Pasen. Herwonnen onschuld

Preek op de 5e zondag in de Veertigdagentijd 3 april 2022 ’t Goy

Lieve zusters en broeders, de schriftlezingen die de kerk voor deze tijd van het jaar heeft uitgekozen, zijn bedoeld om ons voor te bereiden op Pasen. “Zie, Ik ga iets nieuws beginnen. Het is al begonnen, merk je niet” zegt God bij monde van de profeet Jesaja (1e lezing) 1). Als er werkelijk iets nieuw en zonder einde nieuw blijft, dan is het wel de verrijzenis van Jezus. En de apostel Paulus verheugt zich zo op de vervulling van Gods belofte dat hij uitroept: “Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ondervinden. Daar heb ik alles voor over” (2e lezing) 2).  Die woorden wekken óók in ons het verlangen naar de vernieuwende kracht van Pasen.
Maar hoe helpt het Evangelie van déze zondag ons met de voorbereiding op Pasen? Het staat bij velen bekend als het verhaal van ‘de overspelige vrouw’ 3). Maar is dat werkelijk de juiste typering? In de oorspronkelijke tekst van de Bijbel staan er geen kopjes of titels boven de verhalen. Het is een gebruik uit de laatste eeuw om het opzoeken in de Bijbel te vergemakkelijken.  Maar je zou dit evangeliegedeelte net zo goed of beter het verhaal van ‘de hypocriete mannen’ kunnen noemen, of van ‘Jezus die op de grond schreef’. Het kopje “de overspelige vrouw” zegt eerder iets over de patriarchale moraal die vroeger het denken bepaalde en de gesprekken beheerste en die maakt dat het verhaal onder die titel bekend staat. Nog steeds moeten in sommige culturen vrouwen hun gehele lichaam bedekken omdat zij anders een bron van verleiding zouden zijn door hun bestaan alleen.. Ook als ze slachtoffer zijn van misbruik, krijgen zij toch de schuld. Maar de praktijk wijst anders uit. Recente affaires die de laatste jaren breed uitgemeten worden in de nieuwsmedia zoals Metoo onderstrepen dat. Ook het verhaal zelf bevestigt dat aloude vooroordeel. Want de mannen die de vrouw gearresteerd hebben wegens overtreding van de wet zeggen: “meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt terwijl zij overspel bedreef”. Let op. Zij zeggen niet: “Wíj hebben haar betrapt”. Dat zou betekenen dat ze getuigen waren geweest. Maar als ze getuigen waren geweest, hadden ze dan deze genante toestand niet kunnen voorkomen of in elk geval met meer begrip bekeken? En waar is de man in kwestie gebleven? Eigenlijk gaat hen helemaal niet om de gemeenschap te herstellen door recht te doen. Het is een stukje theater dat ze opvoeren om Jezus in diskrediet te brengen door hem klem te zetten. Want zou Jezus de vrouw veroordelen dan zou hij het vertrouwen van zijn volgelingen verliezen die hoopten dat met Jezus barmhartigheid onder de mensen de overhand zou krijgen. Zou hij haar niet veroordelen, dan zou hij bekend staan als een meester die lak had alle principes.  
Wat gebeurt er? Jezus buigt zich en schrijft met zijn wijsvinger op de grond.  Een mysterieus gebaar. Het zou kunnen uitbeelden dat Jezus zich geneert en ineenkrimpt om het gedrag van deze hardvochtige mannen. Het is ook een teken, dat doet denken aan de profetieën waarin staat dat God het hart van steen van zijn volk zal verwijderen en vervangen door een hart van vlees. En dat hij zijn wet in in de Messiaanse tijd hun binnenste zal schrijven door zijn Geest. 
Dan roept Jezus op tot zelfkennis en ommekeer: ‘wie zonder zonden is, werpe de eerste steen’.  Dit is één van de meeste bekende en meest gehoorde uitdrukkingen uit de Bijbel. Meestal wil men daarmee zeggen dat je niet mag oordelen omdat iedereen wel eens een misstap van welke aard dan ook heeft begaan? Maar het werkelijke punt hier is, dat de mannen niet zelf getuige zijn geweest. Ze hebben de overtreding van horen zeggen. Ze zijn dus valse getuigen. Ze dreigen een onschuldige te veroordelen. Dat is helemaal geen recht, maar het grootst denkbare onrecht. Iemand wordt moedwillig de grond in gestampt. Dat zal Jezus niet veel later zelf overkomen. Het is veelzeggend dat het verhaal begint met de opmerking dat Jezus op de Olijfberg was en ’s morgens naar de tempel ging. Hij was aan de vooravond van Goede Vrijdag ook op de Olijfberg.
Werkelijk recht betekent we altijd bereid moeten zijn de ander allereerst als medemens te herkennen en weer in de gemeenschap op te nemen. Als we allemaal bij onszelf te rade gaan en onze zonden gedenken, zullen we ook zelf zo behandeld willen worden. Zo schenkt God ons een nieuw begin. Een volkomen schone lei.
Dáárom wordt dit Evangelieverhaal ons verteld en daarom vertelt de Kerk ons dit verhaal bij de voorbereiding naar Pasen. Want met Pasen vieren we dat God met ons een nieuw begin maakt door het kruis en de verrijzenis van Jezus. God schenkt ons de vergeving van zonden en Hij doet ons opstaan als nieuwe mensen als we oprechte spijt hebben.
De Schriftgeleerden druipen één voor één af. Ze schamen zich voor hun gedrag. Twee personen blijven over. Jezus en de vrouw. Jezus hoeft zich nergens voor te schamen. Hij heeft zijn tegenstanders de mond gesnoerd. De vrouw is ook niet er tussen uit geslopen. Ze staat rechtop. Wil dat zeggen dat ze inderdaad slachtoffer was van vooroordelen of misbruik? In elk geval voelt zich volkomen aanvaard door de liefde van Jezus die de belichaming van Gods liefde is: ‘ook ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig vanaf nu nooit (meer)’. Dat is de algemene vrijspraak en genade die Jezus ook zieken en melaatsen meegeeft. Het is geen impliciete veroordeling. Zondig niet meer, is geen waarschuwing, maar een hart onder de riem om als een bevrijd mens te leven, een kind van God
Wanneer wij zusters en broeders het Evangelie van Jezus horen en erdoor geraakt worden, dan is dat al vergeving van zonden. Dan worden we opgericht en zijn we nieuwe mensen. Weet u dat de priester of de diaken die het Evangelie tijdens de Mis leest, altijd zachtjes voor zichzelf zegt aan het einde: Moge door de voorlezing van het Evangelie vele zonden vergeven worden? Dat is elke keer een wonder, een nieuw begin, een ware verrijzenis. Amen.

(c) Martin Los
Schriftlezingen voor deze 5e zondag in de Veertigdagentijd jaar C
1) Jesaja 43:16-21
2) Philppenzen 3:8-14
3) Johannes 8:1-11
Afbeelding: the adulteress by Titian commonswiki.nl


Vasten uit liefde voor ons leven in deze wereld

Preek Aswoensdag 2 maart 2022 H. Barbara Bunnik

“Als je vast, trekt dan geen somber gezicht zoals de huichelaars, want zij verstrakken hun gezicht om aan de mensen te laten zien, dat zij vasten
” *).
Jezus spreekt deze woorden tot  de menigte wanneer hij hen het rijk van God aankondigt. Hoe dat rijk van God eruit ziet en hoe je er deel aan kunt krijgen. In het kader daarvan spreekt hij ook over vasten. Hij hoeft hen niet uit te leggen wat vasten is, want dat wist iedereen en ze brachten vasten ook in praktijk. De vraag was alleen hoe je zinvol en oprecht vast. Die vraag geldt des te sterker voor ons mensen die nauwelijks meer ervaring hebben met vasten, althans in religieuze zin. Want mensen die aan de lijn doen noemen dit ook wel vasten. Het doel is dan gewichtsafname. Minder eten is dan een kwestie van nut en in veel gevallen van overgewicht noodzaak. Maar echt vasten heeft niets met nut en noodzaak te maken. Was dat wel zo dan zou de vastenpraktijk in onze kerk en in de moderne maatschappij nooit zo in onbruik zijn geraakt. Want waarom zou je vasten als een zichtbaar resultaat niet de bedoeling is? Zeker wanneer we Jezus horen zeggen dat je als je vast beter je gezicht kunt wassen en oliën in plaats van as op je hoofd te strooien. Dus zelfs zichtbare tekenen kun je beter mijden als je wilt voorkomen dat je een huichelaar bent.
De vraag is dus waarom dan wel vasten en hoe? We zullen allemaal beamen dat het leven op aarde mooi is. Een prachtig avontuur. We vieren dat in eigen kring door het jaar met verjaardagen en jubilea. In de samenleving met feesten en evenementen. En als we op vakantie gaan. Op al deze momenten omarmen en vieren we het leven. We vieren het leven als een goed op zich. Maar er is ook een andere kant aan het leven in deze wereld. Het onrecht, het misbruik, het geweld, de teleurstellingen, de verliezen, de menselijke schuld aan alles, teveel om op te noemen, inclusief de verschrikking die mensen in Ukraine ondergaan op dit moment. Stoppen we dat allemaal onder het vloerkleed? Of staan we daar ook bij stil, niet door te vieren, maar wel door op bepaalde momenten persoonlijk en samen af te zien van genot en luxe? Met andere woorden: houden we alleen van het leven en van deze wereld voor zover het allemaal rozengeur en maneschijn is? En zeggen: anders hoeft het van ons niet? Is alle vreugde en plezier slechts zoals we tegenwoordig zeggen “guilty pleasure”. Dat als je eerlijk bent, er eigenlijk totaal geen reden meer is om te feesten? Of omarmen we ook dit leven en deze wereld met z’n nare kanten en zijn gruwelijkheden. De vraag is niet of we ‘de pijn en het lijden en de gruwelijkheden accepteren. Dat kunnen we niet eens. Maar de vraag is of we de wereld en ook ons eigen leven in de wereld mét zijn onbegrijpelijke en afschuwelijke kanten accepteren liefhebben. Alleen dan zullen we ook werkelijk het leven liefhebben zoals het is. En dan zullen we ook de energie vinden om ondanks alles ons in te zetten voor een betere wereld vol recht en gerechtigheid en te genieten van het goede. Dan zullen we altijd de hoop in ons brandend houden zonder schuldgevoel omdat we de as en het vuil onder het tapijt geveegd hebben. Nee, we mogen steeds opnieuw beginnen.
“Stof zijt ge en tot stof zult ge wederkeren” horen we tot ons zeggen als we ons het askruisje laten opleggen **). Aanvaarden we het leven in deze wereld ook als het uiteindelijk niet meer is dan stof? Dat lijkt het absolute dieptepunt, maar de liefde voor het leven begint pas echt daar waar we er niet voor wegvluchten. Juist daar verrijst het vuur uit de as. Juist daar lacht het leven ons echt toe als een wonder, een geschenk,  dat we mogen vieren als iets dan ons nooit meer afgenomen kan worden.
Daarom is deze vastentijd een oproep tot bekering, bekering tot het echte leven, bekering tot het leven met God en Jezus. “Laat u verzoenen met God” zegt de apostel ***). Alzo lief heeft God deze wereld gehad dat hij zijn eniggeboren zoon in deze wereld gezonden heeft op dat ieder die in Hem gelooft, deel mag hebben aan het eeuwige leven.
Als God deze wereld en ons mensen ondanks de zwarte bladzijden, ondanks alles zo liefheeft, en we geloven in Jezus, dan kunnen en mogen we niet achterblijven. Amen

Martin los pr.

*) Evangelie van Aswoensdag: Mattheus 6:15-18
**) ritueel van de Aswoensdagviering
***) 2e brief aan de Kortinthiers 5:20-6:2