Niet speculeren maar omkeren

Preek op de 3e zondag in de veertigdagentijd Zaterdagavond 19 maart 2022 Wijk bij Duurstede.

Nieuws is niet alleen iets van onze tijd, maar van alle tijden. Er waren in de tijd van Jezus geen kranten om dit nieuws te verspreiden, maar indringende gebeurtenissen gingen als een lopend vuurtje door stad en land, en iedereen gaf zijn mening. We horen bijvoorbeeld in het evangelie van een toren die ingestort is en mensen onder het puin bedolf 1). Eerste reactie is natuurlijk altijd: wat erg voor de getroffenen en hun families. Tweede natuurlijke reactie: dat had ook mij kunnen overkomen. Derde reactie: wat is de eigenlijke oorzaak. Een constructiefout? Achterstallig onderhoud? Vierde reactie: wie is de schuldige en wat is in dit geval een rechtvaardige straf? Maar veel mensen hebben behoefte om verder te gaan en op de één of andere manier een hogere oorzaak aan te wijzen. Het lot: waarom treft zo’n ongeluk de één wel en de ander niet? Sommige zijn van mening dat je als mens meerdere levens hebt, en dat je je fouten uit je eerdere leven mag goed maken door een nieuw leven. Ook wij christenen vragen ons af bij een noodlot dat mensen treft. Zou God daarmee een bedoeling kunnen hebben? En welke? Er is niks mis mee als we ons op een dieper niveau afvragen hoe we om moeten gaan met het leed dat anderen of onszelf treft. Maar we moeten ontzettend oppassen dat wij deze vragen naar de zin van ons leven niet verwarren met het nieuws van de dag in de wereld en in ons persoonlijk leven. Alsof God zelf onderworpen is aan wetten van oorzaak en gevolg. Jezus  antwoordt de mensen in Jeruzalem: “Meent ge dat alleen de getroffenen  schuldig waren van alle inwoners van Jeruzalem? Absoluut niet, maar als jullie je niet bekeren zullen jullie allen op dezelfde wijze omkomen”. Met andere woorden: als je denkt dat het feit dat die toren niet op jou viel teken is dat jij een braaf en deugdzaam mens bent, dan besef je niet dat het feit dat jij leeft, teken is van Gods geduld en genade. Geef je niet over aan speculaties over de mensen om je heen en wat hen overkomt. Kom zelf tot inkeer. Dank God voor elke dag dat jij vrij bent om opnieuw te beginnen door de vergeving en vrijspraak van God. Denk aan de gelijkenis die Jezus vertelde, van de vijgenboom die eerst onvruchtbaar leek, maar door het geduld van de tuinman en de zorg van de tuinman, eindelijk vruchten ging dragen.
Het gaat allemaal om de vraag: Wie is God. Hoe laat hij zich kennen? Hoe maakt hij zich bekend in de geschiedenis. Hebben wij door ons geloof speciale kennis van hem?
Het verhaal van Mozes bij de brandende braamstruik helpt ons op weg. Mozes houdt de schaapskudde van zijn schoonvader in de woestijn 2) . We moeten dan niet denken aan een eindeloze zandvlakte, maar aan een eenzaam steppegebied waar de schapen kunnen grazen. Mozes blijkt dus een goede herder te zijn. Zo wordt hij geroepen, niet als een aanzienlijke prins aan het hof van de Farao, die hij ook was, maar als een echte herder die zorgt voor de kudde. Zijn nieuwsgierigheid wordt gewekt door een vuur in een braamstruik zonder dat de struik verteerd wordt. Dat is een beeld van God die in het hart van zijn volk woont als een heilig vuur. Mozes moet de schoenen uit doen vanwege de heilige grond waarop hij staat. Dat wil niet zeggen dat dit stukje woestijn op zichzelf heilig is, maar dat wat Mozes te horen krijgt geen toneelstukje is waar hij naar kijkt, maar dat hij met huid en haar betrokken is. Als God zich bekend maakt, doet hij dat niet aan mensen die op een afstandje als toeschouwers toe kijken. We moeten onszelf aan hem blootgeven als God zich openbaart. Hij openbaart zich dan als: Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, Izaäk en Jakob. Er is dus al een relatie. Met andere woorden: God is niet los verkrijgbaar, en we kunnen ook niet zonder omgang met God over God spreken. Mozes kende God nog niet persoonlijk maar hij erkende hem wel vol respect als de God van zijn ouders en grootouders die God weer kenden door hun ouders tot aan de aartsvaders Abraham, Izaäk en Jakob. Elke generatie kende God als hun God, elke generatie opnieuw. Vandaar dat Jezus ergens zegt: God is geen God van doden maar van levenden, de God van Abraham, Izaak en Jakob. Nu openbaart diezelfde God zich aan Mozes en zijn generatie. En hoe? Als de God die van zeer nabij alles heeft meegemaakt wat zijn volk in slavernij heeft meegemaakt. Hij was erbij als het vuur in de braambos. God is niet zoals hij vaak in de filosofie beschreven wordt als een statische grootheid, een beweger die zelf onbewogen en onaangedaan is. Hij is degene die neerziet op het onheil dat zijn volk wordt aangedaan. Onwillekeurig moeten we nu ook denken aan het volk van Oekraine dat zo zwaar te lijden heeft.. Zo mogen wij God ook zien: vanuit ons geloof, dat ook het geloof van onze voorouders is, dat God zijn volk niet in de steek laat. “Maar als ik dan bij de mensen kom en zeg dat Gij hen zult bevrijden van de slavernij, wie moet ik dan zeggen wie mij gezonden heeft? vraagt Mozes “Ik ben Hij die is” ge moet zeggen: Ik ben die is heeft mij gezonden. Eigenlijk: Ik zal zijn die ik wil zijn 3). Degene die ik voor jullie vaderen was vanaf Abraham zal ik ook nu in de toekomst zijn voor jullie zijn. Met andere woorden: Ik ga iets nieuws beginnen met de bevrijding van mijn volk uit de slavernij. Ik ben altijd dezelfde en voor altijd nieuw.
We gaan binnenkort Pasen vieren. Het feest dat God alle dingen nieuw maakt. Dat is hoe God zich laat kennen door Jezus Christus, onze Heer die als de nieuwe Mozes Gods volk, de mensheid bevrijdt uit de ketenen van schuld en dood. Hij doet ons door zijn opstanding opstaan tot nieuw leven. Dat is de levende traditie van ons christelijk geloof. Dat is onze boodschap aan de wereld. Als een struik die in brandt staat en toch niet verteert. Of zoals Jezus zegt: Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. Dat is de heilige grond waarop wij staan. Dat is het altijd nieuwe leven. Amen

Martin Los, pr

1) Gospel of the 3th Sunday’ mass in Lent, 20 maart 2022
2) 1e lezing: Exodus 3:1-8, 13/-15
3) vertaling vanuit het Hebreeuws ontleend aan rabbi Samson Rafael Hirsch (1808-1888) in zijn commentaar op het Sefer Sjemot
Afbeelding: Moses en de brandende struik, Marc Chagall

Een glimp van de verrijzenis

Homilie op de 2e zondag van de Veertigdagentijd 28 februari 2021

Lieve broeders en zusters, we bereiden ons in deze Veertigdagentijd voor op de viering van de Verrijzenis van Jezus die de eerstgeborene uit de doden genoemd wordt. Deze tijd bereidt ons als het ware opnieuw voor op dat niet te bevatten wonder van God.
Het verhaal van de Verheerlijking op de berg 1) helpt ons bij de voorbereiding op Pasen. Het opent de ogen van het geloof voor wie Jezus werkelijk is, de Zoon van God, en dat zijn lijden leidt tot zijn verheerlijking. Dat gebeurt bovenop de berg, beeld van Jezus die in gebed is, dicht bij de Vader in de hemel. Hij heeft zijn heerlijkheid niet verloren door mens te worden. Hij heeft zijn heerlijkheid alleen afgelegd, als een koning die zijn mantel aflegt, maar toch koning blijft. Deze man die zijn stem niet verheft en wiens gestalte is al en knecht, onaanzienlijk in de ogen van de mensen. Een stem uit de hemel zegt: “Dit is mijn Zoon, mijn Welbeminde.  Luistert naar Hem”.  Wanneer Jezus later sterft aan het kruis wordt het geloof van de leerlingen op de proef gesteld. Maar ze geven hun geloof niet op. Ze hebben hem gezien zoals hij is. Met Pasen verschijnt hij aan hen voorgoed als de Verrezene. En hij verschijnt zo aan allen die beproefd worden om hun geloof tijdens hun leven zoals een vuurtoren een schip in het nachtelijk duister leidt naar de veilige haven.
Als Jezus in gebed op de berg is begint zijn kleding te stralen als de zon. Hij verschijnt aan hen in al zijn heerlijkheid. De leerlingen zijn er getuigen van. Maar ook Mozes en Elia verschijnen. “Heer, zullen we drie tenten voor u neerzetten? “vragen die leerlingen die de betekenis nog niet begrijpen. Tot nu hebben ze naar de voorlezing van wet en de profeten in de synagoge geluisterd als het woord van God maar zonder het volledig te begrijpen Alsof er een sluier over lag. Maar nu komen de woorden tot leven. Ze stralen want nu wordt duidelijk dat de wet en de profeten al over Christus spraken in talloze voorbeelden.
Er zijn helemaal geen tenten voor Mozes en Elia nodig, want nu komt de betekenis van hun woorden aan het licht. Jezus Christus is genoeg. Hij ontsluit de betekenis van de oude woorden die opgeschreven staan.
Zoals het verhaal van Abraham 2). Wat moeten we met dit verhaal zonder kennis van Jezus. Vraagt God werkelijk mensenoffers. Wordt van een gelovigen werkelijk een onmenselijke beproeving gevraagd? Zouden we zonder Jezus begrijpen dat het offer van Izaak over de verrijzenis gaat?
De Brief aan de Hebreeën geeft een korte verklaring van wat geloof is: “Het geloof is de zekerheid van de dingen die men hoopt en het bewijs van de dingen die men niet ziet”. Jezus zelf wekt dat geloof en die hoop in ieder aan wie hij zich openbaart. Dat is een geschenk. Een beeld dat niemand ons kan afnemen, maar dat we wel moeten koesteren in ons hart. Een visioen dat we delen met elkaar in de sacramenten, met name in de eucharistie waarin Jezus zich aan ons toont als de Heer die bij ons is.
De verhalen over Abraham krijgen hun volle betekenis vanuit het Evangelie van Jezus.
De Hebreeënbrief zegt: “door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef gesteld werd, Izaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen was bereid zijn enige zoon te offeren. Terwijl God tegen hem gezegd had: “alleen door Izaak zul je nageslacht krijgen, zei hij bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn iemand uit de dood op te wekken. En daarom kreeg hij hem ook terug bij wijze van voorafbeelding.
De eerste christenen lazen dus het verhaal van Abraham als uiting van geloof in de verrijzenis, en ze begrepen het offer van Izaak als voorbeeld van het offer van Christus. Abraham ging op weg en volhardde ook al had hij nog maar een glimp opgevangen van de toekomst, van de verrijzenis. Dat is ook wat de verschijning van Mozes en Elia bij  de verheerlijking van Jezus zichtbaar maakt.
We moeten dus heel de Heilige Schrift lezen en zien vanuit het Evangelie. De verrijzenis van Jezus is volstrekt nieuw en uniek, maar ze werpt haar schaduw al vooruit. Ja, alle geloof is al Paasgeloof: de zekerheid van de dingen die men hoopt en het bewijs van de dingen die men niet ziet”.
Paasgeloof kenmerkt zich door de hoop. En dat leven vanuit de hoop uit zich in volharding en liefde. Het Paasgeloof maakt dat we steeds open oog hebben voor de mogelijkheden het leven en de wereld mooi te maken. We staan ervoor open dat steeds als uit het niets iets nieuws groeit. Er is in de wereld zoveel dat ons moedeloos kan maken. Alles lijkt uiteindelijk zinloos. Maar het geloof in God –  een geloof dat altijd een Paasgeloof moet zijn – wekt ons op om altijd vol goede moed te zijn. Of zoals Paulus zegt in de 2e lezing: als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? 3) Amen

Martin Los, pastoor

Schriftlezingen voor deze 2e zondag in de Veertigdagentijd volgens het rooms-katholieke leesrooster voor Zon- Feestdagen
1) Evangelielezing: Markus 9:2-8
2) 1e lezing: Genesis 12:1-18
3) 2e lezing: Romeinen 8:31-34

Afbeelding Duccio di Buoninsegna 1255-1318