Homilie op de 17e zondag jaar B 28 juli 2024 in de r.k. kerk van Houten
Dierbare zusters en broeders, een halve eeuw geleden kon je nog alleen seizoensgebonden groenten en fruit en andere landbouwproducten in, de winkel kopen. Nu ziet de groenteafdeling van de supermarkt er het hele jaar door, op een paar uitzonderingen na hetzelfde uit. Of het nu zomer of winter is. Als hier het seizoen van de speciebonen hier voorbij is, importeren we ze uit Kenia of Egypte. Nee, dit wordt geen preek over klimaatveranderingen of de globalisering van de economie. In het evangelie van deze zondag gaat het over vijf gerstebroden. En over Pasen. Voor ons gevoel niet zo boeiende informatie. Maar in de tijd van Jezus, toen alle landbouw nog seizoensgebonden was, was gerst de eerste graanoogst en die viel altijd samen met Pasen, het feest van de eerstelingen van de oogst, dus gerst en alleen gerst, in het voorjaar. Alleen tegen die achtergrond kunnen we begrijpen wat het Evangelie ons vertellen wil. 1) Het is niet zomaar een wonderverhaal. Het is een teken dat verwijst naar Pasen, het feest van de verrijzenis. Van het geheim van het leven en de opstanding uit de dood. Jezus wil aan de mensen laten zien wie hij is, de Messias, de Zoon van God die in de wereld gekomen is om de wereld in aanraking te brengen met God, de oorsprong en bron van alle leven.
Eerst geeft hij zijn leerlingen opdracht om de ontelbare menigte die hem gevolgd is te eten te geven: “Hoe moeten we brood kopen om deze mensen te laten eten?” vraagt hij zijn leerlingen. Alsof dagelijks brood allereerst of alleen een kwestie is van geld. Gaat daar niet aan vooraf dat het brood een gave van God is die leven geeft en in leven houdt? Verwondering en dankbaarheid? De leerlingen beginnen meteen een rekensom te maken waaruit blijkt dat er een kapitaal nodig is om zoveel monden en magen te vullen.
Was het enige juiste antwoord niet geweest: konden we het brood maar delen, hoe weinig ook, dan was ervoor iedereen genoeg. Want delen is vermenigvuldigen. Daartoe brengt de aarde haar vruchten voort. Alles is uiteindelijk en principieel een gave van God. Geen rekensom lost dit vraagstuk, maar alleen het verlangen dat niemand iets te kort komt en dat we daar allen aan kunnen bijdragen.
Er blijkt een jongen aanwezig die over vijf broden en twee vissen beschikt. Een nieuwe generatie mag om zo te zeggen als vlaggendrager optreden. Let wel: de jongen heeft vijf gerstebroden met twee vissen. Met Pasen werd jaarlijks vanuit de streek waar de oogst het eerst gereed was, een mand met gersthalmen naar de priester in de tempel in Jeruzalem gedragen om ze aan het God op te dragen. Dat is precies wat hier lijkt te gebeuren. Jezus neemt de gerstenbroden min ontvangst en draagt ze in gebed aan God op. En was zeven niet de aanduiding dat van alles genoeg is? De zeven dagen van de week zijn genoeg. Heel de schepping is genoeg voor iedereen. Met onze wereldwijde 24/7 economie komen we nog steeds meer tijd te kort.
Het is indrukwekkend. Maar de grote kloof tussen arm en rijk wordt er niet mee gedempt en wordt eerder groter. En de werkers zijn eerder ondergeschikten van de machines, computers en procedures dan dat zij de baas zijn en genieten van de menselijke vrijheid en dienstbaarheid aan de gemeenschap.
“Toen nam Jezus de broden en na het dankgebed gesproken te hebben, liet hij ze uitdelen aan de mensen die daar zaten, als mede de vissen zoveel men maar wilde”
Dankgebed is in het Grieks, de taal van het Evangelie “eucharistie”. Een duidelijke verwijzing dus naar de eucharistie die wij vieren, het gebed en het gebroken brood dat Jezus aan de kerk gaf als teken en bezegeling van zijn tegenwoordigheid in ons midden. Het wonder van de vermenigvuldiging van het brood mogen wij in geloof telkens meemaken. Het feestelijk genoegen van het genoeg. Niet alleen voor nu, maar voor altijd. Want als iedereen verzadigd is, blijft er nog genoeg over voor toekomstige generaties: “Haalt nu de overgebleven brokken over op om niets verloren te laten gaan”. Ze haalden ze op en vulden twaalf manden met brokken welke de mensen door de mensen na het eten overgebleven waren. Twaalf is het getal van Gods volk die alle rassen en naties en talen omvatten.
Elke keer als we de eucharistie vieren bevestigen we het visioen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarop gerechtigheid en vrede woont. De nieuwe werkelijkheid waarin Jezus Christus allen in alles is. Het leven waarin de dood is overwonnen. Leven in zijn volheid, leven in overvloed. Gaan we voor dat wonder en eten we in geloof? Richten we ons leven en onze gemeenschap daarop in?
In de kerk, in de eucharistie mogen we Christus ontmoeten die zegt: Ik ben het Levende Brood dat uit de hemel is neergedaald. Wie van dit brood eet zal nooit meer honger hebben. Ja, dat is de vraag: eten we alleen voor de korte termijn het brood dat weer vergaat of eten we in geloof het brood van eeuwig leven. Amen
Martin Los pr
1) Evangelie van deze 17e zondag door het jaar B: Johannes 6:1-15
Afbeelding: De gersteoogst