouw die hem zalft met kostbare balsem 1). Neem Petrus die het ene moment nog een hele Piet lijkt en zijn leven wil geven voor Jezus maar even later zijn meester verloochent. Of Judas, zijn leerling, die hem verraden zal. Niet in een opwelling van boosheid, maar met voorbedachten rade, berekend, als bij een huurmoord. Verder de massa die elkaar napraat en schreeuwt om zijn dood terwijl diezelfde massa even te voren nog hem met gejuich en Hosanna heeft ingehaald. En verder nog een stadhouder die oppermachtig is, maar nu bang is voor de meute en zijn handen in onschuld wast. Waar zien we dat meer, denk je dan.
Het lijdensverhaal houdt ons en de hele mensheid een spiegel voor. Waar staan we zelf? Niet alleen in vergelijking met de gebeurtenissen, personen en mensen en onmensen van toen, maar hoe staan we ook nu ten opzichte van onrecht en geweld, van bedrieglijke beschuldigingen, desinformatie, en het leed dat onschuldige mensen wordt aangedaan door discriminatie, haat, partijbelangen, machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag?
En vooral: hoe zien we Jezus? Zien we hem als een onbegrepen idealist, iemand die te goed is voor deze wereld, een slachtoffer van haat en nijd. Of is hij voor ons de waarheid die ons alleen reden kan? Is hij de liefde in zijn meest zuivere vorm, is hij voor ons degene door wie God de wereld met zich verzoent, de Verlosser die door zijn lijden en dood de weg vrijmaakt naar het eeuwig leven? Of zoals aan het einde de romeinse officier concludeert: Deze is waarlijk de Zoon van God.
We begonnen met de vrouw die de kostbare balsem over het hoofd van Jezus uitgoot. Met dat gebaar bevestigde zij dat hij de gezalfde van God was. En dat hij degene was die door zijn weg hoe dan ook zijn volk zou bevrijden. De balsem had zij opgespaard voor haar eigen begrafenis ooit, zoals ook nu velen een bedrag wegzetten voor hun uitvaart om anderen niet tot last te zijn. Ze had dus Jezus zo lief als zichzelf dat zij deze zalf over hem uitgoot. Tegen de omstanders die zich verbazen of ergeren zegt Jezus: “Zij heeft mijn lichaam op voorhand gezalfd met het ook op zijn begrafenis”. We kunnen ook zeggen dat zij profetisch handelde, want er zou straks geen balseming nodig zijn vanwege het lege graf op de Paasmorgen. Op dat moment zegt de engel tegen de vrouwen: wat zoekt ge de levende bij de doden. Hij is hier niet want hij is opgestaan.
Wij nemen als gelovige mensen het verraad en het lijden, en de dood van Jezus ernstig als offer voor deze wereld, onze wereld die ook zijn wereld is en blijft. Wij bekeren ons tot hem die de Redder is van alle zondaars. En hij is ook de Opgestane Heer die wij liefhebben en zalven en loven en prijzen zonder ophouden. Zoals in de aloude hymne: Wij roemen in het kruis van onze Heer Jezus Christus. In hem is ons heil ons leven en verrijzenis
Martin Los. pr
Het Lijdensverhaal volgens Marcus: 14:1-15::39 1)