Vasten uit liefde voor ons leven in deze wereld

Preek Aswoensdag 2 maart 2022 H. Barbara Bunnik

“Als je vast, trekt dan geen somber gezicht zoals de huichelaars, want zij verstrakken hun gezicht om aan de mensen te laten zien, dat zij vasten
” *).
Jezus spreekt deze woorden tot  de menigte wanneer hij hen het rijk van God aankondigt. Hoe dat rijk van God eruit ziet en hoe je er deel aan kunt krijgen. In het kader daarvan spreekt hij ook over vasten. Hij hoeft hen niet uit te leggen wat vasten is, want dat wist iedereen en ze brachten vasten ook in praktijk. De vraag was alleen hoe je zinvol en oprecht vast. Die vraag geldt des te sterker voor ons mensen die nauwelijks meer ervaring hebben met vasten, althans in religieuze zin. Want mensen die aan de lijn doen noemen dit ook wel vasten. Het doel is dan gewichtsafname. Minder eten is dan een kwestie van nut en in veel gevallen van overgewicht noodzaak. Maar echt vasten heeft niets met nut en noodzaak te maken. Was dat wel zo dan zou de vastenpraktijk in onze kerk en in de moderne maatschappij nooit zo in onbruik zijn geraakt. Want waarom zou je vasten als een zichtbaar resultaat niet de bedoeling is? Zeker wanneer we Jezus horen zeggen dat je als je vast beter je gezicht kunt wassen en oliën in plaats van as op je hoofd te strooien. Dus zelfs zichtbare tekenen kun je beter mijden als je wilt voorkomen dat je een huichelaar bent.
De vraag is dus waarom dan wel vasten en hoe? We zullen allemaal beamen dat het leven op aarde mooi is. Een prachtig avontuur. We vieren dat in eigen kring door het jaar met verjaardagen en jubilea. In de samenleving met feesten en evenementen. En als we op vakantie gaan. Op al deze momenten omarmen en vieren we het leven. We vieren het leven als een goed op zich. Maar er is ook een andere kant aan het leven in deze wereld. Het onrecht, het misbruik, het geweld, de teleurstellingen, de verliezen, de menselijke schuld aan alles, teveel om op te noemen, inclusief de verschrikking die mensen in Ukraine ondergaan op dit moment. Stoppen we dat allemaal onder het vloerkleed? Of staan we daar ook bij stil, niet door te vieren, maar wel door op bepaalde momenten persoonlijk en samen af te zien van genot en luxe? Met andere woorden: houden we alleen van het leven en van deze wereld voor zover het allemaal rozengeur en maneschijn is? En zeggen: anders hoeft het van ons niet? Is alle vreugde en plezier slechts zoals we tegenwoordig zeggen “guilty pleasure”. Dat als je eerlijk bent, er eigenlijk totaal geen reden meer is om te feesten? Of omarmen we ook dit leven en deze wereld met z’n nare kanten en zijn gruwelijkheden. De vraag is niet of we ‘de pijn en het lijden en de gruwelijkheden accepteren. Dat kunnen we niet eens. Maar de vraag is of we de wereld en ook ons eigen leven in de wereld mét zijn onbegrijpelijke en afschuwelijke kanten accepteren liefhebben. Alleen dan zullen we ook werkelijk het leven liefhebben zoals het is. En dan zullen we ook de energie vinden om ondanks alles ons in te zetten voor een betere wereld vol recht en gerechtigheid en te genieten van het goede. Dan zullen we altijd de hoop in ons brandend houden zonder schuldgevoel omdat we de as en het vuil onder het tapijt geveegd hebben. Nee, we mogen steeds opnieuw beginnen.
“Stof zijt ge en tot stof zult ge wederkeren” horen we tot ons zeggen als we ons het askruisje laten opleggen **). Aanvaarden we het leven in deze wereld ook als het uiteindelijk niet meer is dan stof? Dat lijkt het absolute dieptepunt, maar de liefde voor het leven begint pas echt daar waar we er niet voor wegvluchten. Juist daar verrijst het vuur uit de as. Juist daar lacht het leven ons echt toe als een wonder, een geschenk,  dat we mogen vieren als iets dan ons nooit meer afgenomen kan worden.
Daarom is deze vastentijd een oproep tot bekering, bekering tot het echte leven, bekering tot het leven met God en Jezus. “Laat u verzoenen met God” zegt de apostel ***). Alzo lief heeft God deze wereld gehad dat hij zijn eniggeboren zoon in deze wereld gezonden heeft op dat ieder die in Hem gelooft, deel mag hebben aan het eeuwige leven.
Als God deze wereld en ons mensen ondanks de zwarte bladzijden, ondanks alles zo liefheeft, en we geloven in Jezus, dan kunnen en mogen we niet achterblijven. Amen

Martin los pr.

*) Evangelie van Aswoensdag: Mattheus 6:15-18
**) ritueel van de Aswoensdagviering
***) 2e brief aan de Kortinthiers 5:20-6:2

Aswoensdag

Homilie op As-Woensdag 17 februari 2021 Willibrordkerk en Mariakerk

“als ge vast, zalf dan uw hoofd en was uw gezicht om niet aan de mensen te laten zien dat ge vast” 1)
Lieve zusters en broeders, nergens draagt Jezus zijn leerlingen op om te vasten. Maar vasten hoort tot het arsenaal van religieuze gewoontes van mensen zoals bidden, offeren en boete doen. Jezus weet dat al deze uiterlijke vormen die ook zijn leerlingen kennen en beoefenen, voorbij kunnen gaan aan hun oorspronkelijke bedoeling en dat ze kunnen leiden tot uiterlijk vertoon en huichelarij, dus het tegendeel van de bedoeling. Daar waarschuwt hij hen voor. Hij geeft dus zelf geen opdracht tot vasten. Er is zelfs een verhaal dat tegenstanders zich ergeren aan Jezus omdat hij zijn leerlingen niet opdroeg te vasten, op een vastgestelde dag waarop zij dat allemaal wel deden. Zijn volgelingen kunnen dus vasten als ze daar behoefte aan hebben, of de situatie hen daartoe uitdaagt, of wanneer de levende traditie waarin zij staan, hen daartoe uitnodigt of zelfs verplicht.
Vasten gaat uiterlijk gepaard met bestrooiing met as, het vuil van de aarde, stof. Het wil zeggen dat je je als mens te binnen brengt dat je stof bent en tot stof zult wederkeren. Je trekt je als het ware even terug uit de wereld – de wereld waaraan je met al je zintuigen gebonden bent, waarvan je geniet – je bent als het ware even dood voor de wereld, om stil te staan bij de schaduw kanten en tekorten van je leven. Om spijt en berouw te hebben, en als een nieuwe mens te herrijzen uit de as. God die ons gemaakt heeft uit het stof van de aarde, zou Hij ons ook niet uit het stof van de aarde kunnen doen herrijzen?
Soms is het echt nodig dat je als mens met een gebroken hart je naar God toe keert en zegt zoals de verloren zoon: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben niet waard uw zoon te heten”. Het lucht op om diep door het stof te gaan. Je hoeft voor zo’n persoonlijke bekering natuurlijk niet te wachten tot ergens in het kerkelijk jaar een vastendag of vastenperiode is. Je moet dat doen als de nood aan de man is. En de priester helpt je graag om je hart voor God uit te storten.
Waarom dan toch een gemeenschappelijke vastentijd zoals de Veertigdagentijd – maar de kerkelijke traditie kent nog meer vastendagen die in onze streken in onbruik zijn geraakt zoals op de scharnierpunten van het jaar, de seizoenen? Waarom? Omdat de ander die zich schaamt voor zijn leven, niet de indruk te geven dat hij of zij alleen staat temidden van allemaal heilige boontjes. Alsof een zondaar een hoge uitzondering is. We laten elkaar niet in de kou staan. Het is een teken van solidariteit met elkaar.
De vastentijd, die nu begint als voorbereiding op het Paasfeest, onderhoudt de kerk ook als teken naar de wereld toe, naar heel de mensheid. Zij verkondigt daarmee: God is genadig. Hij schenkt ons nieuw leven. Echte ommekeer is geen vrome illusie. Heel de kerk, wij allemaal als gelovigen, leven van vergeving en genade. Kom, doe met ons mee. Ga mee op weg naar Pasen, het feest van de verrijzenis en het nieuwe leven.
Jezus draagt ons zoals ik zei niet op om te vasten. Het is geheel vrijwillig als we dit doen. En de kerkelijke traditie, die ons lief is en verrijkte, nodigt ons uit om het te doen. Maar laten we het niet doen om uiterlijk vertoon of om op te vallen en aandacht te trekken. Dus “Als ge vast, zalf dan uw hoofd met olie, was uw gelaat”.
Ook dit jaar voert het kerkelijk jaar ons weer naar dit moment het begin van de Vastentijd. Maatschappelijk en politiek ervaren we het jaar als een rechte lijn die alsmaar vooruit wijst. Maar in het jaar van de kerk komen we steeds op dezelfde punten terug. Elk jaar is het opnieuw Pasen, en elkaar jaar Vastentijd. Het is dus als het ware een cirkelgang of liever een spiraal. We komen steeds bij Aswoensdag uit, maar dan een jaar later. We zijn ouder geworden, hebben nieuwe ervaringen opgedaan, We kunnen kijken of we gegroeid zijn door alle omstandigheden en seizoenen heen, gegroeid in liefde tot Jezus die zichzelf voor ons heeft overgehad. Dit jaar is Aswoensdag anders dan anders, omdat we midden in de Coronatijd leven. Veel tijd tot bezinning, op onszelf teruggeworpen, gevoelens van somberheid. Alsof we noodgedwongen in zak en as zitten. Af moeten zien van genoegens zoals vakantie en evenementen en feestjes. Laten we goede moed houden. Laten we met deze Vastentijd verlangen naar een echt nieuw begin voor onszelf, de kerk en de wereld om ons heen die ons lief is. Op naar Pasen: “Wij roemen in het kruis van onze Heer, Jezus Christus. In hem is ons heil, ons leven en verrijzenis; door wie wij verlost en bevrijd zijn”
Amen.

(c) Martin Los

  1. Evangelie van As-woensdag Mattheus 6:1-6 en 16-18