met een knipoog en schok der herkenning

Homilie  op de 23e zondag door het jaar B 8 september 2024 Tiel

Alles draait in het Evangelie volgens Marcus om de komst van het koninkrijk van God. De boodschap die Jezus verkondigt is de proclamatie van dat koninkrijk. Een nieuwe werkelijkheid breekt aan. De genezingen en de wonderlijke daden die hij doet zijn de tekenen van dat koninkrijk. Had de profeet Jesaja niet verkondigd: “de oren van de doven worden geopend en de tong van de stomme zal jubelen”? 1)
Het is dus niet de bedoeling van Marcus om Jezus te portretteren als een rondreizende wonderdokter. Wat Jezus doet zijn tekenen. Tekenen die duidelijk moeten maken wat er gebeurt als het rijk van God doorbreekt, hoe mensen door de ontmoeting met Jezus geopend worden voor de tegenwoordigheid van God in hun leven. Mensen gaan verstaan dat wat aan de doofstomme over wie Marcus vertelt, gebeurt, iets is wat ons allen aangaat en ons allen raakt. 2) Ja, wat ons allen kan bevrijden en tot nieuwe mensen kan maken, burgers van dat koninkrijk
Een doofstomme van zijn geboorte af aan is iemand door doordat hij niet kan horen, ook niet kan spreken. Hij kan dus de wereld om hem heen niet horen, maar hij kan zichzelf ook niet hoorbaar maken en deelnemen aan gesprekken. Het is een toestand van volstrekte eenzaamheid. Gelukkig zijn er nog andere vormen van communicatie en gemeenschap zoals aanraking en gevoel, betekenisvolle handelingen. Denk maar aan de omhelzing zonder woorden om te troosten of vriendschap uit te drukken. Maar die gebaren heffen de eenzaamheid van de doofstomme niet op.  
Wat mooi dat deze eenzame mens niet aan zijn lot wordt overgelaten. Wanneer Jezus in zijn woonplaats, in de streek van Dekapolis, komt,  brengen vrienden en bekenden hem bij Jezus en smeken Jezus hem de handen op te leggen. Zonder deze mensen die om hem gaven zou hij nooit van Jezus gehoord hebben. Of zelf de naam Jezus zelf hebben kunnen uitspreken of aanroepen. Mensen met een gebrek verdienen het dat we hen een stem geven in deze wereld waar ze gemakkelijk overstemd worden en over het hoofd gezien. De apostel Jacobus waarschuwt zijn medegelovigen hun oren niet te laten hangen naar de machtigen en rijken terwijl ze de arme sloeber over het hoofd zien. 3) Dit roept natuurlijk ook de vraag op of wij ons in onze tijd bewust zijn hoeveel mensen snakken naar echt contact, ontelbare personen die wij met Jezus in contact zouden kunnen brengen door een toegewijd en aandachtvol leven? Zonder enige bemoeizucht of opdringerigheid , maar doordat we zo leven dat mensen vragen waar wij toch dat vertrouwen, respect en naastenliefde vandaan hebben. Verlangen wij niet oprecht dat zoekende mensen door ons Jezus leren kennen? Is ons leven een smeekbede tot God dat de oren en de harten van andere mensen voor de Jezus die wij liefhebben, geopend worden.
De mensen rondom de doofstomme smeken dat Jezus hem de handen oplegt. Een gebaar dat Jezus zich over hem ontfermt en zich zijn lot aantrekt en tot het zijne maakt. Als er één is die weet wat eenzaamheid is en dan is het Jezus zelf wel, onbegrepen, gehaat, verlaten, gedood aan het kruis, juist door zijn grote liefde voor de mensen, maar altijd vertrouwend op God, zijn hemelse vader. Daarom neemt hij de doofstomme ter zijde. Contact van persoon tot persoon. De doofstomme is niet langer alleen, niet langer een nobody. Jezus verenigt zich met de man door in een tactvolle omhelzing zijn vingers in zijn oren te stoppen, zijn tong met speeksel aan te raken, zijn adem over hem uit te blazen, de blik naar boven gericht en  te roepen: ga open!
Het Evangelieverhaal wil ons laten ervaren dat wij zelf ook door Jezus geopend zijn, geopend voor het koninkrijk van God, geopend door zijn woord, door zijn geest, door zijn eenheid met God, de Vader. Is de doop niet tegelijk symbool én werkelijkheid zelf van deze opening voor God, dit Effata, de stem die zegt: jij bent mijn kind, mensen kind.  Heeft dit Effata zich daarna niet meerdere malen herhaald in momenten van ons leven waarin we geraakt werden door het Evangelie, door een ommekeer in ons leven? In het Evangelie wordt ons een spiegel voor gehouden. Herkennen we ons in de doofstomme, dat  begrijpen we veel beter de bevrijdende kracht van Jezus en van de blijde boodschap. Dan begrijpen we ook veel beter en veel directer dat wij als christenen als geloof gemeenschap en als kerk niet alleen zelf geopend zijn, niet alleen zelf open staan voor Gods heilzame tegenwoordigheid. We mogen ook andere mensen en de samenleving tot Jezus Christus brengen om geopend te worden.
Dan zullen steeds meer mensen de tekenen van Gods koninkrijk verstaan wanneer zoals Jesaja profeteerde: “dan gaan de ogen van de blinde open, en worden de oren van de dove geopend. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme”.
Samen zijn we met een knipoog en een schok van herkenning die doofstomme, die blinde, die lamme, die drooggevallen beken, die dorre vlakte, en tegelijk door ons geloof en doopsel tekenen van het rijk dat Jezus is komen afkondigen en stichten, en dat we jubelend samen mogen vieren. Dag aan dag dankbaar dat we die tekenen mogen verstaan en ook zelf zijn. Amen                                                          

Martin Los, pr

Sxhriftlezingen van de eucharistie op de 23e zondag door het jaar B

1e lezing: Jesaja: 35:5-7a 1)
2e lezing: Jakobus 2:1-5 3)
Evangelielezing: Marcus 7:31-37 2)




Het leven moeten we vieren

Homilie op de 28e zondag door het jaar 11 oktober 2020 Willibrord en Mariakerk

“Gaat uitg naar de kruispunten van de wegen en nodigt iedereen, goeden en slechten uit voor de bruiloft” 1)
Lieve broeders en zusters, Jezus vertelt over een bruiloftsfeest dat niet door dreigt te gaan. Een bruiloft die niet doorgaat is iets wat normaal gelukkig niet vaak voorkomt. Maar in deze tijd van Corona moest het ene bruiloftsfeest na het andere en allerlei andere feesten worden afgezegd vanwege het geringe aantal toegestane gasten om besmetting met het virus te voorkomen. Heel triest voor alle betrokkenen.
We beseffen hoe diep deze crisis ingrijpt in het sociale leven. Juist nu ervaren we het gemis van gewoon menselijk contact. Wat we allemaal heel normaal vonden – een handdruk, een omhelzing, samen aan tafel zitten, verjaardag vieren met elkaar in huis – is al maanden taboe. Die handdruk, omhelzing, maaltijd met elkaar, verjaardagen enzovoort, zijn rituelen die we voltrekken omdat we het leven willen vieren. We willen de band met elkaar bevestigen. Ook in de viering bij uitstek van de maaltijd van de Heer. De band met Jezus en met God.
Het rijk van God aan het eind der tijden beschrijft de profeet Jesaja zelfs als een feestelijke maaltijd : “De Heer van de hemelse machten richt op deze berg voor alle volkeren een feestmaal aan”. We horen de echo van die profetie in de gelijkenis die Jezus vertelt over de bruiloft die niet door dreigde te gaan: Gaat naar de kruispunten van de wegen en nodigt alle mensen, goede en kwaden uit voor de bruiloft”.

Het leven dat God schenkt moet gevierd worden. Het is van unieke waarde in zichzelf. Het is geen míddel tot een bepaald doel. Als we het leven alleen bezien vanuit het oogpunt van nut dan doen we het leven te kort. En onszelf. En de Gever van het leven. Vandaar dat we altijd behoefte voelen het leven te vieren, ook als tegenwicht voor de inspanningen en moeite en verdriet die ons leven met zich meebrengt. Het boek van de wijsheid van Prediker (3:12,13) zegt: Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. Bij inspanningen moeten we niet alleen denken aan lichamelijke en mentale inspanning, maar ook aan moed en inzet voor rechtvaardigheid. Dit is dus geen frivole gedachte van mensen die graag boemelen. De profeten spreken zelf over het leven samen vieren, met alle volkeren, zonder wanklank.
Jezus zelf was onder de genodigden op de bruiloft te Kana. Hij ging op de uitnodiging in van aanzienlijke Joden, maar ook bij tollenaars om aan te zitten aan de maaltijd. En het laatste wat Jezus deed voor hij het offer van zijn leven ging brengen was de maaltijd houden met zijn leerlingen. Maaltijd houden is niet het zelfde als je honger stillen om te overleven en kracht op doen voor de dagelijks arbeid. Maaltijd houden is onderstrepen en vieren dat je een gezin vormt met elkaar, een vriendenkring, een gemeenschap van mensen die samen ervaringen en verhalen delen. Vieren dat je iets met elkaar hebt. Dat je ondanks alle verschillen in karakter, in visie, ondanks conflicten, één bent en in vrede leeft met elkaar.
Wanneer we hopelijk over niet al te lange tijd weer met familie en vrienden aan tafel kunnen zitten, als er weer bruiloften en andere feesten gevierd kunnen worden, als we onze oude moeder in het verzorgingshuis weer onbezorgd kunnen omhelzen, vergeven en vergeten, ,verzoening, zal het zijn als een Bevrijdingsdag wanneer de vijandelijke onderdrukking – in dit geval van het virus – overwonnen is.
Hopelijk leidt het tot een nieuwe beleving van wat samen menszijn betekent.

De gelijkenis van de bruiloft die niet door dreigde te gaan vertelt van het onbegrijpelijke gedrag van de genodigden die de uitnodiging afsloegen. Ze gaven als reden dat ze nuttiger dingen te doen hadden: een akker die te koop was bekijken, zaken die voorrang hadden. Hoe vaak gebeurt het niet dat we aan leven niet toe komen omdat we geen tijd hebben. Geen tijd voor elkaar in het gezin, het huwelijk, de gemeenschap. Het leven zoals het bedoeld is door God, leven vanuit Gods genade, leven vanuit de vrijheid van Gods kinderen, komt vaak op de tweede of zelfs de laatste plaats.
Maar Jezus vertelt de gelijkenis niet om zijn hoorders te vertellen dat mensen het rijk van God in de weg staan en het uiteindelijk niets wordt. De clou is juist dat God zich daardoor niet laat ringeloren. Als de genodigden – dat wil zeggen:  de mensen die beter zouden moeten weten – het af laten weten, stuurt hij zijn knechten naar de mensen op de hoeken van de straten. Zonder onderscheid. Iedereen is welkom.
Dat is het Evangelie van Jezus Christus: dat de uitnodiging om het leven te vieren niet beperkt is tot de rijken en aanzienlijk. Dat is voor iedereen weggelegd. Het enige wat we moeten doen is je open stellen voor de genade van God, voor zijn onbeperkte en onvoorwaardelijke liefde. Dan zullen we volop kansen zien om het goede te genieten met onze mede mensen. Dan zullen we ook in moeilijke tijden de moed niet opgeven. Laten we ons niet overgeven aan de somberheid. Dan zal ons eigen leven door het geloof in Jezus een voorbode zijn van de Maaltijd die God heeft klaarstaan aan het einde der tijden, de Maaltijd van het eeuwige leven. Daarom viert de kerk in opdracht van Jezus de eucharistie: Dankzegging om dit leven, in het licht van het eeuwige leven. Of zoals Paulus schrijft aan de gelovigen in Filippi: “Dan zal God met goddelijke rijkdom in al uw noden voorzien door u de heerlijkheid te schenken in Christus Jezus”. 3) Amen

(c) Martin Los

lezingen tijdens de eucharistie op deze 28e gewone zondag door het jaar volgens het r.k. lezingenrooster
1) Evangelielezing: Mattheus 22:1-14
2) 1e lezing: Jesaja 25:6-10
3) 2e lezing: Filippenzen 4:12-14,19-20

Afbeelding: maaltijd voor daklozen na annulering huwelijk. foto NOS